dinsdag 13 november 2018

De Zuiderzee – 46 – De schedels van Urk


Het Kerkje aan Zee staat vlak bij de vuurtoren van Urk. Het is het oudste gebouw van het eiland en dateert uit 1786. Een oudere voorganger kwam, door kustafslag, op een eilandje te staan en moest uiteindelijk afgebroken worden.



Het huidige kerkje is een eenvoudig gebouw met een aardige toren. Het staat temidden van een kerkhof met oude graven, waar een merkwaardig verhaal aan verbonden is.

Af en toe zie je in het nieuws bewoners van voormalige koloniën, die bij een Westers museum aankloppen om overblijfselen, of voorwerpen, terug te vragen. In vroeger tijden werden allerlei spullen, van kunst tot menselijke lichaamsdelen, naar onze streken gehaald. Daar staan ze nu in musea, soms tot verdriet van de nakomelingen van de oorspronkelijke eigenaren.

Een dergelijk verhaal speelde zich, een jaar of 10 geleden, ook af op Urk. Het comité Urker Schedels vroeg aan het Utrechtse Universiteitsmuseum om een groep doodshoofden terug te geven, die meer dan honderd jaar geleden ontvreemd was.

Als Gerard en ik op het voormalige eiland voor het hek van het Kerkje Aan Zee staan, zien we een groot paneel waarop het hele verhaal uitgelegd wordt. Het komt allemaal voort uit het idee dat je, door het meten van schedels, van alles te weten kunt komen over bepaalde bevolkingsgroepen.

De theorie was dat in de bevolking van Urk, dat als eiland geïsoleerd was van de rest van Nederland, kenmerken van oeroude voorouders bewaard zouden zijn gebleven. Door het bestuderen van hun schedels zouden wetenschappers misschien leren hoe de prehistorische Nederlanders eruit gezien hadden.

De Hilversumse arts J.F. Van Hengel wist, in 1877, door een list een paar schedels van het Urker kerkhof te ontvreemden. Later deden andere onderzoekers schedelmetingen op het eiland, bij levende bewoners en overleden voorouders. Opnieuw verdwenen er schedels. Uiteindelijk belandde een deel van de overblijfselen in het Utrechtse museum. In 2007 werd het verzoek om teruggave ingediend en in 2010 konden zes schedels worden herbegraven.

De schedelmeting, als wetenschappelijke onderzoeksmethode, is uiteindelijk niet zinvol gebleken. Maar volgens Wikipedia zijn er, door het eeuwenlang isolement, wel gevolgen voor de bevolking van Urk. Zo zijn er relatief veel mensen die aan de zeldzame, erfelijke, Ziekte van Buchem lijden, een botaandoening die doofheid kan veroorzaken.  



NB: Dit verhaal is geschreven in 2016, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


De Zuiderzee – 45 – Urk, de haven en de vuurtoren


Achter de huizen zien we scheepsmasten en even later lopen we langs de haven van Urk. Die is voornamelijk gevuld met plezierbootjes. Even verderop is een stuk bestemd voor historische vaartuigen, botters en kotters, zeg ik als leek.


Historische haven Urk
Urk is nog steeds een centrum voor visserij en visverwerking, maar de moderne viskotters leggen er niet meer aan. Door de aanleg van de afsluitdijk, waardoor de Zuiderzee veranderde in het zoete IJsselmeer, is er voor de zeevisser hier niets meer te vangen.

Dat de visserij nog steeds van groot belang is komt doordat de Urkers niet betrokken werden bij de aanleg van de Noordoostpolder. Door de beleidsmakers werden ze als ongeschikt beschouwd voor de bevolking van het nieuwe land. Het vooroordeel was dat, door de langdurige isolatie, op het eiland een achterlijk volkje was ontstaan.

De gevolgen waren ietwat bizar. Voor de aanleg van de polder werd, in 1939, eerst een ringdijk aangelegd, waardoor het eiland een verbinding met het vaste land kreeg. Het heeft vervolgens bijna tien jaar geduurd voor er ook een weg kwam, waarover de eilanders naar dat land konden rijden. En toen het land in de nieuwe polder verdeeld werd, werden de Urkers vrijwel geheel overgeslagen.

Bankje van boeien en scheepsonderdelen
Dus bleef Urk een vissersplaats, met volgens Wikipedia, '...de grootste vissersvloot en visverwerkende industrie van Nederland.' Maar die vissersvloot vaart nu dus vanuit havens aan de Noordzee en de Waddenzee. Aan de haven van Urk zien we wel restaurants waar je vis kunt eten, een paar kleine scheepswerven en een bankje geconstrueerd van boeien en scheepsonderdelen.

Aan het uiteinde staat de vuurtoren. In de 17e eeuw werd er op het eiland een vuur gestookt, om de schepen de weg te wijzen. In de 19e eeuw werd de eerste stenen vuurbaak gebouwd en uiteindelijk, in 1844, de huidige bakstenen toren.

De witgeschilderde vuurtoren staat te blinken in de zon. Als wij er foto's staan te nemen komen er twee oudere mannen langs, die in onverstaanbaar dialect met elkaar praten. Oude vissers, natuurlijk.

Vlakbij de toren is het vissersmonument. Op een sokkel staat een stenen beeld, dat een vissersvrouw voorstelt, de rokken wapperend in de wind, uitkijkend over zee. Daar omheen een lage muur met namen van omgekomen vissers. Het zijn er honderden. Het monument werd in 1968 onthuld door koningin Juliana.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2016, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


De Zuiderzee – 44 – Urk, het Raadhuis en verder


Toen de Zuiderzee nog een zee was lag het eiland Urk daar middenin. Het was zo'n 20 kilometer varen naar of van het vasteland. Als je geen visser was had je er vermoedelijk niet veel te zoeken en de Urkers, op hun beurt, kwamen alleen naar het vasteland om vis te verkopen. En inkopen te doen, waarschijnlijk, want veel andere producten zullen er op het eiland niet gemaakt of verbouwd zijn.



Jac. P. Thijsse schrijft, in zijn Verkade-album 'Langs de Zuiderzee', niet veel over Urk. Dat er vis gevangen werd en dat hij tijdens een zeiltochtje eens behoorlijk zeeziek is geworden, omdat er bij het eiland zoveel deining stond. Hij schrijft wel over de plannen om een afsluitdijk te bouwen en delen van de Zuiderzee droog te leggen.

Die plannen zijn inmiddels werkelijkheid geworden en wij rijden, vanaf Soestdijk door de Flevopolder, in minder dan een uur naar Urk. Het voormalige eiland ligt aan de rand van de Noordoostpolder en je ziet het vanaf de ketelbrug al in de verte liggen. Het is een zogenaamde keileembult, bestaande uit materiaal dat opgestuwd is door de gletsjers in de ijstijden.

Huisjes aan de haven
Het hoogste punt van Urk steekt zo'n 9 meter boven het omringende land en water uit. Dat merk je, als je het dorp binnenrijdt, de weg gaat omhoog en als je er rondloopt zijn er hellende straatjes en ook hier en daar trappen, om het hoogteverschil te overbruggen.

We parkeren de auto bij de Bethelkerk, een fors maar niet al te oud gebouw met een groot, rond, glas in loodraam in de gevel. We lopen naar het eerste torenspitsje dat we zien en dat van het voormalige raadhuis blijkt te zijn. Ook dat is geen stokoud gebouw, het dateert uit 1905, maar het heeft een aardig klokkentorentje, waar de zwaluwen rond zwieren en een spreeuw zit te zingen.

In de jaren '80 bouwde men een nieuw gemeentehuis, in het oude pand is sindsdien een museum gevestigd. Men heeft er uiteraard vooral aandacht voor de geschiedenis van het eiland, de klederdracht en het visserijverleden. Er zijn ook een aantal winkelinterieurs nagebouwd.

We gaan verder, een winkelstraatje in. Urk grossiert niet in monumentale panden, de huisjes zijn over het algemeen laag en niet veel ouder dan 150 jaar, maar toch is het wel sfeervol. Hoewel op deze maandagochtend niet veel winkels of horecagelegenheden open zijn. Het geeft niet, de zon schijnt, het is rustig, wij vermaken ons wel...



NB: Dit verhaal is geschreven in 2016, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit 

Foto: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.