vrijdag 26 februari 2016

De Zuiderzee – 21 – Oldenaller, Salentein en Berencamp


Vanaf het Puttergemaal volgen we de Arlersteeg. Eerst door het open polderlandschap, maar als we het bruggetje over de A28 over zijn wordt de omgeving kleinschaliger. De boerderijen zijn hier ouder, de bomen hoger en talrijker.



Via de Waterweg, een gewone geasfalteerde weg, geen waterloop dus, bereiken we de provinciale weg van Nijkerk naar Putten, de N798. Rechts van ons is het begin van een voorname oprijlaan, met een dubbele rij eiken er langs en twee bakstenen pilaren met de naam van het bijbehorende landgoed erop: Oldenaller.

De Oldenaller-allee komt niet recht op de voorgevel van het landhuis uit, om daar zicht op te krijgen moeten we een stukje de provinciale weg op. Tussen de bomen van het park zien we het opvallende torentje uitsteken. Oldenaller dateert uit de 17e eeuw en zou ontworpen zijn door Jacob van Campen. De toren en het Engelse landschapspark zijn in de 19e eeuw toegevoegd door Zocher.

Momenteel wordt Oldenaller beheerd door Natuurmonumenten. In het kasteelbos broedt een flinke kolonie blauwe reigers, verder vind je er heide, hakhoutbosjes en door houtwallen omzoomde landbouwgronden. Het landgoed strekt zich uit ter weerszijden van de N798 en aan de overkant heeft Natuurmonumenten, in een oude schaapskooi, een rust- en informatiepunt ingericht.

We rijden verder richting Nijkerk. In een bocht van de provinciale weg, vlak buiten het stadje, ligt landgoed Salentein. Als je vanaf de andere kant komt zie je het witte gebouw, met zijn twee ronde hoektorens en romantische waterpartij, al van verre liggen.

Wij krijgen eerst de iets minder spectaculaire achterkant te zien. Daar zijn wel de oudste gedeelten van het complex te vinden, die uit de 18e eeuw dateren. De symmetrische voorgevel, met de twee torens, stamt uit 1906. In het hoofdgebouw en koetshuis zijn restaurants gevestigd en worden zalen verhuurd. We rijden even de brug over om een paar foto's te maken.

Aan de overkant van de provinciale weg staat in het weiland een achtkantige, gemetselde duiventoren. Het neogotische gebouwtje is daar in de 19e eeuw neergezet en hoort bij het landhuis de Berencamp. Dat kun je, wat verder naar rechts, tussen de bomen door zien.

Het huis is in aanleg 15e eeuws. Het hoorde lange tijd bij landgoed Salentein en werd toen gebruikt als boerderij. Eind jaren '70 van de vorige eeuw besloten de erfgenamen om Salentein te verkopen en op de Berencamp te gaan wonen. Dat werd daarna grondig gerestaureerd.

We stappen weer in de auto en rijden verder, naar Nijkerk.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2013, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006; Google maps en Wikipedia.


vrijdag 12 februari 2016

De zuiderzee – 20 – Het Sluishuis en het Puttergemaal

Terwijl we staan te wachten, voor de open brug bij de Arkersluis, stapt Gerard uit om een paar foto's te maken. De brug en de sluis zijn aardig om te zien, maar de meeste aandacht wordt getrokken door een oud pand met een rood pannendak. Toen we er op de heenweg langs reden vroegen we ons al af wat het was, of geweest kon zijn.

Het heeft maar één verdieping met een symmetrische indeling, een centrale deur met aan elke kant twee ouderwetse ramen met luiken. Boven de deur prijkt een kleurig wapenschild, met een leeuw die een sabel vasthoudt en de tekst 'Het Ampt van Neijkerk'.


Sluishuis, gefotografeerd door de ruit van de auto...
We vragen ons af of het misschien een oude herberg geweest kan zijn, maar thuis kom ik er achter dat het de voormalige sluiswachterswoning is. Het zogenaamde 'sluishuis' stamt uit de 18e eeuw en ziet er best riant uit.

Als de brug weer naar beneden is rijden we verder, het kruispunt over, langs de oude zeedijk. Eindelijk pal langs de kust ! Van het water zien we maar een glimp, over de dijk heen, maar aan de andere kant is het uitzicht zeer wijds. De polder vormt een enorme geelgroene vlakte. Lang kunnen we er niet van genieten. Na een paar minuten doemt, rechts van de dijk, de schoorsteen van het Puttergemaal al op.

Hier geen drukke activiteit van vrijwilligers, maar volstrekte rust. Een schuur, waarvan de deur open staat, een rode, bakstenen schoorsteen, het donkere gebouwtje waar de stoommachine in huist, een eenvoudig scheprad en de witgeschilderde machinistenwoning. We kijken er op ons gemak even rond, maar zien niemand.

Het gemaal is een stuk kleiner dan 'Hertog Reinout', het Nijkerker gemaal dat we eerder bezochten, maar stamt uit dezelfde tijd en heeft ongeveer dezelfde geschiedenis. In gebruik genomen in 1886, hield het tot 1971 de polder droog. In 2000 is men met de restauratie begonnen en vanaf 2006 is het weer, een aantal dagen per jaar, werkend te bewonderen.

In het water achter het gemaal zwemt een grote groep eenden, voornamelijk smienten, vogels die in ons land overwinteren. Wij rijden weer verder, landinwaarts nu, met een omweg weer terug naar Nijkerk.



Interieur van het Putter Stoomgemaal
gefotografeerd door een raam, vandaar de spiegeling...
NB: Dit verhaal is geschreven in 2013, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006; Google maps en Wikipedia.

Voor de 'maaldagen' van het Putter stoomgemaal kun je terecht op de website:

Het Putter stoomgemaal tussen Nijkerk en Putten

Bezoekerscentrum Arkemheen


vrijdag 8 januari 2016

De Zuiderzee – 19 – Polder Arkemheen en stoomgemaal Hertog Reinout

We reizen langs de oevers van de oude Zuiderzee, maar zoals al eerder is opgemerkt, er zijn niet veel mogelijkheden om direct langs het water te rijden. Tussen Bunschoten en Nijkerk loopt wel een weg over de dijk, maar die is voor een groot deel afgesloten voor autoverkeer. Als ik nog grote afstanden zou kunnen fietsen, dan had het wel gekund en was het stoomgemaal Hertog Reinout, ten westen van Nijkerk, onze eerstvolgende stop geweest.

Nu rijden we, op een frisse donderdagochtend in maart, noodgedwongen wat verder landinwaarts, over de Nijkerkerweg, die een stukje verder de Bunschoterweg heet, dwars door de polder Arkemheen. Vlak buiten Bunschoten kruisen we de Laak, een beek die al rond 1200 gekanaliseerd werd, maar die nog altijd de grens vormt tussen de provincies Utrecht en Gelderland.

De Arkemheenpolder ligt er droog en verdord bij. Het is al weken bijzonder koud weer en het heeft al geruime tijd niet veel geregend en dat is te merken. Jammer voor de weidevogels, die hier normaal gesproken in grote aantallen verblijven en zich in het vroege voorjaar zouden moeten voorbereiden op het broedseizoen.

Vandaag vallen in eerste instantie de vele knobbelzwanen en ganzen op. Later zullen we ook wat grutto's, kieviten en tureluurs zien. Bij het stoomgemaal Hertog Reinout zien we een groep smienten, eenden die bij ons overwinteren en als het warmer wordt naar het noorden zullen vertrekken.


We zien het gemaal al van verre liggen, maar we zullen door het industrieterrein van Nijkerk moeten laveren om er te komen. Via de provinciale weg N301, die even verderop de Flevopolders in gaat, zoeken we de rand van het water op. 


Het gemaal en het bezoekerscentrum Arkemheen, dat gevestigd is in de voormalige kolenloods, gaat officieel pas op 1 april open. Toch worden we hartelijk ontvangen, door één van de vrijwilligers die er bezig zijn met onderhoudswerkzaamheden.


Als we willen kunnen we zelfs een kop koffie krijgen. Maar dat aanbod slaan we vriendelijk af. We willen eerst wat rondkijken en foto's maken van de indrukwekkende schoorsteen en de twee schepraderen. Achter het gemaal hangen stoomwolken over het water, wat het allemaal nog sfeervoller maakt.

Gerard heeft al eerder tekeningen van het stoomgemaal gemaakt. Hij heeft er ansichtkaarten van laten drukken, die bij boekhandels en VVV-kantoren te koop zijn. Als we het bezoekerscentrum binnen gaan zijn Gerards kaarten het eerste dat we zien.
Het complex dateert uit 1883 en heeft precies 100 jaar dienst gedaan. In 1985 werd het gerestaureerd. Sindsdien is het als cultuurhistorisch monument te bezichtigen en op een aantal dagen in het jaar ook in werking te zien. Meer gegevens daarover vind je op de website.

Wij rijden terug over de voormalige Zuiderzeedijk om, aan de andere kant van de provinciale weg, het kleine broertje van Hertog Reinout te gaan bekijken, het Puttergemaal. Maar eerst moeten we wachten voor de Arkervaart, omdat de brug open staat.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2013, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.