We grappen erover als we, over de dijk
langs de IJssel, van Hattem naar Zalk rijden. Klazien uut Zalk, het
kruidenvrouwtje ! Ik denk daarbij aan de parodie van Wim de Bie en
realiseer me later pas dat Klazien echt geleefd heeft. Het personage
van de Bie was Berendien uut Wisp.
De echte Klazien heette Klaasje
Rotstein-van den Brink en leefde vanaf 1919 in Zalk. Ze overleed in
1997 in Zwolle en verkreeg in de tussentijd bekendheid door haar
tv-optredens voor de NCRV en de boeken die ze schreef. Ze gaf
gezondheidsadviezen gebaseerd op ouderwetse huismiddeltjes en hoewel
reguliere artsen haar een kwakzalver vonden, werden haar boeken
bestsellers.
Klazien ligt begraven in Zalk.
Aanvankelijk werd er, op haar eigen verzoek, geen grafsteen
geplaatst, omdat ze wilde voorkomen dat het dorpje een bedevaartsoord
zou worden. Na het overlijden van haar man, in 2007, kwam die steen
er toch. Haar bekendheid is inmiddels verflauwd, maar men heeft in
Zalk wel een straat naar haar genoemd, het
Klaasje van den Brinkerf.
De rit naar Zalk is
prachtig. Ongemerkt passeren we de grens tussen Gelderland en
Overijssel, die tevens de gemeentegrens is. Links van de dijk ligt
een langwerpige waterpartij die, zoals ik later te weten kom, de
Gelderse Kolk heet. Misschien van oorsprong een dijkdoorbraak, nu
door een brede sloot verbonden met de Ijssel.
De weg slingert met
de dijk mee en gaat langs weilanden vol ganzen, rustige boerderijen
en hier en daar een groepje wilgen. Wat verderop passeren we nog een
paar wielen, waaien, of oude rivierlopen. Ideaal terrein voor
watervogels.
Van een afstand zie
je het dorp met z'n grijze kerktoren al liggen. Het is piepklein, nog
geen 800 inwoners en lijkt oorspronkelijk maar uit één straatje
bestaan te hebben. Als je de dijk afdraait rij je er vanzelf in, naar
de kerk toe. Die heeft een Romaanse toren uit de 13e eeuw en een
Gotisch schip van honderd jaar later.
Het dorp is
ontstaan bij het versterkte huis van de heren van Buckhorst. Dat is
in de eerste helft van de 19e eeuw gesloopt, maar het dorp zelf is
redelijk ongeschonden gebleven.
Het is er stil als
we er parkeren om een paar foto's te maken. Alleen vanuit een wit
huisje, tegenover het kerkhof klinkt geroezemoes. Daar gaat de
dorpsjeugd naar zondagsschool. Volgens het ANWB-bord op de gevel was
het ooit het huis van de schout, zeg maar het politiebureau.
Dit 'schultehuis'
dateert uit de 16e en 17e eeuw, maar dankt zijn huidige uiterlijk aan
een restauratie in de jaren '70 van de 20ste eeuw. Het dorp heeft ook
nog een paar aardige boerderijen en een windmolen uit de 19e eeuw,
die we alleen van een afstandje zien.
We laten Klazien
rusten en rijden verder naar Kampen.
NB: Dit verhaal is geschreven in 2016, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit
Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.
3 opmerkingen:
Het vervolg in Kampen heb je al eerder gepost? Of ga je nog een keer? Dit jaar heb ik het stuk langs de dijk een paar keer gereden op weg naar Enschede (dat is dan nog een flink stuk) met kamperen ergens in Overijssel. Mij viel ook het water buiten de rivier op en de mooie overblijfselen in steen uit vervlogen tijden.
@martin -Ja, sorry, dat is misschien wat verwarrend. We zijn van Hattem, via Zalk naar Kampen gereden. Maar toen ik thuis kwam was ik zo enthousiast over het cafeetje in Kampen dat ik daar eerst over geschreven heb. De volgorde is dus: eerst Kampen, dan Hattem en Zalk en daarna weer opnieuw Kampen...;o)
Als de verwarring daar stopt dan valt het nogal mee, toch?
Een reactie posten