vrijdag 11 december 2015

De Zuiderzee – 18 – Bunschoten en zijn middeleeuwse oorsprong

Op Wikipedia, de internet-encyclopedie die door de gebruikers zelf gemaakt wordt, krijgt Spakenburg veel meer aandacht dan Bunschoten. Het kleurrijke vissersverleden is misschien aantrekkelijker om over te berichten dan het gewone boerenleven. Ik kan me ook voorstellen dat de argeloze bezoeker in een rechte lijn doorrijdt naar de schilderachtige botterwerf.

Toch moet je voor oude, monumentale panden niet in Spakenburg zijn. De huisjes rond de oude haven zijn op z'n vroegst 19e eeuws. Een oude kerk is er niet en doe drie stappen van de werf af en je staat tussen de 20ste eeuwse nieuwbouw. Dan heeft Bunschoten iets meer te bieden, hoewel het ook niet heel veel meer is.

De twee dorpskernen worden met elkaar verbonden door een rechte gracht, met aan weerskanten een weg. Waar die vaart aansluit op de haven is hij drooggelegd en heet het nu het Spuiplein. Voor de afvoer van water naar de Zuiderzee, nu IJsselmeer, doet hij geen dienst meer. Ook langs de vaart overheerst de nieuwbouw, afgewisseld met een enkele oude boerderij. Maar de vleugelnotenbomen langs het water en de witte voetgangersbruggetjes maken het toch best aardig.

Bij het Kolkplein, waar tot 1932 de haven van Bunschoten was, bereiken we het eind van de vaart en staan we aan de middeleeuwse stadsgrens van Bunschoten. Stadsgrens, ja, want het dorp kreeg halverwege de 14e eeuw stadsrechten.

Er werd zelfs een stadsgracht gegraven en een aarden wal aangelegd. Tijdens de Hoekse- en Kabeljauwse twisten werd het prille stadje verwoest. De vestingwerken zijn nooit hersteld, maar de aanleg is nog steeds aanwezig en vanuit de lucht mooi te zien.

Vanaf het Kolkplein, aan het begin van de Dorpsstraat, kun je rechtsaf de Stadsgracht volgen. Die vormt een langgerekte boog die uiteindelijk aan de andere kant van de dorpsstraat weer uitkomt. Het westelijke deel van het stadje is grotendeels onbebouwd gebleven. Paarden grazen er op de smalle middeleeuwse kavels.

Aan de Stadsgracht staat sinds 2009 weer een korenmolen, De Hoop. De oorspronkelijke molen werd hier in 1967 gesloopt om plaats te maken voor een garagebedrijf. Net als in Soest, waar De Windhond weer herbouwd is, is hier met behulp van sponsors weer een molen verrezen.

Aan de knusse Dorpsstraat staat de oude middeleeuwse kerk van Bunschoten en het vroeg 20ste eeuwse raadhuis. Hier vind je ook nog een aantal aardige oude boerderijen.





NB: Dit verhaal is geschreven in 2013, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.
Bunschoten-Spakenburg op Wikipedia 



donderdag 26 november 2015

De Zuiderzee – 17 – Spakenburg, bij de botterwerf


Toen ik in de jaren '70, in Amersfoort, naar de middelbare school ging kon je daar nog regelmatig vrouwen in klederdracht zien lopen. Met name op marktdagen, wanneer de vis- en broodkramen door handelaren uit Spakenburg, of Bunschoten, bemand werden. Zelfs als het 's winters koud was hielden de dames vast aan hun traditionele kledij, de armen rood van de kou,maar dat leek ze niet te deren.

Er zal wel verschil zijn geweest tussen zomer- en winterdracht, maar dat zag ik met mijn lekenogen niet. Ik schoor sowieso Bunschoten en Spakenburg over één kam. Voor mij, als schooljongen, vreemde oorden, waar de mensen een onverstaanbaar dialect spraken en waar je eigenlijk nooit kwam.



Later ben ik er natuurlijk wel eens geweest, op bezoek bij kennissen en collega's. En nu zou ik een bezoekje zelfs aanbevelen, want Spakenburg heeft een heel schilderachtig haventje, met een oude scheepswerf waar botters gerestaureerd worden. Op doordeweekse dagen kun je er heel prettig een kopje koffie drinken, op één van de terrassen, of een harinkje eten bij een viswinkel.

Met wat geluk zie je er nog een oude dame in klederdracht voorbij wandelen. En anders kun je het bronzen standbeeld van een vissersvrouw bekijken, dat op het pleintje achter de voormalige sluis staat, of het museum bezoeken. Dat bestaat uit een visrokerij, een schooltje en een aantal andere oude pandjes, waar een smal straatje tussendoor loopt.

Jac. P. Thijsse noemde Bunschoten '...het visschersdorp in de wei...' en schrijft dat de haven van het dorp Spakenburg heet. De originele Spakenburgers zullen dat waarschijnlijk te kort door de bocht vinden. Zij bewonen het enige echte vissersdorp van de hele provincie Utrecht en in Bunschoten wonen boeren.

Inmiddels vormen de twee dorpen een gezamenlijke gemeente en zijn ze door nieuwbouw helemaal aan elkaar vastgegroeid. Van de vissersvloot is niets meer over. Spakenburg moet het nu meer hebben van de pleziervaart en het toerisme,  hoewel er nog wel een bloeiende vishandel is.

Op zondagochtend merk je daar allemaal niets van. Langs de haven is het doodstil. Het museum, de restaurants en viswinkels zijn gesloten. De enige andere mensen die Gerard en ik er zien zijn een buitenlands echtpaar met een klein kind. Ze kijken wat verbaasd rond op het uitgestorven plein.

Gerard en ik maken wat foto's. We zijn erg toe aan een kop koffie maar die gaan we dan maar thuis drinken. Volgende keer zullen we nog even terug moeten naar Bunschoten, waar we nu wat haastig doorheen rijden en daarna is het weer verder langs de oude Zuiderzeekust, richting Nijkerk en Harderwijk.



Ps: Enige tijd nadat wij Spakenburg bezochten, in 2012, kwam het nieuws dat de EO een docusoap over het dorp uit ging zenden: 'Voetbal, keek en kibbeling'. De uitzendingen, over het wel en wee van de dorpsbewoners, zijn terug te zien op de website van de EO 



NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.
Bunschoten-Spakenburg op Wikipedia 



vrijdag 13 november 2015

De Zuiderzee 16 – Langs het Eemmeer naar Spakenburg

Zo'n 100 jaar geleden wandelde Jac. P. Thijsse van Huizen naar Spakenburg. Hij liep over smalle kades en dijkjes en bereikte zo de monding van de Eem:
'Dan kun je langs het Eemdijkje, dat ook alweer geen weg is, opwandelen naar het gehuchtje Eemdijk, daar overvaren en dan langs den Veen-en-Veldedijk (je zou het alleen al om dien naam doen) doorwandelen naar Spakenburg.'

Of de pont toen wel voer op zondag vermeldt hij niet, wij moesten in ieder geval omrijden, langs Eembrugge, om aan de overkant van de Eem te komen. En niet alleen de pont is in rust, heel Eemdijk is dat ook. Het café bij de pont is gesloten. De enige dorpelingen die we zien zijn in hun beste kledij op weg naar de kerk, tegenover het café.



Eemdijk, nu behorend bij de gemeente Bunschoten, is geen oude nederzetting. Voor de aanleg van de afsluitdijk overstroomde het hier regelmatig. Er staan dan ook maar een paar oudere boerderijen langs de dijk, de meeste bebouwing is tamelijk nieuw. Achter de kerk is zelfs een klein nieuwbouwwijkje.

We rijden verder, de rivier volgend, en komen langs een nog moderner kerkgebouwtje. Wat dat betreft is dit dorpje goed voorzien. Al snel wordt de bebouwing dunner, tussen de huizen door mooie vergezichten over de Eempolder. De Eemdijk, waarover we rijden volgt de bochten van de rivier niet meer, maar koerst hier in rechte lijnen op de voormalige Zuiderzee aan.

We passeren een laatste boerderij. Aan de horizon zien we een rij grote, witte windturbines. Die staan in Flevoland. Na een bocht naar rechts rijden we dan eindelijk weer langs de kust. Niet dat we er veel van zien, want de weg ligt hier nog achter de dijk. Maar een klein eindje verder heeft men een parkeerplaats aangelegd, met een paar bankjes en daar kun je vrij over de polder en het randmeer uitkijken.

Een bord, in de vorm van een bijna levensgrote man, wijst naar een schelpenpad dat naar de palendijk leidt, een reconstructie van de oude zeewering. Daarnaast een stuk lager gelegen grasland, met een waterplas, waar het wemelt van de vogels.

We genieten een tijdje van het uitzicht, terwijl de grutto's en tureluurs boven onze hoofden vliegen. Dan rijden we verder, nu op de dijk, naar Spakenburg.
We komen voorbij een jachthaventje en de stadionnetjes van de twee voetbalclubs die Bunschoten-Spakenburg rijk is, de felle concurrenten IJselmeervogels en SV Spakenburg. Ze spelen in de top bij de zaterdag-amateurs, dus nu, op zondagochtend, is het er rustig.


Het hele dorp is uitgestorven, zo blijkt nadat we de auto geparkeerd hebben, achter het museum, vlakbij de botterwerf. Geen wonder als je bedenkt dat bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 zo'n 75% van de stemmen naar Christelijke partijen ging.




NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.


Mooi oude foto's en veel historische wetenswaardigheden op de website van de Historische Kring Eemnes 

Op de website van Natuurmonumenten is een gedeelte over Eemland 

Voor de vogelliefhebbers is de websitevan Vogelwerkgroep het Gooi en Omstreken interessant.

Uitgebreide info over de Palendijk is te vinden op de website van het Waterschap Vallei & Eem.


Bunschoten-Spakenburg op Wikipedia 



vrijdag 6 november 2015

De Zuiderzee 15 – Regenbuien in de polder en een pont die niet vaart.


We rijden de Meentweg, het verlengde van de Wakkerendijk, af bijna tot aan het eind. Een wegwijzer wijst naar de Theetuin, linksaf, richting A27. Rechtdoor wordt het wat smaller en een bord geeft aan dat de weg uiteindelijk dood loopt.

We besluiten een stukje terug te gaan en dan de polder in te rijden. Volgens de website van Natuurmonumenten start er tegenover de Theetuin '...een wandelroute, over deels onverharde wegen, door de Eempolder. De tocht gaat tot aan het Eemmeer en de vogelhut die daar aan de kust staat.'



Het gaat verder over smalle weggetjes, langs oude dijkjes, waarlangs een hele reeks van kleine meertjes, wielen en waaien, aangeeft dat er hier in het verleden veel dijkdoorbraken zijn geweest. De regen klettert ondertussen op het dak van de auto.

Uiteindelijk bereiken we jachthaven 't Raboes, aan de monding van de Eem. Een wat modderig terreintje, met bootjes op aanhangers. Er wordt gebouwd aan een nieuw, wit, havengebouw. Gerard stapt uit voor een paar foto's. De Zuiderzee ligt vlak om te hoek, maar net buiten zicht.

Na een paar bochten, over de dijk langs de Eem, komen we bij de veerpontje. Aan de overkant ligt Eemdijk, maar om daar te komen moeten we terug naar de Wakkerendijk en wat verderop weer linksaf de polder in. Het pontje vaart niet op zondag.

We maken de omweg, zoveel mogelijk langs de rivier. We komen zo langs het Ocriet-eiland, ontstaan na het afsnijden van een bocht in de Eem, in de jaren '80. Het is genoemd naar de fabriek die er al eerder stond en waar aanrechtbladen, lavetten en wastafels gemaakt werden van geel, kunstmatig, graniet. Op het hoogtepunt werkten er ruim 400 man, de fabriek ging uiteindelijk in 2008 failliet.

Een klein stukje verder ligt Eembrugge. Niet meer dan een schilderachtige handvol huisjes en boerderijen langs de rivier. We steken de brug over en rijden dan direct weer links af, langs het water, naar Eemdijk. Het weer klaart wat op en we hebben een prachtig uitzicht over de polder en de kleine meertjes met watervogels en steltlopers. Ik zie er voor het eerst in jaren weer een paar grutto's.

Even later staan we weer bij de pont, maar nu aan de overkant, in Eemdijk. Er stopt een auto terwijl wij foto's staan te nemen. De bestuurder vraagt of we weten waar de jachthaven van Eemnes is. We vragen of hij misschien 't Raboes bedoelt, waar we eerder die ochtend waren. Hij weet het niet.

Wij wijzen hem maar terug naar Eembrugge. De pont vaart niet op zondag, dus hij zal in ieder geval daar de Eem over moeten. Later kom ik er achter dat er vlak buiten Eembrugge, tegenover het Ocrieteiland, een café is dat 'De haven van Eemnes' heet. Als hij daar moest zijn hebben we hem er in ieder geval langs gestuurd...



Ps: Inmiddels is de Eem en directe omgeving ten prooi gevallen aan een dijkverzwaring. Ik schreef daar in 2014 een verhaal over op mijn andere blog. Sindsdien durf ik er niet meer te gaan kijken... 

Ps 2: Dit is het 100ste bericht op dit blog. Iedereen tot zover hartelijk dank voor de aandacht en reacties...


NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.



Mooi oude foto's en veel historische wetenswaardigheden op de website van de Historische Kring Eemnes 

Zie verder: www.dehavenvaneemnes.nl


Op de website van Natuurmonumenten is een gedeelte over Eemland 

Voor de vogelliefhebbers is de websitevan Vogelwerkgroep het Gooi en Omstreken interessant.

Info over het Ocriet-eiland 





woensdag 28 oktober 2015

De Zuiderzee 14 – Eemnes, langs drie kerken en een klooster...

Kerk van Eemnes-Binnen
Op een grillige april-morgen rijden Gerard en ik de Wakkerendijk op. Nog geen 10 minuten van huis parkeren we de auto bij het kerkje van Eemnes–Binnen. Dat ligt heel schilderachtig op een terpje dat uitsteekt in de polder. Zo te zien wordt het niet meer gebruikt, behalve dan het grindveld er omheen, als hondenuitlaatplaats.

Officieel heet dit kerkje de Pieterskerk, maar in de volksmond staat het bekend als 'het dikke torentje'. Boven de deur, onderaan de toren, is een groot raam met bovenaan de spitsboog een sluitsteen met het gemeentewapen. Op het eerste gezicht lijken er drie ridders op te staan, maar het gaat om 3 bisschoppen. Dit om het verbond met de bisschop van Utrecht te eren.



Kerk van Eemnes-Buiten


Sluitsteen met gemeentewapen
De dijk, het oude kerkje, de monumentale boerderijen, het ziet er allemaal uit alsof het er al eeuwen, onveranderd ligt. Maar Thijsse en Craandijk, de wandelaars van honderd jaar geleden, zouden vreemd opkijken van de hudige aanblik. In hun tijd liep de weg niet over de dijk, maar er achter, dus links als je van Baarn komt.

Om het voor de boeren makkelijker te maken, om hun koeien naar de polder te brengen, waren er doorgangen in de dijk, de zogenaamde mennegaten. Craandijk omschrijft het zo: '...talrijk zijn de breede insnijdingen, in den dijk gemaakt, om toegang tot de weiden en akkers te geven. De zijden dier doorgangen zijn met hout beschoten, en als het water dreigt, worden zij met de vloedplank gesloten.' De huidige asfaltweg is pas in de 20ste eeuw aangelegd.



St Nicolaaskerk
Onze volgende stop is bij de st. Nicolaaskerk. Er is hier, tussen de twee hervormde kerken aan de Wakkerendijk, een cluster van Rooms-katholieke bouwwerken. Een pastorie, een klooster, een school en een kerk. Het dateert allemaal uit de 19e en begin 20ste eeuw, toen de katholieken het in ons land weer wat makkelijker kregen.

Een klein stukje verder ligt de kerk van Eemnes-Buiten, een eindje van de dijk af, aan het eind van een straatje met oude huisjes. We wandelen er even rond, om wat foto's te maken, maar haasten ons terug naar de auto als er een regenbui losbarst.

Dit is het oudste deel van het dorp, de kerk is in de 15e eeuw gebouwd, de toren aan het begin van de 16e eeuw. De boerderijen dateren van de 17e eeuw en later.



'In het midden der 14de eeuw ontving de plaats, van bisschop Jan van Arkel, stedelijke regten', schrijft Craandijk, 'maar muren en poorten heeft zij nooit bezeten. Haar groote lengte bij zeer geringe breedte maakte den aanleg van wallen nagenoeg ondoenlijk, en de lage, gebroken landen, waarvan zij omringd was, gaven haar een geduchte natuurlijke sterkte.'

We rijden verder de dijk af, langs het gemeentehuis. Dat is een aardig, maar niet echt indrukwekkend gebouw uit 1880. Er is momenteel een horecagelegenheid in gevestigd.



Eemnes heeft lange tijd een haventje gehad, aan de Wakkerendijk, tegenover het Gemeentehuis. Het is in de 16e eeuw aangelegd, nadat de Eemnesservaart gegraven was, die het dorp met de Eem verbindt. Het café tegenover het Gemeentehuis heet nog steeds 'Schippers welvaren'. Het haventje is, in de jaren '30 van de vorige eeuw, gedempt. Op de website van de Historische Kring Eemnes is een maquette te zien.

De doorgaande weg buigt hier naar links, van de dijk af, naar het moderne centrum van het dorp. Wij rijden rechtdoor. We willen de hele dijk afrijden en zo dicht mogelijk bij de Zuiderzee zien te komen.  



NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.





Mooi oude foto's en veel historische wetenswaardigheden op de website van de Historische Kring Eemnes 

Zoals de maquette van de haven

Zie op Wikipedia: Flevomeer  – Almere  – Zuiderzee  en Eemnes 



zaterdag 17 oktober 2015

De Zuiderzee - 13 - Eemnes, op de rand van droog en nat

Als je vanuit Soest komt is Eemnes het dorp waar je langs scheert op weg naar Amsterdam. Aan het begin van de Wakkerendijk is de afslag naar de A1. De nabijheid van die snelweg maakt dat het dorp, volgens de TV-serie Nederland van Boven, het meest centraal gelegen is van heel Nederland.

Vanuit Eemnes ben je binnen 78 minuten in elke andere plaats in ons land, lees ik in een artikel op Nu.nl. Toch nemen niet veel mensen de moeite om Eemnes te bezoeken. Zelfs iemand, die er zo dichtbij woont als ik, komt er maar zelden.


Op het eerste gezicht stelt het ook niet veel voor. Een lange weg met aan een kant uitzicht op de polder, aan de andere kant een rij aardige boerderijen. Verder twee kerktorens, een gemeentehuis uit de vorige eeuw, waar nu een restaurant in zit en wat nieuwbouwwijken.

Maar die polder is wel een van de belangrijkste weidevogelgebieden van ons land. En het dorp zelf heeft een interessantere geschiedenis dan je zo zou denken. Het ligt tussen de hoge zandgronden van het Gooi en de vallei van de Eem. Droog aan de ene kant, nat aan de andere.



Eempolder bij Eemnes
Muiderberg, Huizen, de plaatsen in het Gooi liggen allen op hoge zandgrond. Dat was land waar boeren zich graag vestigden. Baarn en Soest op de rand van het Eemdal, hebben ook hun brink op de hogere gronden.

Een plaatsnaam als 'Hoogland', een dorp vlak bij Amersfoort, zegt het nog eens ten overvloede, de hogere gebieden daar moest je zijn. Toch is er menig robbertje gevochten om Eemnes, een dorp dat zich met zijn Wakkerendijk tegen overstromingen van de Eem en de Zuiderzee moest beschermen.



Eemnes is ontstaan op de rand van hoog en laag, omdat daar veengebieden waren. In de middeleeuwen was hout de belangrijkste bouw- en brandstof. Maar naarmate de bevolking toenam werd het schaarser. Bij plaatsen als Eemnes kon turf gestoken worden. Het dorp werd dan ook al snel een twistpunt tussen Holland en Utrecht.

De dorpelingen zochten beurtelings bescherming bij de graven en de bisschoppen. Die beloonden dat door ze stadsrechten te geven. Het klinkt raar maar zowel Eemnes-Binnen, het eerste deel van het dorp, langs de Wakkerendijk, als Eemnes-Buiten, het deel rondom de tweede kerk wat verderop, zijn steden. Net als een gehucht als Eembrugge, waar we later nog langs zullen komen.



Wakkerendijk Eemnes
Je zou misschien aan de rand van een zee, met zout water, geen veen verwachten. Maar de Zuiderzee was aanvankelijk een zoet binnenmeer. Toen de Romeinen ons land probeerden te veroveren noemde men het Lacus Flevo, Flevomeer. In dat meer kwamen de Vecht, de Eem en de IJssel uit.

In de vroege middeleeuwen noemde men het binnenmeer Almere. Tussen de huidige waddeneilanden stroomde het zoete water de Noordzee in. Pas in de 12e en 13e eeuw werd, in een aantal stormvloeden, het moerasland tussen Noord-Holland en Friesland weggeslagen en ontstonden de Waddenzee en de Zuiderzee.

Eemnes wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1269. Volgens de website van de gemeente lag het aan de binnenkant van een bocht in de Eem en heet zo'n landtong in de binnenbocht, een 'Nes'. Bij Eembrugge was een eerdere nederzetting, later versterkt met het kasteel, 'Ter Eem'. Van daar uit werd het gebied ontgonnen en de Wakkerendijk – en haaks daarop de Meentdijk – aangelegd.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.




Mooi oude foto's en veel historische wetenswaardigheden op de website van de Historische Kring Eemnes 

Zie op Wikipedia: Flevomeer  – Almere  – Zuiderzee  en Eemnes 



zaterdag 10 oktober 2015

De Zuiderzee deel 12 – De Erfgooiers en de Gooise matras

Voor de kerk van Huizen staat een groot ANWB-bord waarop de geschiedenis van de Erfgooiers uitgelegd wordt. Vanaf hier zouden we de Erfgooiersroute kunnen volgen, langs de mooiste gedeelten van het Gooi. We doen het niet, maar kunnen wel even stilstaan bij de bijzondere geschiedenis van de Erfgooiers.

In de middeleeuwen waren vrije boeren vaak georganiseerd in zogenaamde Marken. Binnen de marke werd het gebruik van de ongecultiveerde grond gereguleerd en het gebruiksrecht op gemeenschappelijke akker- en weidegronden. Het ging dan bijvoorbeeld over het steken van turf, of het laten grazen van vee op de zogenaamde 'meenten'.







In het Gooi werden deze samenwerkende boeren de Erfgooiers genoemd, omdat ze in de 13 eeuw, van Floris V, het overerfbare recht gekregen hadden zich op de bebouwbare gronden te vestigen. Tot in de 20ste eeuw maakten hun erfgenamen aanspraak op deze erfenis.

In de tussenliggende eeuwen werd er nogal aan de rechten van de Erfgooiers geknabbeld. Door rijke kooplieden, die in het Gooi hun landhuizen wilden bouwen en door gemeentebesturen, die hun dorp graag wilden uitbreiden.

De Erfgooiers trokken bij deze geschillen vaak aan het kortste eind. Wat niet hielp was dat de boeren, vaak ongeletterd en niet al te rijk, in conflict kwamen met erfgenamen, die geen agrarisch bedrijf meer voerden en die graag hun rechten wilden verkopen. Die erfgenamen sloten een pact met de overheid en de opkomende natuurbeschermingsorganisaties en verkochten hun rechten.




De laatste grote uitkoop-actie was in 1933, toen onder meer het Goois Natuurreservaat tot stand kwam. Op dat moment kwamen ook gebieden als de Hilversumse Meent en de Oostermeent, bij Huizen, vrij voor woningbouw.

De arme Erfgooiers zagen hun vergoeding verdampen in de toenmalige crisistijd. De oorspronkelijke Gooise boeren raakten zo niet alleen hun land kwijt, maar ook hun kapitaal. Achter dit fraaie gebied gaat dus een roerig verleden schuil.





Gerard en ik rijden terug naar huis langs Blaricum en Laren, vroeger arme boerendorpen, nu beter bekend als de Gooise Matras. Een aaneenschakeling van villawijken lijkt het, hier en daar een oudere boerderij, of een herstellingsoord. Het landschap is bosrijk, afgewisseld met heidevelden. Ja, hier is het comfortabel rusten.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.

Zie ook: www.tgooi.info


Wikipedia: Erfgooiers  en Marke 

Op Google Maps: Huizen