vrijdag 1 februari 2019

De Zuiderzee – 53 – De torentjes van Durgerdam


Nescio, de schrijver van 'De Uitvreter' en 'Titaantjes', wandelde graag en Durgerdam was een van zijn favoriete bestemmingen. '...Durgerdam, met z'n kleine huisjes aan den dijk en z'n twee kleine torentjes en wat kale bomen zwart daartussen en op de reede, heel klein, wat scheepjes, de masten staken schraaltjes in de lucht.'



Het dorp is gebouwd langs een bocht in de dijk, zodat het aan een baai lijkt te liggen. Het ene torentje, als wij er zijn, onder grijze wolken die voort geblazen worden door de wind, staat op een vierkant gebouwtje dat de Kapel wordt genoemd. Het is geen kerk maar was in gebruik als school en raadhuis. Zoals veel huizen en gebouwen in Waterland is het grotendeels van hout, het is gebouwd in de 17e eeuw.

Durgerdam dateert als nederzetting uit de 15e eeuw, het is de opvolger van het dorp Ydoorn, dat in 1422 door de St. Elisabethsvloed verzwolgen werd. Daarna werd er een dijk opgeworpen langs het Buiten-IJ, waarlangs zich vissers en schippers vestigden.

De naam Ydoorn leeft nog voort in de vuurtoren die ten oosten van het dorp op een versterkt eiland ligt. Dat maakte deel uit van vestingwerken ter verdediging van het IJ en Amsterdam, waartoe ook het forteiland Pampus behoort. De vuurtoren, niet meer dan een metalen skelet met een lamp erop, wordt 'lichtopstand De Ydoorn' genoemd.

Wij wandelen naast het hotel, met zijn cremewit geschilderde houten gevel, een smal straatje in, naar de kerk. Of liever, het kerkje, want erg groot is het niet. Het is wat men een zaalkerk noemt, een simpele rechthoekige ruimte, met een eenvoudig tentdak, ramen met rondbogen en een witgepleisterde voorgevel. Daarboven een klein torenspitsje.

Het is in de 19e eeuw gebouwd als opvolger van een 17e eeuwse voorganger die zo te lijden had van overstromingen en stormen dat hij vervangen moest worden. Bij de bouw zijn elementen van de oude kerk hergebruikt, zoals de preekstoel, de kroonluchters en de luiklok, die gegoten is door Pierre Hemony.

De donkergroen geschilderde voordeur staat open en er klinkt muziek. Gerard gluurt even door de opening, waarop er direct een man aan de deur komt die hem uitnodigt binnen te komen. Er is geen dienst gaande, zegt hij, ze zijn alleen wat aan het oefenen met het koor.

We slaan de uitnodiging vriendelijk af. We moeten verder, naar Marken en Monnikendam.




NB: Dit verhaal is geschreven in 2018, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit 

Foto: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Google maps; Wikipedia en andere websites

Citaat Nescio: 'Buiten-IJ' uit de novelle 'Mene Tekel', 1946