dinsdag 18 september 2018

De Zuiderzee – 39 – Hattem, rivier en binnenstad


'Hattem, het oude kleine stadje aan den Veluwerand met zijn schilderachtige poorten en merkwaardig geplaveide straatjes,' schrijft Jac.P.Thijsse in zijn boek over de IJssel.

Het pand der liefde


Maar als ik Hattem nog eens opzoek, op Google Maps, valt me ineens op dat het stadje helemaal niet aan de IJssel ligt. Toen Gerard en ik er naar toe reden zagen we links water – ik dacht de rivier – en rechts het stadje. Maar tussen de IJssel en Hattem ligt nu een flinke strook land, het water dat ik zag is een gegraven kanaal, dat een stukje verderop 'de Veluwse Wetering' heet. Je komt ook nog voorbij een jachthaven, als je vanuit het stadje naar de rivier zou willen lopen, of rijden.

Hattem stadhuis
Dat moet ooit anders zijn geweest, maar misschien is dat al lang geleden. In 1401 schonk Hertog Willem van Gelre de Hoenwaard aan de bewoners van Hattem, om er hun vee op te laten grazen. Dat gebied, van oorsprong uitgestrekte uiterwaarden, ligt ten oosten van de de stad, met daarachter de rivier. Het bleef tot halverwege de 20ste eeuw gemeenschappelijke grond en het was verboden er te bouwen. Het is nu nog steeds een open gebied, waar Staatsbosbeheer gedeelten van beheert.

Ondertussen wandelden Gerard in ik over de 'merkwaardig geplaveide straatjes' van de binnenstad. Eerst een prettig winkelstraatje door, met aan het eind het rood-wit gestreepte stadhuis, annex waaggebouw, op het hoekje van de markt. Het huidige uiterlijk dankt dat aan een ingrijpende verbouwing, aan het begin van de 17e eeuw. Daarvoor was het pand in gebruik als Heilige Geest Gasthuis.

De kerk waar, terwijl wij passeren, vrome Hattemers zich naartoe spoeden voor de zondagsochtenddienst, heeft een romaanse toren uit de 13e eeuw. Voor het overige dateert het gotische gebouw uit de 15e eeuw, of later.
Op het plein verder erg veel terrasstoelen en -tafels. Op andere dagen – en bij goed weer – is het er vast erg gezellig.

We krijgen het al behoorlijk koud en lopen dus nog maar een klein stukje verder, een straatje in dat de Adelaarshoek heet. Aan het eind daarvan stond ooit het kasteel de 'Dikke Tinne'.

We stoppen even bij een schilderachtig pand, dat de aandacht trekt door zijn 'rijke maniëristische voorgevel met boven de ingang een bakstenen arkel op geprofileerde consoles', zoals het in 'Monumenten van Nederland' beschreven staat.

Volgens het ANWB-bord op de gevel heet het 'Het Pand Der Liefde'. Je zou zeggen dat het dan misschien ooit een huis van lichte zeden is geweest, maar dat is volgens dat plakkaat niet het geval. Het is in 1676 '...als patriciërswoning gebouwd en heeft nooit een andere functie dan woonhuis gehad.' Hattem heeft dus ook z'n raadsels...



NB: Dit verhaal is geschreven in 2015, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit 

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


Geen opmerkingen: