vrijdag 30 maart 2012

De Veluwe deel 14 – De Steeg, de Posbank en kasteel Rosendael


Dit laatste hoofdstuk is in 2002 geschreven als aanvulling op de eerdere afleveringen uit 1998-99.

Volgens Craandijk zou de Steeg eigenlijk de Middachtersteeg moeten heten. Het dorp is in de late middeleeuwen ontstaan aan de weg van Arnhem naar Dieren, vlak bij het kasteel. De dominee noemt het '…een gansch nieuwe plaats, met nette huizen, waar in den zomer kamers worden verhuurd, een paar logementen en enkele grootere buitenverblijven…'

En alsof het dorp inderdaad pas enige jaren bestaat: 'Zijn opkomst dankt het geheel aan de vreemdelingen, die dit door de natuur zo rijk begunstigden oord bezoeken.' Er is ook niet veel dat van voor de 19e eeuw dateert. Er staan aan de hoofdstraat een paar laat 17e eeuwse huizen, maar dat is dan ook alles.

Raadhuis, school en postkantoor werden rond 1900 gebouwd. De kerk dateert uit 1928, maar vervangt een niet veel oudere voorganger uit 1877. Verder zijn er een paar aardige villa's en boerderijen en het van oorsprong 17e eeuwse landhuis Rhederoord, dat in de 18e eeuw belangrijke veranderingen onderging en in de 19e verder werd uitgebreid.

Wij verlaten bij de Steeg de provinciale weg en rijden de stuwwal van de Veluwe op waar een paar fraaie vergezichten te genieten moeten zijn.


De Posbank – 'Wat een rijk en heerlijk panorama ! Op den voorgrond de bosschen met hun tinten van grijs en geel en lichtgroen, daarachter de heide, purper en bruin, met witte zandduinen en groene korenvelden, verder in de houtvlakte, door de zon verlicht, tal van torens - Deventer, Zutfen, Brummen, Doesburg, Doetinchem, de molen en torens van Didam (…). Welk een ruim en bloeiend landschap overzien wij van deze hoogte aan den zoom van het bosch !'

Als altijd is Craandijk lyrisch wanneer hij van een mooi uitzicht geniet. Deze omschrijving hoort bij de koepel van Viruly een bouwsel dat eens aan de rand van de Onzalige bossen stond, ter hoogte van de Steeg. Maar het zou net zo goed op de Posbank kunnen slaan, een legendarisch uitzichtpunt niet ver daar vandaan.

Een kronkelende weg voert ons naar wat bijna het hoogste punt van de Veluwe is. De werkelijke top, met 110 meter het hoogste punt van ons land buiten Zuid-Limburg, ligt een klein stukje noordelijker aan de rand van de Rheder- en Worthrederheide. Daar vlakbij heeft de ANWB in 1918 een stenen bank geplaatst ter herinnering aan bondsvoorman G.A.Pos.

Het is een populair punt waar je bij mooi weer de dagjesmensen weg moet duwen om ook van de vergezichten over het IJsseldal te kunnen genieten. Wielrenners testen hun benen op de klim naar boven, auto's staan er in de file. Hier, aan de zuidrand van het nationaal park Veluwezoom, heeft Natuurmonumenten in 2001 een theehuis-informatiecentrum geopend, om in de grote behoefte te voorzien.

Als wij er passeren is er geen mens, de regen valt bij bakken uit de hemel. We stappen niet eens uit, maar rijden snel verder richting Rozendaal.


Kasteel Rosendael
Rozendaal – Naar Rozendaal ben ik ooit geweest met een excursie van de lagere school. We bezochten het kasteelpark met de bekende 'Bedriegertjes' en het Openluchtmuseum in Arnhem.

Kasteel Rosendael *) wordt voor het eerst genoemd aan het begin van de 14e eeuw. Vanaf 1343 is het de residentie van de hertog van Gelre en wordt het flink versterkt. In 1412 wordt het grotendeels door brand verwoest, van de oude aanleg resteert alleen nog maar een zware hoektoren **).

In de 17e eeuw werd het deels hersteld, maar in 1714 volgde weer een brand. In opdracht van Lubbert Adolf Torck werd daarop het huidige vierkante landhuis gebouwd. In 1834 werd het kasteel met een lagere vleugel uitgebreid. Sinds 1977 is het eigendom van de Stichting Vrienden der Geldersche Kastelen die het van 1986 tot '90 liet restaureren.

Craandijk is over het kasteel niet zo te spreken '… dat in zijn tegenwoordigen vorm de kenteekenen van zijn hoogen ouderdom grootendeels heeft verloren.' Gelukkig dat die ene oude toren bewaard is gebleven: 'Die kolossale toren geeft aan het huis iets eigenaardigs en houdt de herinnering levendig aan het grijs verleden, dat anders te midden van den tegenwoordigen luister wel kon worden vergeten.'

Maar het park kan zijn goedkeuring wel wegdragen: 'Heerlijk is de ligging van het huis te midden van en prachtig park, met vijvers, fonteinen, watervallen, brede rij- en wandelwegen, gras en bloemperken en trotsch geboomte.'

Sommige van de waterwerken dateren nog uit de 17e eeuw. Maar het grootste deel is rond 1720 ontworpen door Daniël Marot. Van mijn eerste bezoek herinner ik me nog een wiebelige kettingbrug, een schelpengrot en fonteintjes die op onverwachte momenten begonnen te spuiten. ***)

Naar men zegt is Rozendaal een van de welvarendste gemeenten van ons land. Nagenoeg alle huizen en gebouwen in het dorp behoorden tot het kasteel. De kerk werd in 1758 gesticht, in opdracht van Lubbert Adolf Torck, de naar de familie genoemde Torckschool stamt uit 1842. Het voormalige hotel Kraaijestein werd in 1838 gebouwd in opdracht van A.L.A. Torck en ga zo maar door.

Er zijn nog verscheidene oudere woonhuizen, villa's en boerderijen uit de 19e eeuw bewaard gebleven en langs de beek staan drie molenhuizen uit de 18e en 19e eeuw. Verder is de begraafplaats, die van oorsprong voor de bewoners van het kasteel bestemd was, interessant. Naast de tombes van de adellijke burchtbewoners vinden we er onder meer de graven van de dichter P.A. de Genestet en van de schrijver W.J. Hofdijk. ****)
Elly en ik stoppen alleen even voor een foto van het kasteel.

*) Modieus ouderwetse benaming ? Dominee Craandijk schrijft gewoon 'Rozendaal'…

**) Volgens de Kastelengids van Nederland was de ronde toren een vrijstaande donjon, maar het recentere Monumenten in Nederland beschrijft hem als de enig overgebleven van een vierkant kasteel. Toen ik rond 1985 bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in Amersfoort werkte zijn er opgravingen gedaan in de slotgracht. Dat heeft wellicht nieuwe inzichten opgeleverd. Feit is dat de ronde toren, die oorspronkelijk een verdieping hoger was en toen 25 meter mat bij een doorsnee van 16 meter, met 4 meter dikke muren, de zwaarste kasteeltoren van ons land is.

***)Het oorspronkelijk landgoed is in verschillende delen uiteengevallen. Het gedeelte direct om het kasteel is in beheer bij het Geldersch Landschap. De door natuurlijke bronnen gevoede waterwerken en de daaruit voortvloeiende Rozendaalse beek zijn belangrijk voor enkele vogelsoorten, waaronder de ijsvogel en de grote gele kwikstaart. Het park Rosendael is voor een deel van het jaar tegen betaling toegankelijk. Het zuidoostelijke deel dat, koningsberg genoemd wordt, is het hele jaar door opengesteld.
Een ander deel van het oude landgoed is het bosgebied ten noorden van het kasteel. Dit oude landgoedbos is eigendom van Staatsbosbeheer en vrij toegankelijk. Een derde aangrenzend gedeelte, Landgoed Rosendael, is in bezit van de erven van baronesse Zimmerman van Pallandt en opengsteld op wegen en paden.
Meer informatie over de openingstijden van en activiteiten rond kasteel Rosendael vind je op de gezamelijke website van Het Geldersch Landschap en de Vrienden van de Geldersche Kastelen: Mooi Gelderland .
Vanaf 1962 was op Rosendael het Internationale Burgen Institut gevestigd en een kastelenmuseum, daarover staat niets (meer) op de website.

****) Hofdijk is vooral bekend van het samen met Jacob van Lennep geschreven meerdelige standaardwerk 'Merkwaardige kasteelen in Nederland', waarvan het laatste deel in 1860 verscheen. Een jaar of 20 geleden kon je het, in herdruk, bij de Slegte kopen voor ƒ 42,50, zes paperbacks in een knalgele omslag. Het bevat zeer wijdlopige, moeilijk leesbare, romantische verhalen, vooral over de bewoners van de vaderlandse kastelen en weinig feitelijkheden over bouwgeschiedenis en architectuur.


Weer naar huis – Bij het vallen van de avond rijden we bovenlangs Arnhem, je komt dan voorbij het Openluchtmuseum en Burgers Zoo. We nemen de N224, een mooie provinciale weg die langs Plankenwambuis voert en over de golvende Ginkelse hei. Via Ede, Renswoude, Scherpenzeel, Leusden en Amersfoort komen we weer thuis.



Deze verhalenreeks is, in 1998 en '99, geschreven voor de Artishockberichten, het maandblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden ter plaatse kunnen inmiddels veranderd zijn.

De laatste delen van dit verhaal zijn in 2002 geschreven voor een, in eigen beheer uitgegeven, boekje. Dat is inmiddels uitverkocht... 




Met dank aan: Juul van de Poll, bibliotheek Soest.

Tekening: Gerard Kuit


Foto: Jan de Stripman

Bronnen: Grote historische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1990; Grote topografische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1987; Ontdek de Veluwe - IVN in samenwerking met de VARA 1981; Handboek Natuurmonumenten 1996; Wandelingen door Nederland, Gelderland I, door J. Craandijk - Tjeenk Willink 1894; Lexicon dorpen en steden benelux - Prisma 1984; Atlas van de Nederlandse kastelen – Sijthof 1980; ENSIE – lexicon 1952, Gids voor Arnhem en omstreken – V.V.V. 1914.

dinsdag 20 maart 2012

De Veluwe deel 13 – De Middachter allee en kasteel Middachten

Onderstaande tekst is in 2002 geschreven als aanvulling op de eerdere hoofdstukken uit 1998-99.

Dominee Craandijk rijdt met de stoomtram door Ellecom over de vermaarde Middachter allee. Wij doen dat in tegenovergestelde richting en in mijn herinnering is het een mooie, licht oplopende, weg met hoge beukenbomen aan weerskanten. Rond 1900 moet het hier nog veel mooier zijn geweest, om niet te zeggen: legendarisch mooi.

'Hoe majestueus is de beroemde Middachterlaan, met haar vierdubbele rij van hooge beuken', schrijft de dominee. 'De laatste stralen der zon werpen hun tooverglans onder de hooge kruinen, tusschen de rijzige stammen der wijd vermaarde beuken. Liever hadden wij die plechtige tempelgewelven doorgewandeld, maar ook van 't balkon van ons rijtuig missen wij het genot van hun heerlijkheid niet.' Maar hij vraagt zich af: 'Hoelang zal de blik nog mogen rusten op de schoonste aller lanen?'

In 1887 waren de bomen zo'n 120 jaar oud en er was sprake van dat ze gekapt zouden gaan worden. 'Men zegt, dat ieder jaar een honderdtal boomen zal worden geveld, om door nieuw plantsoen te worden vervangen. Zoo zal in 15 jaar de Middachterlaan verdwijnen.'

Maar in de 'Gids voor Arnhem en omstreken', bijna dertig jaar later, in 1914, uitgegeven door de plaatselijke afdeling van de V.V.V. vinden we de volgende lofzang: 'Het gedeelte van de Zutphenschen Straatweg, dat tusschen het Wapen van Athlone *) en den tol van Ellekom is gelegen, vormt de schoonste laan uit geheel ons land. Ja, de Middachter Allée heeft ternauwernood hare wederga ook buiten onze grenzen. De rechte laan is 20 minuten gaans lang en tusschen de eerste van de dubbele rijen der zwaarste en hoogste beuken, die men ergens aantreft, meer dan 20 meter breed. Evenals de laan zelve vormen ook de zijlanen als 't ware trotsche zuilengangen en gewelven.'

In het in 1976 verschenen boek 'Ontdek de Veluwe' staat echter: 'In de tweede wereldoorlog werden de machtige, oude beuken van de Middachter Allee gekapt.' **) Volgens 'Monumenten in Nederland' werd de allee na de oorlog opnieuw ingeplant. Wat wij gezien hebben zijn dus beuken van ruim 50 jaar oud, het zal nog een jaar of 70 duren voor we weer kunnen rijden '…onder de statige gewelven der Middachter allee…', zoals in Craandijks tijd. En kunnen zeggen: 'Met indrukwekkende majesteit verrijst het prachtige geboomte der laan uit de vlakte, als wij bij haar uitgang nog eens den blik terugwerpen.'

*) Het Wapen van Athlone was een hotel-pension, tevens koffiehuis en stalhouderij, met 14 kamers. In 1914 kostte een kamer 4 gulden per nacht, lunch en ontbijt 1,50, diner 2 gulden. Een rijtuig met 1 paard naar Arnhem was al te huur voor 2 gulden. Zoals we eerder hebben gezien bij Ellecom was Lady Athlone ooit de bewoonster van het landhuis Avegoor. Het Wapen van Athlone bestaat overigens nog steeds maar tegenwoordig alleen als restaurant. Zie ook de noot bij kastel Middachten.

**) Op deze homepage staat veel informatie over de monumentale bomen rond Arnhem. Over de Middachter allee wordt vermeld dat de Duitse bezetters in het laatste oorlogsjaar de bomen gekapt hebben om de geallieerde opmars te vertragen. Opgemerkt wordt dat de allee nu sowieso niet meer overeind zou hebben gestaan omdat de bomen langs de oprijlaan naar het kasteel Middachten, die van dezelfde leeftijd zijn, nu in vervallen staat verkeren en langs een doorgaande weg teveel gevaar voor het verkeer op zouden leveren. De beuken die daar nog staan zijn wel van uitzonderlijk formaat, sommigen zouden meer dan 40 meter hoog zijn !
Van Herman Joosten kreeg ik het ANWB-wandelgidsje 'Te voet van Arnhem via Ruurlo naar Zutphen en Deventer' te leen, uit het begin van de 20e eeuw. Daarin vond ik het bijgaande fotootje van de Middachter allee. Zoals te zien is zijn de bomen meer buitengewoon hoog dan dik. De voortvarende groei wordt toegeschreven aan de vruchtbare lössgrond ter plaatse.
(Op de website van kasteel Middachten staat ,nu in 2012, te lezen dat de oprijlaan in 2006 opnieuw is ingeplant. )



Foto: De Stripman 1998
Kasteel Middachten – De Middachter allee hoort bij landgoed Middachten waarvan het gelijknamige kasteel de kern is. Elly en ik stapten er even uit om in de inmiddels gestaag vallende regen een paar foto's te maken. Dominee Craandijk verbleef in het voorjaar van 1882 een paar dagen in de omgeving en kreeg van de eigenaar van het kasteel, de grafelijke familie Bentinck, vergunning om ook het interieur te bezichtigen.

'Aan de ander zijde van den straatweg, waar de boschstreek paalt aan de groene grasvlakten, in de wijde bocht door den IJssel omvat, ligt het kasteel. Een statige beukenlaan, waarvan de meeste bomen 120 jaar oud zijn en eenige anderen nog veel meer jaren tellen, leidt er heen. Een smaakvol park, door lange, trotsche lanen ingesloten, omringt het.'

Zo is het nu nog steeds, al heeft men niet ver van het kasteel, aan de IJsselkant, de snelweg A 348 aangelegd, waardoor het landgoed nu ingeklemd is door grote verkeersaders.

Het kasteel zelf is '…een groot, vierkant gebouw, met een uitbouwsel in het midden van elk der vier zijden, twee verdiepingen boven de kelders hoog en door een rijzig dak met schoorsteenen op de hoeken bekroond.'

Volgens Craandijk werd het in die vorm '…in 1697 door Godard van Reede, graaf van Athlone en baron van Aughrim, een van koning Willems trouwe vrienden en wakkere krijgsvorsten*) gesticht.' Ter vervanging van een ouder huis dat in 1672 door de Fransen was verwoest.

Maar in werkelijkheid zijn in het huidige kasteel grote delen van die oudere bouwfase bewaard gebleven, daterend uit het midden van de 14e eeuw. Toen liet Hendrik van Middachten een vierkante donjon bouwen met twee haakse vleugels aan een binnenplaats. Maar ik moet toegeven: Daar is nu niet veel meer van te herkennen.

De dominee wordt rondgeleid door de rentmeester, de heer Versteeg. Hij roemt de grote, 17e eeuwse, dubbele trap: 'Onder een hoogen, rijk gestucadoorden koepel leidt de dubbele boogvormige opgang naar de bovenverdieping, waar een rondloopende galerij den toegang tot de verschillende kamers verleend.'

De trappenhal is versierd met snijwerk en familieportretten. Van de rest van het huis zegt hij niet al te veel omdat de meubels, bij afwezigheid van de familie afgedekt zijn. Maar '…de hooge, ruime zaalen en kamers…' stemmen overeen met de fraaie trap en '…hebben heerlijke uitzichten op het park…'.

In tegenstelling tot de droge hoogten van de Veluwe is landgoed Middachten een vochtig gebied. In het Faisantenbos en het Kooibos kun je volgens 'Ontdek de Veluwe' het water uit de grond zien sijpelen. Aan de rijke vegetatie is dat ook goed te zien. Het landgoed is grotendeels vrij toegankelijk, het kasteel en de tuinen alleen op bepaalde dagen**).

*) De veldheer Godard van Reede, eerste graaf van Athlone, was legeraanvoerder onder stadhouder Willem III(1650-1702). Als dank voor zijn overwinningen bij Ballimore, Aughrim, Galway, Limerick en Athlone, tijdens Willems Ierse veldtochten, ontving hij zijn adellijke titels. Middachten is nog steeds eigendom van nazaten van Godard, de huidige kasteelheer is F.W.F.L. Graf zu Ortenburg.
**) Alle informatie over openstellingen, rondleidingen en speciale arrangementen vind je op de site van kasteel Middachten. Op deze goed verzorgde website zijn ook foto's te zien van de buiten- en binnenkant van het kasteel en van het park.


Deze verhalenreeks is, in 1998 en '99, geschreven voor de Artishockberichten, het maandblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden ter plaatse kunnen inmiddels veranderd zijn.

De laatste delen van dit verhaal zijn in 2002 geschreven voor een, in eigen beheer uitgegeven, boekje. Dat is inmiddels uitverkocht... 




Met dank aan: Juul van de Poll, bibliotheek Soest.

Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: Grote historische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1990; Grote topografische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1987; Ontdek de Veluwe - IVN in samenwerking met de VARA 1981; Handboek Natuurmonumenten 1996; Wandelingen door Nederland, Gelderland I, door J. Craandijk - Tjeenk Willink 1894; Lexicon dorpen en steden benelux - Prisma 1984; Atlas van de Nederlandse kastelen – Sijthof 1980; ENSIE – lexicon 1952, Gids voor Arnhem en omstreken – V.V.V. 1914.

zaterdag 17 maart 2012

De Veluwe deel 12 – Dieren en Ellecom


Na aflevering 11 breekt het verslag van onze rondrit over de Veluwe af. Ik weet niet meer precies waarom ik tot het besluit kwam om de rest van de tocht niet meer te beschrijven, maar ik denk dat er verschillende redenen waren. Ten eerste begon het te regenen. We zijn de auto nog maar een paar keer heel eventjes uit geweest en hebben dus het landschap niet meer zo uitgebreid tot ons genomen als eerder op de dag.

Ten tweede kwam er een zomerstop tussen. De hele tocht verscheen in afleveringen in de Artishockberichten, het programmablad van vereniging Artishock in Soest. Aflevering 11 stond in het blad van juni 1999, het laatste voor de zomerstop. Ik vermoed dat ik het leuker vond om in het nieuwe seizoen met een nieuwe reeks te beginnen.

Ten derde maakte ik het onze vaste illustrator, Gerard Kuit, nogal moeilijk met mijn verhalen over de Veluwe. Ik had het tochtje samen met mijn vrouw, Elly, ondernomen en Gerard was qua beeldmateriaal afhankelijk van de foto's die wij onderweg gemaakt hadden en de paar plaatjes die ik in boeken had kunnen vinden. Voor volgende projecten zou ik het wat dichter bij huis zoeken of samen met Gerard op verkenning uitgaan.

Alles bij elkaar misschien een verklaring voor het afbreken van het verhaal, maar een beetje onbevredigend blijft het toch wel. Daarom zal ik in het kort proberen te schetsen wat we op de terugtocht nog gezien hebben.


Dieren – Komend vanuit Laag-Soeren is het maar een klein eindje tot de buitenwijken van Dieren. De nieuwbouw dateert van na de tweede wereldoorlog en maakt van Dieren een van de grotere gemeenten langs de Veluwezoom. Dieren wordt al in de 11e eeuw genoemd. Het is strategisch gelegen aan een aantal belangrijke handelsroutes. De IJssel als oudste, die Arnhem, Zutphen, Deventer en Zwolle met elkaar verbindt.

In 1862 werd de spoorlijn van Arnhem naar Zutphen aangelegd en in 1866-68 het Apeldoorns Kanaal gegraven. Dieren ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot een industrieel centrum. Eerst door de sigarenindustrie en in 1902 werd er de rijwielfabriek 'Gazelle' opgericht. De nog bestaande bebouwing in Dieren dateert grotendeels van na 1850, het dorp kreeg pas in 1848 een eigen kerk.

Dominee Craandijk schrijft niet veel over Dieren. Maar toen hij er rond 1880 voorbij wandelde was het dan ook een dorp met veel nieuwbouw en weinig historie. De dominee vermeldt dat je er op de pas geopende spoorlijn naar Apeldoorn kunt stappen. En in een latere wandeling, komend vanuit Arnhem, heeft hij het over: '…het uitgestrekte Dieren, aan wiens ingang het aanzienlijk landgoed prijkt, dat eens de commanderij der Duitse ridders *) en later een prinselijk lustverblijf was.'

Hoewel de doorgaande weg dat landgoed doorsnijdt, zul je tegenwoordig dat lustslot tevergeefs zoeken. De in 1219 gestichte commanderij kwam in 1647 als jachtslot in het bezit van stadhouder Willem II. Maar dit Hof te Dieren werd in 1795 door een brand verwoest. Baron van Heeckeren van Wassenaar herbouwde het slot in 1824, waarop het in 1944 opnieuw werd verwoest. De restanten werden in de jaren '60 gesloopt, er resteert nu nog slechts een 18e eeuwse tuinmuur en een dienstwoning uit 1915.

Een deel van de tuinaanleg, in 1824 ontworpen door J.D.Zocher, is bewaard gebleven, alsmede een 18e eeuws pand dat bekend staat als het Bombergse huis en lange tijd in gebruik was als herberg, maar dat vermoedelijk een van de oorspronkelijk bouwhuizen **) van het jachtslot was. De bossen en heidevelden van het landgoed zijn opengesteld voor fietsers en wandelaars, de tuin is voor publiek gesloten.

*) De Duitse orde was een geestelijke ridderorde die tijdens de kruistochten in 1190 in Palestina gesticht is. In de daaropvolgende eeuwen is de orde van belang geweest bij het kerstenen van noord- en noordoost Europa. De ridders werkten daarbij samen met de Hanze en stichten steden in Polen, Pruisen en Litouwen. Na allerlei schermutselingen raakte de orde in de 16e eeuw in verval. In Duitsland werd de orde in 1809 door Napoleon opgeheven. De Nederlandse afdeling, die sinds 1637 protestants is, bestaat nog en zetelt in Utrecht, sinds enige jaren weer in het oorspronkelijke Duitse huis, aan de Springweg. Je kunt de oude kruisvaarders gewoon in het telefoonboek opzoeken !

**) Een bouwhuis is een bedrijfsgebouw (stal, schuur, koetshuis o.i.d.) behorend bij een landhuis. Vaak staan er op het voorplein van een groot landgoed of kasteel, ter weerszijde, twee bouwhuizen.


Ellecom – Vanuit Dieren reden wij de provinciale weg op richting Arnhem. Het eerste dorp dat je dan tegenkomt is Ellecom. In 'Monumenten in Nederland' wordt het omschreven als '…ontstaan als een hoevenzwerm op de zuidoostflank van de Veluwestuwwal bij de overgang van naar het rivierdal van de IJssel.' Al in 1127 werd er in Ellecom een kapel gesticht en de opvolger hiervan was tot in de 18e eeuw de enige kerk in de wijde omgeving.

Vanuit Dieren en De Steeg ging men hier ter kerke. Van de oudste kerk resteert alleen nog de romaanse toren. Het schip werd in 1859 op kosten van graaf Bentinck, toenmalige eigenaar van het nabijgelegen landgoed Middachten, nieuw in neogotische stijl opgetrokken.

Verder vinden we in het dorp het fraaie, witgepleisterde, landhuis Avegoor. Al in 1356 wordt dit huis vermeld maar het huidige gebouw dateert uit 1847 toen het gebouwd werd in opdracht van Lady Athlone, W.E. gravin van Reede*). De meeste woonhuizen in het dorp zijn van na 1830. Er zijn een paar oude boerderijen waarvan een 'Het Bouwhuis' genoemd wordt en in ieder geval ouder is dan 1637, toen het door de eigenaar van Middachten aangekocht werd en ingericht als pastorie.

*) Zie verder in het volgende deel bij kasteel Middachten. In het landhuis Avegoor is inmiddels een hotel gevestigd.


Deze verhalenreeks is, in 1998 en '99, geschreven voor de Artishockberichten, het maandblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden ter plaatse kunnen inmiddels veranderd zijn.

De laatste delen van dit verhaal zijn in 2002 verschenen in een, in eigen beheer uitgegeven, boekje. Dat is inmiddels uitverkocht... 




Met dank aan: Juul van de Poll, bibliotheek Soest.

Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: Grote historische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1990; Grote topografische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1987; Ontdek de Veluwe - IVN in samenwerking met de VARA 1981; Handboek Natuurmonumenten 1996; Wandelingen door Nederland, Gelderland I, door J. Craandijk - Tjeenk Willink 1894; Lexicon dorpen en steden benelux - Prisma 1984; Atlas van de Nederlandse kastelen – Sijthof 1980; ENSIE – lexicon 1952, Gids voor Arnhem en omstreken – V.V.V. 1914.

Op Wikipedia: Dieren – Ellecom – De Duitse Orde – Bouwhuis  

Website Hotel Landgoed Avegoor www.avegoor.nl - 

Dieren op Google Maps - Ellecom op Google Maps


zaterdag 10 maart 2012

De Veluwe 12 - Nationaal Park Veluwezoom

Het Nationaal Park Veluwezoom omvat uitgestrekte naald- en loofbossen, heidevelden, zandverstuivingen en landbouwgronden. Het is grotendeels tijdens de laatste ijstijd gevormd en de door de gletsjers opgestuwde zandmassa’s reiken tot 110 meter boven NAP. Daarmee is het een van de hoogst gelegen gebieden van Nederland.


Het vormt tevens een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van ons land en wordt beheerd door natuurmonumenten, dat al in 1911 begon met het aankopen van grond in deze buurt. In 1930 werd het als eerste natuurgebied in Nederland aangemerkt als Nationaal park.


Door de grote variëteit in landschap herbergt het ook een verscheidenheid aan dier- en plantensoorten. Door zijn omvang, 4904 hectare, is het met name belangrijk voor het grotere wild, zoals edelhert, ree, das, vos en wildzwijn. Het vogelleven is er rijk en er komen ook verschillende soorten reptielen en amfibieën voor, waaronder de zeldzame heikikker.

Maar van alle dierenfamilies is die van de insecten het rijkst vertegenwoordigd: Er zijn alleen al zo’n 400 soorten vlinders geteld. Om het dichtgroeien en vergrassen van de heide tegen te gaan zijn, naast de van nature hier thuis horende soorten, ook schaapskudden, IJslandse pony’s en Schotse Hooglanders ingezet.



Uitkijkpost op de Elsberg
Aan het eind van de vorige eeuw was het gebied minder dicht bebost dan nu en Dominee Craandijk kon vanaf veel punten genieten van schitterende vergezichten. De heuvels in de buurt van Laag Soeren hadden namen als ‘Rigi’ en ‘Mont Blanc’, ‘twee hooge, woeste toppen’ die ‘van verre boven den zoom van fijn blauw getinte dennen, om de purperen, met schitterend witte zandpannen geschakeerde heide...’ uitsteken. Namen die je nu vergeefs op de kaart zult zoeken. Het bos is inmiddels zo gegroeid dat er geen woeste toppen meer bovenuit komen.

Als andere bezienswaardigheden noemt hij een pad met merkwaardige struiken die op menselijke gestalten lijken. ‘’t Zijn hooge gagelplanten, hier zoo zonderling gegroeid, en dit pad heeft er den naam van “het schilwachterlaantje”aan te danken.’ De resten van een gebouwtje dat de kerk werd genoemd.

t is een steenen gebouwtje, niet veel meer dan een schuur of hut. Men zegt echter, dat bij den heer Jut inderdaad het plan had bestaan, ook een kerk ten behoeve der badgasten te stichten en dit thans doelloos en verlaten mestelwerk daarvan ’t begin was geweest.’

Hij beklimt de Dammansberg ‘een vrij aanzienlijke hoogte’ en geniet van het uitzicht. ‘De zandige, ten deele met heideplanten bedekte top verheft zich uit een breeden kring van hakhout en dennen...(...) Een frissche koelte strijkt over den heuveltop en brengt de opwekkende geuren uit dennenbosschen en heidestruiken tot ons over. (...) ’t Moet hier wel een gezonde landstreek zijn, waar zwakken versterking, zenuwlijders kalmte en veerkracht kunnen vinden...’




Uitzicht vanaf de Elsberg
Een heuvel die je nu nog wel op de kaart terug kunt vinden is de Jutsberg, ongetwijfeld genoemd naar de stichter van het badhuis. ‘Het pad erheen voert ons over een golvenden bodem, deels met kleine dennetjes bezaaid, deels nog onontgonnen...’ Je raad het al: De Jutberg ligt tegenwoordig in een volgroeid dennenbos, geen uitzicht meer over de ‘schoone wijd uitgestrekte vlakte, die zich in het verre verschiet verliest.’

Maar de liefhebbers van uitzichten hoeven niet te wanhopen, er zijn veel minder plekken waarvandaan over de ‘huizen, buurschappen, akkers, weilanden, heide, groote en kleine bosschen’ uitgekeken kan worden, maar helemaal onmogelijk is het niet.

Als je het weggetje waar het badhuis aan ligt een kilometer of vier het bos in volgt, kom je aan een kruising met een andere bosweg, die ‘de lange juffer’ genoemd wordt. Het eerste weggetje, dat over het geheel dichtgegroeide ‘schaddeveld’ gaat, heet volgens de topografische kaart ‘de schaapsallee’ en dat is geen wonder, vroeger zal het hier wit hebben gezien van de schaapskudden.

Er is een parkeerplaats aangelegd met een informatiebord. Een wandelpad loopt vandaar naar de Elsberg van waar je een schitterend uitzicht hebt over de Rheder- en Worth-rheder Heide, begraasd door Schotse Hooglanders, van die grote, bruine, ruigbehaarde runderen.

In 1993 heeft natuurmonumenten op de top een uitkijkpunt ingericht. Op het bospad kun je aan de zwarte dekschilden van platgetrapte mestkevers een aantal dingen zien: De mest van de koeien trekt onmiddellijk gespecialiseerde insecten aan, die het afval netjes hergebruiken. De natuur is wonderlijk en mooi.

Maar helaas heeft de gemiddelde Nederlander daar weinig oog voor, die trapt alles wat meer dan vier poten heeft het liefst zo snel mogelijk dood. De mens is dom en slecht. Gelukkig zijn er overal hekken met prikkeldraad geplaatst om te voorkomen dat onze soortgenoten verder de natuur in lopen en nog meer schade aanrichten. Natuurmonumenten is zo gek nog niet. Waar het bos in de hei overgaat is het pad voor een deel in de heuvel ingegraven, zodat je ongezien de uitkijkhut kunt bereiken.



Het is ondertussen zachtjes gaan regenen en samen met ons zoekt een fietsend gezin, vader, moeder en twee kinderen, beschutting onder het golvende dak. Ze vertellen dat ze al een week op de camping staan, maar nu voor het eerst een tochtje maken. Ik leen ze mijn verrekijker om naar de runderen te kijken, die in de verte staan te grazen. Als ze weer weg zijn genieten we nog even ongestoord van het fantastische uitzicht.

Wij vinden er, wat verder, woeste hoogten, met mollig mos bedekt, of met glinsterende dennennaalden bestrooid, op wier steile glooiingen slanke masten zich hoog in de blauwe lucht verheffen (...) met doorkijkjes op schitterende witte zandgronden of verre bosschen en heuvels in donker violet, waar hier breed uitgespreide, alleen staande dennen, of welige struiken oprijzen uit den bruinen grond, ginds het ernstig groen van het dichte dennenbosch boven het malsche, sappige loof van akkermaalschboschjes uitsteekt.’

Volgens de kaart gaat de ‘schapenallee’ door het bos verder, helemaal tot aan de Posbank bij Rheden. Helaas verhindert een dichte slagboom dat we langs deze aantrekkelijke route dit legendarische uitkijkpunt kunnen bereiken. We zullen dezelfde weg weer terug moeten om dan langs Dieren, Ellecom en Arnhem onze rondreis te voltooien.



Deze verhalenreeks is, in 1998 en '99, geschreven voor de Artishockberichten, het maandblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden ter plaatse kunnen inmiddels veranderd zijn.



Met dank aan: Juul van de Poll, bibliotheek Soest.


Tekening: Gerard Kuit


Foto's: De Stripman

Bronnen: Grote historische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1990; Grote topografische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1987; Ontdek de Veluwe - IVN in samenwerking met de VARA 1981; Handboek Natuurmonumenten 1996; Wandelingen door Nederland, Gelderland I, door J. Craandijk - Tjeenk Willink 1894; Lexicon dorpen en steden benelux - Prisma 1984; Atlas van de Nederlandse kastelen – Sijthof 1980; ENSIE – lexicon 1952, Gids voor Arnhem en omstreken – V.V.V. 1914.



Nationaal Park Veluwezoom op de site van Natuurmonumenten 




vrijdag 2 maart 2012

De veluwe 11 - Nog een keer het badhuis in Laag Soeren

Craandijk arriveert ’s avonds in Laag Soeren. Hij komt met de trein uit Dieren en maakt onderweg kennis met gasten van het hotel en het badhuis. Na een wandelingetje in het maanlicht merkt hij op dat ‘de ligging van het landgoed eenzaam is’ en dat je het moet treffen met het gezelschap: ‘We kunnen ons voorstellen, dat de een er vriendelijke herinneringen van meeneemt, terwijl een ander aan Laag-Soeren als aan een oord van ballingschap denkt.(...) Bij onze terugkomst verbeidt ons in de huiskamer een eenvoudig avondbrood, door de huiselijke slempketel opgeluisterd. En dan, niet te laat ter ruste.’

De dominee was immers niet gekomen om van een ziekte te herstellen, maar om fikse wandelingen in de omgeving te maken. Hij begint de volgende dag met een beschrijving van het hotel: ‘... een der eenvoudige, vierkante heerenhuizen...(...) ’t Heeft aan weerskanten van de voordeur twee ramen, vijf daarboven, een platte lijst en een blauw pannen dak met een paar schoorstenen op de hoeken. Ten genoegen der gasten is er een veranda aangebracht, en de muur is grijs gepleisterd. Ter versiering is niets gedaan, evenmin als daarbinnen. (...) De gansche inrichting heeft iets huiselijks en gezelligs, waarvan het onderling verkeer onwillekeurig den invloed moet ondervinden.’

Een oude ansichtkaart
De omgeving is mooi, met bospartijen met hoog en statig geboomte, een vriendelijk beekje en zelfs een watervalletje. Tussen de bomen door heeft hij uitzicht op de spoorweg en het Apeldoornskanaal, waar zo nu en dan een bootje passeert.*)

Alles ademt kalmte en vrede op den frisschen, stillen zomermorgen, terwijl het zonlicht tintelt op de blanken stammen, den donzigen grond met goudglanzen bestrooit, de bladeren van het weelderig onderhout doet blinken, tusschen de diepe, donkere schaduwen het heldere water van beek en vijverkom met vonkelende lichtsprankels overgiet.’ Achter het hotel zijn korenvelden waaruit ‘een steenen gedenknaald oprijst’.

Hij wandelt langs het badhuis ‘tegenover een ruim plein, waar heesters en bloemen en een fontein haar krachtige stralen omhoogzendt.’ Dat laatste is er nu niet meer. Ten tijde van zijn bezoek in 1887 was er al een vleugel ‘voor verschillende soorten baden’ aangebouwd. Ook was de eetzaal vergroot en een vestibule aangebouwd.


De dominee bezoekt het badhuis later die dag, hij bezichtigd ‘de ruime, fraaie eetzaal’ en vermeldt ook de ‘gezelschaps- en leeszalen voor dames en heeren afzonderlijk, en een billardkamer voor ’t gezellig verkeer. Voor de rust der kranken wordt de noodige zorg gedragen. Billard- of pianospel is na 10 uur ’s avonds niet meer geoorloofd en om 11 ure gaan de lichten in de gezelschapskamers uit.

Honden worden niet geduld, evenmin als andere huisdieren en er wordt zoveel mogelijk gewaakt, dat de kinderen de kalmte in huis niet verstoren. (...) Het ziet er alles frisch en vrolijk en vriendelijk uit, maar bouwstijl of versiering vereischen geen bijzondere vermelding om ongewone weelderigheid of kunstwaarde.’

Hij vermeldt ook de verschillende soorten baden die er genoten kunnen worden waarbij gebruik wordt gemaakt van het water dat de plaatselijke bronnen en sprengen leveren. ‘Van koud water, zooals oorspronkelijk in de bedoeling des stichters lag, wordt geenszins uitsluitend gebruik gemaakt.’

En hij bezoekt onder begeleiding van de geneesheer dr. D. Hulst de badruimten: ‘waar des morgens de waterstralen bruisen, de stoom dampt, de heete lucht tot een merkwaardige hooge temperatuur kan worden opgevoerd, voor sommigen “folterkamers der wetenschap”, maar toch ook plaatsen, waar genezing werd gevonden voor een lange treurige lijst van krankheden, die de kinderen dezer 19e eeuw meer dan een taaier en rustiger voorgeslacht schijnen te bezoeken.’


‘Soeria’ staat er nu in grote letters op de linkervleugel van de voormalige kliniek. Die kant is er later aangebouwd, tussen de twee wereldoorlogen, schat ik. Het oudere deel vormt nu met een aantal andere aanbouwsels de rechterhelft van het behoorlijk grote complex. Het is een aardig samenraapsel van stijlen, met elk hun eigen regelmatige verdeling van ramen en lijsten.

En het ligt er mooi en rustig tegen de bosrand. In de tuin knipt een hovenier de randen van de bloemperken bij en op een bordje staat het nog eens, die grappige verlatijnste naam: ‘Academia Soeria’. Wie weet wat voor een duister agnostisch, macrobiotisch of spiritistisch genootschap daar achter schuil gaat. **)

De omgeving zou zich prima lenen voor een griezelfilm. We wagen het niet om ons in de geheimen van deze academie te verdiepen. Voor er lieden met duistere motieven naar buiten zweven om ons te grijpen rijden we het smalle weggetje verder in, naar de bossen van het Nationaal Park de Veluwezoom.


*) De ijzeren brug over het kanaal is van 1868. Laag-Soeren heeft verder niet veel bouwkundige schatten te bieden. De kerk stamt uit 1935, er is en stel villa's van rond 1900 en een hulppostkantoor in chaletstijl uit 1876. Langs de Laag-Soerensebeek, door de mens gegraven en dus eigenlijk een spreng, staat een watermolen uit 1804.
Opmerkelijk is nog het rond 1850 door de heer Jut van Breukelerwaard opgerichte monument ter ere van dr. Priesznitz, even buiten het dorp. Het is een laag vierkant bouwsel met aan elke kant een nis onder een puntdakje. Uit het centrum ontspruit een hoge, achtkantige stenen spits. In de nissen stonden oorspronkelijk borstbeelden van Priesznitz, Oertel, Viek en Rausse, de grondleggers van de watertherapie.

**) Van 1980 tot 2000 bood het voormalig badhuis onderdak aan een opleidingscentrum voor Transcedente Meditatie TM. Deze Academia Soeria lijkt niet meer actief en is wellicht verhuisd naar het Limburgse Vlodrop. Zie ook dit blog 



Deze verhalenreeks is, in 1998 en '99, geschreven voor de Artishockberichten, het maandblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden ter plaatse kunnen inmiddels veranderd zijn.



Met dank aan: Juul van de Poll, bibliotheek Soest.

Bronnen: Grote historische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1990; Grote topografische atlas van Nederland - Wolters-Noordhof 1987; Ontdek de Veluwe - IVN in samenwerking met de VARA 1981; Handboek Natuurmonumenten 1996; Wandelingen door Nederland, Gelderland I, door J. Craandijk - Tjeenk Willink 1894; Lexicon dorpen en steden benelux - Prisma 1984; Atlas van de Nederlandse kastelen – Sijthof 1980; ENSIE – lexicon 1952, Gids voor Arnhem en omstreken – V.V.V. 1914.