Van de Utrechtse poort naar het
stadhuis is maar een kippeneindje. Toch ga ik, op het kleine pleintje
tussen stadhuis en kerk, even op een bankje zitten, terwijl Gerard om
de kerk heen loopt om foto's te maken.
Voor me staat het standbeeld van Jan
Comenius, een bebaarde man met een keppeltje op en een lang gewaad
aan. Hij houdt z'n handen voor zich, alsof hij iets aan het uitleggen
is. Passend want Comenius was een belangrijke onderwijs-hervormer.
Hij werd, in 1592, geboren in Moravië
en stierf, in 1670, in Amsterdam. Hij werd begraven in de toenmalige
Waalsche kerk in Naarden. 'Waarom dat geschiedde weet niemand',
schrijft prof. de Rijk, 'hij had nimmer in Naarden gewoond.'
In 1929 werd de vloer van de kerk
opengebroken in een poging om het graf van Comenius te vinden. Hoewel
men zeker was van de plaats vond men drie verschillende stoffelijke
overschotten. In de jaren '30 is zijn begraafplaats omgevormd tot
Comeniuskapel. Vlak daarbij is ook het Comeniusmuseum gevestigd.
Jac. Thijsse, zelf onderwijzer,
schrijft: '...den man, die tweehonderd jaar geleden precies verteld
heeft, hoe men kinderen het best kan onderwijzen en we doen het nog
steeds anders. Zoo is de wereld...'.
Vanaf mijn bankje heb ik een goed zicht
op de indrukwekkende gevel van het stadhuis. Twee rijk versierde
trapgevels, de een wat hoger en breder dan de andere, kleurige
gebeeldhouwde maskers, spreuken, kruisvensters met luiken, een ingang
met een zandstenen omlijsting, beeldjes en een eigenlijk tamelijk
bescheiden trap. En ook nog een klein klokkentorentje op het dak.
Het gebouw dateert uit het begin van de
17e eeuw en is gerestaureerd in 1936. Het interieur moet ook fraai
zijn, maar daar hebben we vandaag geen tijd en gelegenheid voor. Met
het, 300 jaar jongere, in traditionele stijl uitgevoerde
politiebureau, op de straathoek ernaast en de fraaie middeleeuwse St.
Vituskerk, vormt het een sfeervol stadscentrum.
Professor de Rijk schrijft: 'Naarden is
niet groot, maar gij zult moeten erkennen, dat het er hier zoo
vriendelijk en uitlokkend uitziet, als eene kleine stad maar doen
kan.'
De professor gaat zich, in 1905,
verpozen in herberg 'Het vliegend hert', aan de andere kant van de
kerk, in de Cattenhagestraat. Daar is nog steeds een restaurant
gevestigd, maar dat is op zondagochtend nog niet open. We wandelen
dus weer terug naar de auto.
Even later rijden we weer langs het
stadhuis, de Marktstraat door, naar de andere kant van de vesting.
Daar zijn de oude en de nieuwe haven. Echte havens kun je het
nauwelijks noemen, want ze liggen binnen de vestingwallen en grote
schepen kunnen er dus niet komen.
Maar we kijken er even rond, beklimmen
de vestingwallen en proberen, in de verte, achter de snelweg A1, een
glimp te zien van de Zuiderzee...
Meer info over de opmerkelijke
geschiedenis rondom het graf van Comenius vind je op de website van
de Comenius-stichting www.comenius-naarden.nl
Dit verhaal is geschreven in 2011 en is eerder verschenen in de Artishock Berichten, het maandblad van Vereniging Artishock in Soest. Het kan zijn dat inmiddels de situatie ter plaatse gewijzigd is.
Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en
Wikipedia.
2 opmerkingen:
Naast de vesting loopt een weg die je naar de Oostdijk voert. Vanaf die weg kan je de file altijd zo mooi zien. Op de Oostdijk loopt een smal fietspad zo het bos in waar grote dure huizen liggen. Vandaar ga je langs Oud Valkenveen naar Huizen. Maar i.p.v. de dijk op te gaan kan je ook onder langs, maar ik sta niet voor de gevolgen in.
Over de weg naar Oud-Valkeveen en verder hebben we het in de volgende afleveringen. Maar wij waren met de auto, dus...;o)
Een reactie posten