Posts tonen met het label haven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label haven. Alle posts tonen

donderdag 24 december 2020

De Zuiderzee – 66 – Edam, het oude centrum


Langs de Grote Kerkstraat
staan leuke huizen met houten topgevels en ook het Protestants Weeshuis, dat dateert uit de 16e eeuw maar een 19e eeuwse gevel heeft. We passeren ook een voormalig winkelpand, met fraai versierde houten kozijnen. Twee deuren verder de firma Has V.O.F., meubelmakerij, meubelstoffeer-derij en houtdraaierij, achter een gevel met rondboog-vensters,.

De straat komt uit op het Damplein, tegenover het 18e eeuwse raadhuis en het postkantoor uit de 19e eeuw. Het lijkt alsof er een dam onder het plaveisel ligt, maar dat is de overkluizing van een deel van de oude haven. Hier zien we de eerste tekenen van toerisme, souvenirwinkeltjes zijn open en er zijn meer mensen op straat, die elkaar en zichzelf fotograferen met de oude geveltjes als achtergrond.


Edam is in de 13e eeuw ontstaan bij een dam in de Ye, of E, scheepsbouw, visserij en kaashandel brachten het stadje tot bloei. In 1357 kreeg het stadsrechten van Graaf Willem V, die daarmee hoopte medestanders te krijgen in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Kort daarna werd een nieuwe haven aangelegd.

Rond 1500 werd Edam voorzien van stadsmuren, in de 16e eeuw werden die voorzien van bastions. Alles, inclusief de zeven stadspoorten, werd in de 17e, 18e en 19e eeuw gesloopt. Nu resteren alleen nog straatnamen, zoals de Noorder- Wester en Zuidervesting, en de singels.

Stadhuis Edam
Er blijft gelukkig nog heel veel monumentaals en schilderachtigs over, zoals we zien als we op het Damplein staan. Op een hoekje is een muziekwinkel met een paar mooie gitaren in de etalage. Ik maak een foto van onze reflectie in het raam, met Fenders en Gibsons als decor.

Gerard gaat chocola kopen, ik wacht buiten voor de muziekwinkel. De meeste mensen vinden het niet beleefd om naar een persoon in een rolstoel te staren. Dat zorgt er voor dat je je als rolstoeler af en toe wat buitengesloten voelt. Alsof je onzichtbaar bent.

Speeltoren Edam

Pal voor mijn neus raken een toerist – uit het Midden-Oosten – en een racefietser met elkaar in gesprek. Ik ben onzichtbaar en luister dus ongemerkt mee. De buitenlander zegt als zeeduiker te werken en in Nederland een paar dagen de toeristische plekken te komen zien. Hij komt met de bus uit Amsterdam.

De fietser vertelt dat hij in een dorp in de buurt woont en een eigen bedrijf heeft. Hij zegt dat Edam 's avonds mooi verlicht wordt. De toerist besluit om de bus naar Volendam te nemen en dan later hier terug te komen.

Dat is ook de kant die wij opgaan, maar dan met onze eigen auto.








Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jacobus Craandijk - Wandelingen door Nederland 1887; Google maps; Wikipedia en andere websites


vrijdag 6 september 2019

De Zuiderzee - 60 - Ilpendam, twee kerken en een blaffende hond


Ilpendam is maar een klein eindje van Watergang verwijderd. Het dorp ligt ingeklemd tussen het Noordhollandschkanaal en de Purmerringvaart. Als we van de provinciale weg langs het kanaal komen, rijden we eerst voorbij een waterpartij, van boven gezien lijkt het een grote boemerang, die vroeger een haven was.



Het dorp is ontstaan op de plek waar in de 12e eeuw een dam gelegd werd in het riviertje de Dorre Ilp, vlak bij de plek waar dat uitstroomde in de Purmer. Die was toen natuurlijk nog een meer, de droogmakerij begon pas 500 jaar later.

We rijden over de met bomen omzoomde dorpsstraat het dorp in, met links het water van de haven, rechts stolpboerderijen en nog meer water. We stoppen even bij de Katholieke kerk, die niet enorm oud is, 19e eeuw, met eraan vastgebouwd een flinke pastorie.

Terwijl ik mijn camera sta scherp te stellen, ik probeer wat afstand van de kerk te nemen door een stukje een oprit in te lopen, begint er achter me ineens een hond te blaffen. Mooi beest een soort husky en hij staat achter een hek, dus ik hoef niet bang te zijn voor mijn broekspijpen. Maar het duurt wel even voor mijn hartslag weer gedaald is en mijn handen niet meer trillen en ik de kerk scherp in beeld kan krijgen.

Rechts naast de kerk staat een houten huis, met een bakstenen gevel. Helemaal in de nok is een gevelsteen met een gans die iets in zijn poot houdt. Daaronder de intrigerende tekst 'Bierschip'. Het enige dat ik erover kan vinden is dat het een rijksmonument is, uit de 19e eeuw stamt en dat die nok met gevelsteen een 'houten aedicula met pilasters en fronton' genoemd wordt. Het huis is, met het oog op overstromingen, gebouwd op een hoge plint.

We rijden verder, over de sfeervolle, maar op zondagochtend doodstille, dorpsstraat. Sommige huizen zijn er oud, soms met een houten gevel, andere zijn nieuw, een enkeling zelfs heel modern. We passeren het dorpshuis, dat halverwege de vorige eeuw lijkt te zijn opgetrokken, voor we weer even stilhouden, nu bij de Hervormde kerk.

De toren ziet er niet erg oud uit, die dateert uit de 19e eeuw, maar de kerk zelf is 17e eeuws en is de vervanger van een middeleeuws exemplaar, dat in 1640 afbrandde. Ik ga op de parkeerplaats, naast de kerk, even zitten, op een ronde bank, die om een fantasievol gesnoeide wilgenboom heen staat. Gerard loopt ondertussen wat rond en maakt foto's.

De bloesembomen, die tussen de kerk en de parkeerplaats zijn geplant, staan vol roze en witte bloemetjes. Er vliegt een buizerd, heel langzaam, tegen de wind in, over de torenspits. Langs de stoeprand ligt een eenzame, verloren, handschoen. Nog even en ik word poëtisch.

Voor we weer in de auto stappen valt ons oog op een modern gebouw, de vormgeving heeft iets van een Griekse tempel, maar dan van baksteen en hout, met horizontale lamellen aan de buitenkant voor de ramen. Boven de ingang hangt een bord: 'Bromet Filmschool Welkom Filmmakers'. Is dat van Frans Bromet ?

Later lees ik bij Wikipedia dat Frans inderdaad in Ilpendam woont. In het lijstje van bekende inwoners en mensen die er geboren zijn valt me verder alleen de naam van Annette Gerritsen op, de schaatster.

Wij rijden ondertussen, over een kaarsrechte weg, de Purmer in, op weg naar Purmerend.  






Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Google maps; Wikipedia en andere websites


vrijdag 2 augustus 2019

De Zuiderzee – 58 – Broek in Waterland, in de voetsporen van keizers


In Waterland hoef je niet ver te rijden om van het ene naar het andere leuke plaatsje te komen. Neem vanaf Monnickendam de provinciale weg, N 247, en je bent in een paar minuten in Broek In Waterland. Als je niet oppast ben je er ook zo weer voorbij, zonder iets van het schilderachtige dorp gezien te hebben, want die doorgaande weg passeert de dorpskern op enige afstand.



Als je tijdig afslaat kom je eerst door een nieuwbouwwijk, die gebouwd is vlakbij het oude havenrak, waar ooit de vissersboten aanmeerden. Van die oude nijverheid is nu niets meer terug te vinden, Broek ligt inmiddels kilometers landinwaarts, omgeven door inpolderingen. Wel staan hier aardige houten huisjes, vaak grijs-wit, of in pasteltinten geschilderd.

Daar voorbij kom je vanzelf op het kerkplein, waar lindeboompjes rond een bakstenen kerk staan. Die kerk is niet oeroud, grotendeels 17e en 18e eeuws, maar hij heeft een leuke, slanke toren met een houten lantaarn en spits. Gerard parkeert de auto een klein eindje verderop en we stappen uit om wat foto's te maken.

Zoals alle dorpen en stadjes, op deze zondagochtend, is ook Broek In Waterland uitgestorven. Het lijkt alsof er geen kerkdienst gaande is, of anders wordt die niet druk bezocht. Een enkele wandelaar, met hond, loopt voorbij.

Via Google Maps kun je een kijkje nemen in de kerk, zonder de eventuele kerkgangers te storen. Het interieur is eenvoudig en wit, met houten kerkbanken en stoelen, een grote, donkere preekstoel, onder een crêmewit geschilderd houten tongewelf, dat spaarzaam versierd is met blauwe bloemmotieven.

Vlak naast de kerk is een draaibrug over Het Dee, een watertje dat naar het bredere Havenrak loopt. Op ingemetselde stenen worden de bouw, de herbouw en de renovatie van de brug herdacht. Op een stenen paal is het niveau van een overstroming in 1825 te zien. Dichter bij de kerkmuur is een marmeren kunstwerk in het plaveisel aangebracht, waarvan de vorm het midden houdt tussen een bloem en een ronde schelp.

Direct over de brug valt een bakstenen huis, met een lichtgrijs geschilderde houten klokgevel op. Een hardstenen trap leidt naar de voordeur. Boven die deur is een wapenschildje met een zwaan aangebracht. Die zwaan komt ook voor in het wapen van het dorp. Een eindje verderop staat, aan het water, een houten theepaviljoentje.

Bijna alle huizen rond de kerk zijn beschermde monumenten en ook het dorpsgezicht is beschermd. Wikipedia schrijft dat Broek In Waterland in vroeger tijden al een bezienswaardigheid was. In 1781 bracht de Habsburgse vorst Jozef II, die van 1765 tot '90 keizer was van het Heilige Roomse Rijk, een bezoek aan Broek. Hij was toen heerser over een groot deel van de Zuidelijke Nederlanden en het huidige Vlaanderen.

In 1811 kwam Napoleon het dorp bekijken. Die was op dat moment Keizer van Frankrijk en koning van Italië. Van 1806 tot 1810 was zijn broer Lodewijk koning van Holland. In 1810 moest Lodewijk, op last van zijn broer, aftreden en werd het koninkrijk Holland geannexeerd door Frankrijk.

Gerard en ik stappen weer in de auto en gaan op huis aan, mijmerend over vervlogen tijden.


NB: Dit verhaal is geschreven in 2018. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Google maps; Wikipedia en andere websites





vrijdag 14 december 2018

De Zuiderzee – 50 – Het kerkplein van Vollenhove


De meeste mensen zullen bij Vollenhove denken aan Pieter van, maar het is ook een alleraardigst stadje aan de voormalige Zuiderzeekust. Gelukkig heeft men, bij de aanleg van de Noordoostpolder, hier een wat breder stuk water gepland, zodat je er ook een mooi zicht op hebt. 



De haven ligt nu vol met plezierjachten, maar Vollenhove was vroeger een vissersplaats. Jac. P. Thijsse noemt in zijn boek 'Langs de Zuiderzee' de garnalenpellerij en de ansjovispakkerij. Maar toen naderde het einde al, zoals voor alle vissersplaatsjes langs de Zuiderzee.

Het stadje wordt in de 10e eeuw voor het eerst genoemd. Een eeuw later werd er een versterkt huis gebouwd, waar nog wat later een kerkje naast verrees. In 1170 werd die eerste versterking door Bisschop Godfried van Rhenen vervangen door een echt kasteel, met gracht. Dat is nog te herkennen in de oude vissershaven, met middenin het eiland waar de burcht ooit op stond.

Rond het kasteel bouwden de belangrijkste personen uit de entourage van de bisschop, de borgmannen, hun huizen. Daaruit ontwikkelden zich in de 17e eeuw 13 havezaten, een aantal daarvan zijn nu nog in Vollenhove terug te vinden.

Na de ontruiming van Schokland vestigde een aantal Schokkers zich in de ruïnes van het kasteel. Gaandeweg werd de haven vergroot. De laatste resten van de burcht en de door de Schokkers gebouwde huisjes, werden in 1955 gesloopt.

Als wij er aankomen hebben we de pech dat een van de straten in het centrum opgebroken is. We werpen een blik op de Grote- of St. Nicolaaskerk, die waarschijnlijk de opvolger is van het oudste kerkje uit 1100. De zware 16e eeuwse toren staat los van de kerk en is vastgebouwd aan het opvallende stadhuis. Dat heeft een gevel met lichte en donkere banden, een galerij met zuilen en een uitgebouwd balkon.

Aan de rechterkant van het stadhuis staat de woning van de stadsbode, die sinds halverwege de 19e eeuw in gebruik is als herberg en later hotel-restaurant. Het stadhuis heeft sinds enige tijd ook een horecafunctie.

Een andere opvallende gevel aan het kerkplein is die van de Latijnse school. Het is een 17e eeuws pand waarvan de straatkant versierd is met zandstenen speklagen, ornamenten en bogen boven de kruisvensters. Het is later gebruikt als Franse school en kostschool. In een aanbouw aan de rechterkant zijn twee brede deuren met ronde bovenkant, voor één daarvan staan aan weerszijden rijk bewerkte stoepstenen uit de 17e eeuw. Volgens een klein uithangbordje wordt er antiek verkocht.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2017, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: Dr. L. van Egeraat – Het Onbekende Nederland 196?; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Google maps; Wikipedia en andere websites

Een website met bijzonder veel informatie over Vollenhove, zijn geschiedenis en monumenten is: www.henkvanheerde.nl/vollenhove





dinsdag 13 november 2018

De Zuiderzee – 45 – Urk, de haven en de vuurtoren


Achter de huizen zien we scheepsmasten en even later lopen we langs de haven van Urk. Die is voornamelijk gevuld met plezierbootjes. Even verderop is een stuk bestemd voor historische vaartuigen, botters en kotters, zeg ik als leek.


Historische haven Urk
Urk is nog steeds een centrum voor visserij en visverwerking, maar de moderne viskotters leggen er niet meer aan. Door de aanleg van de afsluitdijk, waardoor de Zuiderzee veranderde in het zoete IJsselmeer, is er voor de zeevisser hier niets meer te vangen.

Dat de visserij nog steeds van groot belang is komt doordat de Urkers niet betrokken werden bij de aanleg van de Noordoostpolder. Door de beleidsmakers werden ze als ongeschikt beschouwd voor de bevolking van het nieuwe land. Het vooroordeel was dat, door de langdurige isolatie, op het eiland een achterlijk volkje was ontstaan.

De gevolgen waren ietwat bizar. Voor de aanleg van de polder werd, in 1939, eerst een ringdijk aangelegd, waardoor het eiland een verbinding met het vaste land kreeg. Het heeft vervolgens bijna tien jaar geduurd voor er ook een weg kwam, waarover de eilanders naar dat land konden rijden. En toen het land in de nieuwe polder verdeeld werd, werden de Urkers vrijwel geheel overgeslagen.

Bankje van boeien en scheepsonderdelen
Dus bleef Urk een vissersplaats, met volgens Wikipedia, '...de grootste vissersvloot en visverwerkende industrie van Nederland.' Maar die vissersvloot vaart nu dus vanuit havens aan de Noordzee en de Waddenzee. Aan de haven van Urk zien we wel restaurants waar je vis kunt eten, een paar kleine scheepswerven en een bankje geconstrueerd van boeien en scheepsonderdelen.

Aan het uiteinde staat de vuurtoren. In de 17e eeuw werd er op het eiland een vuur gestookt, om de schepen de weg te wijzen. In de 19e eeuw werd de eerste stenen vuurbaak gebouwd en uiteindelijk, in 1844, de huidige bakstenen toren.

De witgeschilderde vuurtoren staat te blinken in de zon. Als wij er foto's staan te nemen komen er twee oudere mannen langs, die in onverstaanbaar dialect met elkaar praten. Oude vissers, natuurlijk.

Vlakbij de toren is het vissersmonument. Op een sokkel staat een stenen beeld, dat een vissersvrouw voorstelt, de rokken wapperend in de wind, uitkijkend over zee. Daar omheen een lage muur met namen van omgekomen vissers. Het zijn er honderden. Het monument werd in 1968 onthuld door koningin Juliana.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2016, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


donderdag 18 januari 2018

De Zuiderzee – 23 – Nijkerk, de waag, de haven en het stadhuis



Schuin tegenover het café aan het plein, waar we koffie dronken, staat een bronzen beeldje van twee mannen en drie koeien. Na een kleine speurtocht op internet kom ik er later achter dat het symbool staat voor 'boerenmaandag', een jaarlijks evenement met een veekeuring, oude ambachten, markt en andere attracties.

Direct achter het beeldengroepje ontspringt een grachtje. Wij wandelen aan de rechterkant verder en komen al na een meter of 10 langs een metalen voetgangersbrug, die hier een beetje ten overvloede is neergelegd. De voetgangers hadden immers ook, bij het veemarktbeeldje, de linkerkant van de gracht kunnen kiezen.

Aan de overkant staat het waaggebouw, op de luifel op nostalgische wijze 'De Waegh' genoemd. Het is in 1904 gebouwd, toen er klaarblijkelijk nog zoveel handelswaar aangeboden werd, dat het de moeite waard leek om in een nieuw pand te investeren. Sinds er geen balen tabak meer gewogen worden is er, onder meer, een restaurant in gevestigd.

Wij wandelen verder langs het grachtje en komen zo bij de haven. Er liggen een paar binnenvaartschepen, er staan moderne bedrijfspanden en een silo, waarop met grote letters de naam van het water is aangebracht: Arkervaart.

Maar aan de stadskant staat ook een oud pakhuis, een aardig restaurant en het 18e eeuwse stadhuis. Dat laat maar weer zien dat die haven en de handel die er gedreven werd, een belangrijke plaats innam in Nijkerk.

Het voorste deel van het stadhuis werd in 1743 gebouwd als woonhuis, maar al snel door de stad aangekocht, om te dienen als herberg en woning voor de havenmeester. In 1772 kwam een uitbreiding tot stand waarin het Amptsbestuur en het Landgerecht zetelden.

Sinds 1811 is het gebouw in gebruik als stadhuis. De huidige ingang is in een moderne aanbouw aan de linkerkant. Voor de deur van het oude gedeelte wordt de rode loper uitgelegd. Vermoedelijk niet voor ons, maar misschien verwachten ze later nog hoger bezoek, of een trouwerij ?

We maken wat foto's en wandelen daarna weer terug de stad in, langs de kerk en naar het rustige straatje waar de auto geparkeerd staat. De volgende etappe gaat naar Harderwijk...

Ps: De volgende Boerenmaandag is op 16 april 2018. Zie www.boerenmaandag.nl


NB: Dit verhaal is geschreven in 2013, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006; Google maps en Wikipedia.


woensdag 28 oktober 2015

De Zuiderzee 14 – Eemnes, langs drie kerken en een klooster...

Kerk van Eemnes-Binnen
Op een grillige april-morgen rijden Gerard en ik de Wakkerendijk op. Nog geen 10 minuten van huis parkeren we de auto bij het kerkje van Eemnes–Binnen. Dat ligt heel schilderachtig op een terpje dat uitsteekt in de polder. Zo te zien wordt het niet meer gebruikt, behalve dan het grindveld er omheen, als hondenuitlaatplaats.

Officieel heet dit kerkje de Pieterskerk, maar in de volksmond staat het bekend als 'het dikke torentje'. Boven de deur, onderaan de toren, is een groot raam met bovenaan de spitsboog een sluitsteen met het gemeentewapen. Op het eerste gezicht lijken er drie ridders op te staan, maar het gaat om 3 bisschoppen. Dit om het verbond met de bisschop van Utrecht te eren.



Kerk van Eemnes-Buiten


Sluitsteen met gemeentewapen
De dijk, het oude kerkje, de monumentale boerderijen, het ziet er allemaal uit alsof het er al eeuwen, onveranderd ligt. Maar Thijsse en Craandijk, de wandelaars van honderd jaar geleden, zouden vreemd opkijken van de hudige aanblik. In hun tijd liep de weg niet over de dijk, maar er achter, dus links als je van Baarn komt.

Om het voor de boeren makkelijker te maken, om hun koeien naar de polder te brengen, waren er doorgangen in de dijk, de zogenaamde mennegaten. Craandijk omschrijft het zo: '...talrijk zijn de breede insnijdingen, in den dijk gemaakt, om toegang tot de weiden en akkers te geven. De zijden dier doorgangen zijn met hout beschoten, en als het water dreigt, worden zij met de vloedplank gesloten.' De huidige asfaltweg is pas in de 20ste eeuw aangelegd.



St Nicolaaskerk
Onze volgende stop is bij de st. Nicolaaskerk. Er is hier, tussen de twee hervormde kerken aan de Wakkerendijk, een cluster van Rooms-katholieke bouwwerken. Een pastorie, een klooster, een school en een kerk. Het dateert allemaal uit de 19e en begin 20ste eeuw, toen de katholieken het in ons land weer wat makkelijker kregen.

Een klein stukje verder ligt de kerk van Eemnes-Buiten, een eindje van de dijk af, aan het eind van een straatje met oude huisjes. We wandelen er even rond, om wat foto's te maken, maar haasten ons terug naar de auto als er een regenbui losbarst.

Dit is het oudste deel van het dorp, de kerk is in de 15e eeuw gebouwd, de toren aan het begin van de 16e eeuw. De boerderijen dateren van de 17e eeuw en later.



'In het midden der 14de eeuw ontving de plaats, van bisschop Jan van Arkel, stedelijke regten', schrijft Craandijk, 'maar muren en poorten heeft zij nooit bezeten. Haar groote lengte bij zeer geringe breedte maakte den aanleg van wallen nagenoeg ondoenlijk, en de lage, gebroken landen, waarvan zij omringd was, gaven haar een geduchte natuurlijke sterkte.'

We rijden verder de dijk af, langs het gemeentehuis. Dat is een aardig, maar niet echt indrukwekkend gebouw uit 1880. Er is momenteel een horecagelegenheid in gevestigd.



Eemnes heeft lange tijd een haventje gehad, aan de Wakkerendijk, tegenover het Gemeentehuis. Het is in de 16e eeuw aangelegd, nadat de Eemnesservaart gegraven was, die het dorp met de Eem verbindt. Het café tegenover het Gemeentehuis heet nog steeds 'Schippers welvaren'. Het haventje is, in de jaren '30 van de vorige eeuw, gedempt. Op de website van de Historische Kring Eemnes is een maquette te zien.

De doorgaande weg buigt hier naar links, van de dijk af, naar het moderne centrum van het dorp. Wij rijden rechtdoor. We willen de hele dijk afrijden en zo dicht mogelijk bij de Zuiderzee zien te komen.  



NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.





Mooi oude foto's en veel historische wetenswaardigheden op de website van de Historische Kring Eemnes 

Zoals de maquette van de haven

Zie op Wikipedia: Flevomeer  – Almere  – Zuiderzee  en Eemnes 



zaterdag 23 juni 2012

De Zuiderzee deel 11 – Het oude dorpscentrum van Huizen



Huizen profileert zich als de haven van het Gooi, lees ik op de website van de gemeente. Maar zoals we gezien hebben zijn een aantal van de historische panden eigenlijk reconstructies van wat er ooit geweest is.

De haven was, zeker in de 19e eeuw, wel belangrijk voor het dorp en omgeving. Ruim 100 vissersscheepjes bevoeren toen vanuit Huizen de Zuiderzee. Met de aanleg van de afsluitdijk was dat grotendeels afgelopen.


Gerard en ik vinden bij een oude visrokerij, ooit in het bezit van de familie Regtdoorzee, een terras waar koffie geschonken wordt. Dat pand is nog wel origineel, alleen de veranda, waar het gezellig druk is, is er later aangebouwd.
Na de koffie rijden we naar het oude dorpscentrum, dat een stukje verder landinwaarts ligt. Op het tussenliggende terrein is moderne industrie gevestigd.


Restaurant de Haven van Huizen
Huizen is waarschijnlijk in de 10e eeuw ontstaan, als agrarische nederzetting. Het dankt zijn naam waarschijnlijk aan de eerste stenen huizen van het Gooi, die naar men zegt hier gebouwd werden. Het boerenbedrijf bleef lange tijd de belangrijkste bron van inkomsten. Aan de plattegrond van het dorp is dat nog goed te zien.

Rondom de, op een verhoging gebouwde, kerk zijn de boerderijtjes ogenschijnlijk willekeurig neergezet, op onregelmatig gevormde kavels. De oude kerk, nu hervormd, maar ooit gewijd aan st. Thomas, dateert in aanleg uit de 15e eeuw. Maar in later eeuwen is er flink aan verbouwd. Hij staat er schilderachtig bij op een druppelvormig kerkhof. In de punt, voor de toren staan hoge bomen.


Eerste steen van het Restaurant
Tegenover de kerk staat de voormalige pastorie, een indrukwekkend, 19e eeuws gebouw, met wit gepleisterde dak- en hoeklijsten. Een stukje verder naar rechts wordt de aandacht getrokken door een nog groter pand. Ook gebouwd in de 19e eeuw, met een gevel van rode baksteen, versierd met speklagen en een opvallende beeldengroep boven de ingang.

Dit is het Oranje Weeshuis en de beelden stellen twee wezen voor, aan weerszijden van een tafel waarop een bijbel ligt. Ze zijn van gietijzer, maar wit geschilderd. Het weeshuis werd in 1869 gesticht en bekostigd uit gelden die overgeschoten waren uit een inzameling, naar aanleiding van de watersnoodramp in de Bommelerwaard in 1861.

In januari van dat jaar begeeft de dijk bij Brakel het. De hele Bommelerwaard overstroomt. De stad Zaltbommel blijft wel droog en vormt een toevluchtsoord voor de van huis en haard verdreven bevolking. Koning Willem III bezoekt het getroffen gebied en zet zich in voor de slachtoffers.

Hij schrijft onder meer een prijsvraag uit om vluchtheuvels te ontwerpen, als wijkplaats bij eventuele toekomstige rampen. In 1864 zijn drie heuvels klaar, in de dorpen Kerkwijk, Bruchem en Delwijnen. Ze zijn nadien nooit echt nodig geweest omdat de ramp van 1861, tot nu toe, de laatste overstroming is geweest.

De Utrechtse lekentheoloog en archiefklerk, Jean Louis Bernardi, was betrokken bij de huis-aan-huis collecte voor de overstromingsslachtoffers. Hij nam later het initiatief tot de bouw van het weeshuis in Huizen. De bijbel van de beeldengroep boven de ingang, stelt de 'Watersnoodbijbel' voor, die in 1862 aan de koning werd aangeboden.

Het pand, dat inmiddels omarmd wordt door latere nieuwbouw, is tot een paar jaar geleden, als jeugdinstelling, gebruikt. Tegenwoordig is er een advies- en trainingsbureau in gevestigd.




Dit verhaal is geschreven in 2011 en is eerder verschenen in de Artishock Berichten, het maandblad van Vereniging Artishock in Soest. Het kan zijn dat inmiddels de situatie ter plaatse gewijzigd is.


Tekening: Gerard Kuit


Foto's: Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.


Zie ook: www.tgooi.info en www.streekarchiefbommelerwaard.nl


Op Google Maps: Huizen


zaterdag 16 juni 2012

De Zuiderzee deel 10 – Naar de haven van Huizen



'De zee, de zee ! Welk Hollandsch hart klopt niet van geestdrift en verrukking, als het oog de zee aanschouwt !' Zo jubelt prof. J.A. De Rijk, in zijn 'Wandelingen door Gooi- en Eemland', als hij beschrijft hoe hij, aan het begin van de 20ste eeuw, aan de oever van de Zuiderzee staat.

Wij hebben het water, van wat nu het Gooimeer heet, niet meer gezien sinds Muiderberg. En ook op weg van Oud-Valkeveen naar Huizen zullen we er niets van te zien krijgen. Wat moet het aan die kust rustig zijn !




Maar we beklagen ons niet, hoor. Wij rijden heel prettig, over een lommerrijke weg, door een iets golvend landschap. Dit is de rand van de Utrechtse heuvelrug. Wat verder naar het oosten begint de Gelderse vallei. De hoogteverschillen zijn veroorzaakt door enorme gletsjers die hier, in de ijstijden, geulen en heuvels gevormd hebben.

Voor onze prehistorische voorvaderen waren de hogere gronden al van belang voor de landbouw. Langs de kust van het Flevomeer en later de Zuiderzee werd ongetwijfeld ook gevist. Huizen combineert beide en wordt wel de vissersplaats op de hei genoemd.

Ik kende het eigenlijk alleen van de nieuwbouwwijk, die er aan het Gooimeer is gebouwd. Architecturaal niet erg opwindende flats, maar wel met een prachtig uitzicht. Ik ben er wel eens op visite geweest.


Menukaart van een restaurant aan de haven...
Aanvankelijk was Huizen een agrarisch dorp, omringd door 'engen', zoals de essen in het Gooi worden genoemd. Toen halverwege de 17e eeuw de haven van Naarden, door aanleg van de vesting, afgesloten werd, nam het belang van Huizen als vissersplaats toe.

Toch werd er pas in 1854 een echte haven aangelegd. Voor die tijd zullen de vissers hun bootjes op het strand hebben geland. Sinds de 19e eeuw deed men rond Huizen ook aan zandwinning. De molenberg werd zelfs geheel afgegraven. De korenmolen die er op stond, is in 1917 verhuisd naar het Openluchtmuseum in Arnhem.

Gerard en ik navigeren, door het moderne industrieterrein, naar de oude haven. Ook hier is het nodige aan nieuwbouw gepleegd. Maar toch kunnen we parkeren, aan de havenstraat, tussen overblijfselen van oude nijverheid, een voormalige botterwerf en een kalkoven die omgebouwd is tot restaurant.


Op de werf worden oude zeilschepen gerepareerd en onderhouden. Het pand oogt authentiek, maar is eigenlijk splinternieuw. De laatste oorspronkelijke werf van Huizen sloot zijn deuren in 1967. In de jaren '90 ontstonden er plannen om het oude ambacht nieuw leven in te blazen. Uiteindelijk kon in 2008 begonnen worden met de bouw van een nieuwe werf, naar oud voorbeeld. In hetzelfde pand is een ambachtelijke smederij gevestigd.

Voor de kalkoven geldt een soortgelijk verhaal. De pijpen van de voormalige ovens steken fier de lucht in en het complex ligt er mooi bij, aan het water. Oorspronkelijk werd het in 1918 – '20 gebouwd door de gebroeders Vos om er kalk uit schelpen te branden.

Maar die kalkoven sloot in 1975 en werd in 1989 gesloopt. In 1995 besloot men om een deel toch weer, met oud materiaal, op te bouwen en in te richten als horeca-gelegenheid. Helaas voor ons is het restaurant niet open. We zullen ergens anders op zoek moeten naar een kop koffie...




Dit verhaal is geschreven in 2011 en is eerder verschenen in de Artishock Berichten, het maandblad van Vereniging Artishock in Soest. Het kan zijn dat inmiddels de situatie ter plaatse gewijzigd is.


Tekening: Gerard Kuit


Foto: Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.


Op Google Maps: Huizen



woensdag 30 mei 2012

De Zuiderzee deel 8 – Naarden, kerk, stadhuis, haven en Jan Comenius


Van de Utrechtse poort naar het stadhuis is maar een kippeneindje. Toch ga ik, op het kleine pleintje tussen stadhuis en kerk, even op een bankje zitten, terwijl Gerard om de kerk heen loopt om foto's te maken.

Voor me staat het standbeeld van Jan Comenius, een bebaarde man met een keppeltje op en een lang gewaad aan. Hij houdt z'n handen voor zich, alsof hij iets aan het uitleggen is. Passend want Comenius was een belangrijke onderwijs-hervormer.

Hij werd, in 1592, geboren in Moravië en stierf, in 1670, in Amsterdam. Hij werd begraven in de toenmalige Waalsche kerk in Naarden. 'Waarom dat geschiedde weet niemand', schrijft prof. de Rijk, 'hij had nimmer in Naarden gewoond.'

In 1929 werd de vloer van de kerk opengebroken in een poging om het graf van Comenius te vinden. Hoewel men zeker was van de plaats vond men drie verschillende stoffelijke overschotten. In de jaren '30 is zijn begraafplaats omgevormd tot Comeniuskapel. Vlak daarbij is ook het Comeniusmuseum gevestigd.

Jac. Thijsse, zelf onderwijzer, schrijft: '...den man, die tweehonderd jaar geleden precies verteld heeft, hoe men kinderen het best kan onderwijzen en we doen het nog steeds anders. Zoo is de wereld...'.



Vanaf mijn bankje heb ik een goed zicht op de indrukwekkende gevel van het stadhuis. Twee rijk versierde trapgevels, de een wat hoger en breder dan de andere, kleurige gebeeldhouwde maskers, spreuken, kruisvensters met luiken, een ingang met een zandstenen omlijsting, beeldjes en een eigenlijk tamelijk bescheiden trap. En ook nog een klein klokkentorentje op het dak.

Het gebouw dateert uit het begin van de 17e eeuw en is gerestaureerd in 1936. Het interieur moet ook fraai zijn, maar daar hebben we vandaag geen tijd en gelegenheid voor. Met het, 300 jaar jongere, in traditionele stijl uitgevoerde politiebureau, op de straathoek ernaast en de fraaie middeleeuwse St. Vituskerk, vormt het een sfeervol stadscentrum.

Professor de Rijk schrijft: 'Naarden is niet groot, maar gij zult moeten erkennen, dat het er hier zoo vriendelijk en uitlokkend uitziet, als eene kleine stad maar doen kan.'

De professor gaat zich, in 1905, verpozen in herberg 'Het vliegend hert', aan de andere kant van de kerk, in de Cattenhagestraat. Daar is nog steeds een restaurant gevestigd, maar dat is op zondagochtend nog niet open. We wandelen dus weer terug naar de auto.




Even later rijden we weer langs het stadhuis, de Marktstraat door, naar de andere kant van de vesting. Daar zijn de oude en de nieuwe haven. Echte havens kun je het nauwelijks noemen, want ze liggen binnen de vestingwallen en grote schepen kunnen er dus niet komen.

Maar we kijken er even rond, beklimmen de vestingwallen en proberen, in de verte, achter de snelweg A1, een glimp te zien van de Zuiderzee...




Meer info over de opmerkelijke geschiedenis rondom het graf van Comenius vind je op de website van de Comenius-stichting www.comenius-naarden.nl





Dit verhaal is geschreven in 2011 en is eerder verschenen in de Artishock Berichten, het maandblad van Vereniging Artishock in Soest. Het kan zijn dat inmiddels de situatie ter plaatse gewijzigd is.


Tekening: Gerard Kuit


Foto's: Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.

Zie op Wikipedia:  Naarden


Op Google Maps: Naarden

Website gemeente Bussum www.bussum.nl