Belle van Zuilen heette eigenlijk Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken. Haar familie erfde het slot Zuylen in 1665 en in de loop van de 18e eeuw, lieten ze het door de architect Jacob Marot verbouwen, tot het kasteel dat we nu kennen. Het bleef in de familie tot 1951. De laatste bewoner, Frederik Christiaan Constantijn van Tuyll van Serooskerken, die enige tijd opperkamerheer van Koningin Juliana was en burgemeester van Zuylen, droeg het toen over aan een stichting die het sindsdien als museum beheert.
Een andere beroemde bewoner van het kasteel was Frank van Borssele, de geheime geliefde van Jacoba van Beieren. Als je hun liefdesgeschiedenis naleest vraag je je af waarom er nog geen film of musical aan is gewijd. Jacoba maakte aanspraken op de graafschappen Holland en Zeeland, die door de Duitse keizer Sigismund waren toegewezen aan haar oom Jan. Ze gaf zo nieuwe brandstof aan de schermutselingen die bekend staan als de Hoekse en Kabejauwse twisten.
Frank was de kleinzoon van Eleonora, de laatste telg uit het geslacht Van Zuylen, dat ergens in de 13e eeuw slot Zuylen stichtte. Hij was in 1425 door Philips van Bourgondië aangesteld tot ruwaard van Holland en gaf leiding aan de Kabeljauwen, in hun strijd tegen de Hoeken in Zeeland.
Jacoba was nu net het boegbeeld van de Hoeken. Zij had al drie mannen versleten in haar strijd om het graafschap Holland. Ze trouwde voor het eerst, toen ze 15 was, met de Franse kroonprins Jan van Touraine, maar die werd twee jaar later vergiftigd. Daarna huwde ze haar neef Jan IV van Brabant. Toen die niet naar haar zin omsprong met haar bezittingen en aanspraken, liet ze het huwelijk ongeldig verklaren.
In 1422, net 21 jaar oud, trouwde ze voor de derde keer. Nu met de broer van de Engelse koning Hendrik V, Humphry van Gloucester. Die ging al snel er vandoor met een hofdame, waarop Jacoba door Philips van Bourgondië gevangen gezet werd in Gent. In 1425 werd haar oom Jan van Beieren, die bekend stond als Jan zonder genade, door zijn tegenstanders vergiftigd. Jacoba werd bevrijd uit haar gevangenschap en de poppen waren weer aan het dansen.
Uiteindelijk mocht Jacoba zich, na het vredesverdrag van 1428, de zogenaamde Zoen van Delft, gravin van Holland noemen, onder voorwaarde dat ze niet meer zou trouwen. Toch huwde ze na een paar jaar stiekem met Frank van Borssele. Het zal wel echte liefde geweest zijn en daarom moest het wel mislopen.
Frank werd door Philips van Bourgondië gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Omdat Jacoba daarop afstand deed van al haar rechten, konden toch de violen inzetten voor een happy end. Lang en gelukkig leefden ze echter niet. Jacoba stierf al in 1436, net 35 jaar oud, aan tuberculose, weduwnaar Frank overleed in 1471.
Het slot van Zuylen was ondertussen in 1422 door de Utrechters verwoest. Pas na 1511, toen het door vererving in bezit kwam van Cornelia van Culemborg en haar man Willem van Lalaing, vrijgraaf van Rennenberg, werd het weer opgebouwd.
Tegenwoordig is er op een rustige zondagochtend van dit roerige verleden niets te merken. De oprijlaan voert langs de slotgracht en de zogenaamde slangenmuur, speciaal voor de teelt van kostbare gewassen voorzien van halfronde uitstulpingen. Daarachter zie je wat sinds de laatste verbouwing de achterkant van het slot is. We kijken even onder het poortje door, maar het museum is gesloten.
Dominee Craandijk belde gewoon aan, maar: 'De eigenaar is niet te huis, en bij zijne afwezigheid wordt de toegang tot het huis niet vergund.'
We wandelen terug naar het kleine kerkje direct aan de Vecht. Oorspronkelijk werd het in 1654 door Adam van Lockhorst, ambachtsheer van Zuilen, gesticht. Na een brand in 1874 werd de huidige kerk gebouwd. Tenminste dat staat op een bord aan de gevel.
In mijn monumentenboek staat Gijsbert Theunisz. Van Vianen als stichter vermeld en Craandijk schrijft dat eerder op deze plek al een romaanse kerk stond. Delen van het 17e eeuwse muurwerk zijn bij de herbouw opnieuw gebruikt en aan de westgevel zijn 17e eeuwse cartouches aangebracht met de wapens van de Staten van Utrecht en de families van Tuyll van Serooskerke en van Reede.
Gerard en ik rijden, voor het eerst echt langs de Vecht, terug naar Utrecht. Na een paar kilometer kunnen we al niet verder en worden we weer Overvecht in geleid. Hopelijk zien we meer van de rivier bij de volgende etappe: van Oud Zuilen naar Breukelen.
Dit verhaal verscheen in 2005 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest.
Tekening: Gerard Kuit
Foto's: Jan de Stripman
Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; ENSIE Lexicon 1952; Atlas van de Nederlandse kastelen 1980; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996.
Wikipedia over Slot Zuylen , Jacoba van Beieren en Frank van Borssele