Voor een doorgaande weg is de N304 een hele mooie. Ter weerszijden golven de bossen en heidevelden. In het zuiden ligt het park de Hoge Veluwe, ten noorden het uitgestrekte militaire oefenterrein, het Harskampse zand. Honderd jaar geleden was dit een grote, kale heide- en zandvlakte. Nu maakt het de indruk aaneengesloten bos te zijn, maar wat verder van de weg is toch nog de nodige heide te vinden.
Ten noorden van het Harskampse zand ligt het Kootwijker zand dat volgens de gids van Natuurmonumenten het grootste actieve stuifzand gebied van Europa is: 'Een Sahara-achtig natuurgebied, waar bijzondere planten en dieren voorkomen. Tot 1900 was het open zandgebied nog veel uitgebreider en vormde het een reële bedreiging waardoor hele dorpen, waaronder Kootwijk, werden ondergestoven.'
Aan deze gevaarlijke situatie is door de ontginners een einde gemaakt. Er is in het begin van de eeuw veel bos aangeplant om het zand te beteugelen. Al in 1928 zag de overheid echter in dat stuifzand toch ook het behouden waard was en werd het resterende gebied aangewezen als Staatsnatuurreservaat.
In het lieflijke Hoenderloo merk je niets van dit woeste natuurgeweld. Er valt in dit dorp toch al opmerkelijk weinig te beleven. Er is wat smakeloze jaren zeventig nieuwbouw, er is een aantal restaurants en een sigarenhandel, annex souvenirwinkel, waar we een toeristenkaart van de Veluwe kopen. Smulders kompas, schaal 1 op 150.000, met afrit nummers.*)
Midden in het dorp is een zevensprong waar, bij een grasveldje waarop een muziektent staat, zeven wegen en of bospaden ontspringen. Op het terras van restaurant de Deelerhof eten we een broodje en drinken een kopje koffie. Het weer is nog steeds heel redelijk en al etend bekijken we de voorbijgangers.
Vooral oudere stelletjes op de fiets. Zij in bloemetjesjurk met het haar strak gepermanent, hij met een sportieve pet op en zo’n handig houdertje voor de kaart voorop het stuur. Eén echtpaar is er in geslaagd om de al behoorlijk opgeschoten kinderen mee te krijgen. Ze strijken verderop neer om uitsmijters te bestellen.
In alle opzichten verkwikt slaan we een van de zeven wegen in, richting Beekbergen. Op de kaart staat deze weg aangegeven als een schilderachtige route. Meestal betekent dat dat er veel bomen langs staan. Dat is ook hier het geval, links van de weg ligt het Spelderholt, dat deel uit maakt van de boswachterij Uchelen-Hoenderloo. Rechts passeren we eerst een heidegebiedje dat de Krim genoemd wordt. Daarna volgt het Spoek, een voormalig heide- en stuifzandgebied dat aan het begin van de eeuw bebost is en vervolgens het Lierderbos.
Het hele complex valt onder staatsbosbeheer dat met name in het Spelderholt pogingen doet om het monotone naaldhoutbos gevarieerder te maken. Men past hier de mozaïekmethode toe, waarbij hier en daar groepjes bomen worden gekapt en vervangen door loofbos. Verder naar het noorden, aan de andere kant van de N 304 liggen bij Hoog Buurlo nog oudere loofbossen en een heidegebied dat begraasd wordt door een schaapskudde.
Er zijn veel campings hier in de buurt, waar de oudere toerist zijn tentje opzet, of zijn caravan parkeert. Ik heb eens een collega gehad die elk jaar op de Veluwe ging kamperen. ‘De Veluwe is het mooiste dat er is,’ placht hij elk jaar na terugkomst te zeggen, ‘Ik begrijp niet dat er mensen zijn die naar het buitenland op vakantie gaan.’
Toen zijn ouder wordende kinderen hem, na jaren aandringen, zover kregen om eens in Oostenrijk vakantie te houden, kwam hij terug met de mededeling: ‘Oostenrijk is het mooiste dat er is. Ik ga nooit meer ergens anders heen ! Onbegrijpelijk dat er niet meer mensen naar Oostenrijk op vakantie gaan.’
Iets dergelijks maakten wij een jaar of vijf terug mee, toen we tijdens een fietsvakantie een dagje bij Uddel op de Veluwe kampeerden. ‘s Avonds in de kantine bleek dat de meeste campingbezoekers, type diep gebruinde, geblondeerd vrouw en net zo diep gebruinde man met matje in de nek en dikke gouden kettingen op de harige borst, daar al tientallen jaren kwamen.
Ze hadden er hun vaste stek en hun kinderen waren soms zelfs getrouwd met de kinderen van andere campinggasten. Op hun beurt had het kroost dan weer een caravan naast die van de ouders staan. Wel gezellig doorgezakt in die kantine hoor, maar de volgende dag met kater en al gauw op de fiets. Wegwezen, hoewel we nog uitgenodigd waren op de koffie, maar nog meer gezelligheid konden we op dat moment niet aan.
*) Hoenderloo is een verrassend jong dorp, het is pas ontstaan nadat hier in 1841 in opdracht van ds. Heldring een waterput werd gegraven en in 1848 een tehuis voor verwaarloosde minderjarigen werd gesticht. Deze stichting bestaat nog steeds, als Hoenderloo Groep, maar de oude gebouwen zijn in 1985 grotendeels gesloopt.
De witgepleisterde hervormde kerk dateert uit 1857. De muziektent is van 1925. Het poortgebouw dat toegang geeft tot het Deelerwoud werd in 1923 in opdracht van baron van Heeckeren van Enghuizen gebouwd, het bijbehorende landhuis, dat in 1895 werd opgetrokken, is in 1945 verwoest. Herberg 'de Woeste Hoeve' een stukje ten oosten van Hoenderloo werd in 1771 gesticht als pleisterplaats aan de weg van Arnhem naar Apeldoorn.
Deze verhalenreeks is, in 1998, geschreven voor de Artishockberichten, het maandblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden ter plaatse kunnen inmiddels veranderd zijn.
Met dank aan: Juul van de Poll, bibliotheek Soest.
Tekening: Gerard Kuit
Bronnen: Grote historische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1990; Grote topografische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1987; Ontdek de Veluwe - IVN in samenwerking met de VARA 1981; Handboek Natuurmonumenten 1996; Wandelingen door Nederland, Gelderland I, door J. Craandijk - Tjeenk Willink 1894; Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopedie, deel IX en X - 1950; Lexicon dorpen en steden benelux - Prisma 1984; Kramers woordenboek -1956.
Op Wikipedia: Hoenderloo - Deelerwoud - De Hoenderloo Groep