Oud Amelisweerd |
Oud Amelisweerd staat er verlaten bij. Het is gesloten, maar aan informatieborden geen gebrek. Er staat bijvoorbeeld te lezen dat er zojuist een project is afgerond waarin een antwoord gezocht werd op de vraag waarom Lodewijk-Napoleon na acht dagen uit het landhuis vertrok. 'Had hij een relatie met de keukenmeid ? En is de een na laatste bewoonster van het huis vermoord in de griezelige grijze kamer ?' We zullen de antwoorden vandaag niet te weten komen.
Het huis is wel te bezichtigen, maar daarvoor moet je van te voren een afspraak maken. In het interieur zijn veel oorspronkelijke elementen bewaard gebleven. Stucplafonds, betimmeringen, schouwen en twee kamers met unieke Chinese behangsels. De buitenkant kreeg vorm omstreeks 1770, toen een eerder huis uit 1707 werd vergroot.
Theehuis Oud Amelisweerd |
Het gekke is dat Oud Amelisweerd eigenlijk jonger is dan Nieuw Amelisweerd, een eindje verderop aan de Kromme Rijn gelegen. Dat is oorspronkelijk rond 1680 gebouwd op de fundamenten van een bijgebouw van een in de 15e eeuw verwoest landhuis. *)
Uiteindelijk kreeg het rond 1860 zijn huidige vorm. Misschien heeft men het toen, naar het andere landhuis, Nieuw Amelisweerd genoemd ? Het ligt wat verder van de provinciale weg af en dichter bij die vermaledijde A27. De meeste bezoekers zullen eraan voorbij gaan. Dat doen Gerard en ik ook. Wij gaan naar Utrecht. Verder zoeken naar de oorsprong van de Vecht.
Het plan is om, via de wijk Witte Vrouwen, naar de Weerdsluis te rijden waar heden te dage het begin van de rivier is. Daarna zouden we de rivier willen volgen en de schilderachtige omgeving willen bekijken, zoals ooit dominee Craandijk en Jac. Thijsse dat deden. Dat we dan door de rosse buurt van Utrecht moeten, waarvan de activiteiten zich bij de Rode brug op woonboten in de Vecht afspelen, hindert ons niets. Als ontdekkingsreizigers staan we immers overal voor open.
Bij het wegrijden van Amelisweerd breek ik per ongeluk mijn zonnebril doormidden en dat blijkt geen goed voorteken. Hoewel vrijwel tegelijkertijd de zon doorbreekt. We rijden terug de A27 over, langs de sportvelden bij stadion Galgenwaard, inderdaad de plaats waar in de middeleeuwen de galg stond, links af de stad in.
Al spoedig blijkt dat ik van te voren een route door de stad had moeten bedenken. Ik probeer met een plattegrond op schoot de weg te vinden, langs de Maliesingel en de Witte Vrouwensingel. We laten het Griftpark, dat nog niet zolang geleden heropend is na een grondige sanering van de zwaar vervuilde bodem, rechts liggen. Je zou zeggen dat het genoemd is naar de Biltse Grift en dat was misschien een oude Vechtloop.
We komen langs de gevangenis en zouden daarna vanzelf bij de Weerdsluis uit moeten komen. Maar helaas: het laatste stuk is eenrichtingverkeer de verkeerde kant op. We dolen wat door ouderwetse woonwijken, komen over de Stenenbrug, die volgens de kaart over de Vecht gaat.
Jac. Thijsse schrijft: 'Bij de Steenen brug, die van ijzer is, staat een heel hoge steenen molen…' Die staat er nog steeds, hij heet 'Rijn en zon' en dateert uit 1912, toen Thijsse hier in 1915 voorbij kwam was hij dus nog splinternieuw.
Hij vervolgt: 'Nog een eindje verder zien we een smal watertje zich bij den Vecht voegen. Hier willen wij even bij stil staan, want dit watertje is waarschijnlijk een overblijfsel van de aloude Vecht, die, van Amelisweerd komende, de Biltstraat kruist (…) en dan in een sierlijke bocht om het noorden van Utrecht heen kronkelt tot hier aan toe.' We hebben helaas niet kunnen controleren hoe het er nu uit ziet, omdat we er niet in slagen om bij de oever van de rivier te komen.
Na enige tijd vinden we onszelf terug tussen de nieuwbouw van Overvecht. De straten heten hier dreven. Via de Einsteindreef steken we opnieuw de Vecht over. Weer geen kans om langs de rivier te rijden. De Rode brug hebben we op een of andere manier gemist. Hoe de gewillige klanten bij de meisjes van plezier moeten komen is ons een raadsel.
Langs de Carnegiedreef, die over gaat in de Rio Brancodreef steken we de Klopvaart over. We proberen weer de Vecht te bereiken bij Fort de Klop. Wat met de auto ook niet lukt. Voor de wandelaars van weleer was het een stuk eenvoudiger, dan tegenwoordig met moderne vervoersmiddelen.
Craandijk wandelde de stad uit bij de Bemuurde Weerd: '…dan komen wij in het vrije veld, op den open grindweg langs de Vecht, die niet door dijken is bedwongen (…) ter linkerzijde, aan den overkant van den rivier, zien wij uitgestrekte weilanden; aan dezen kant vinden wij het weiland afgewisseld door bouwland en moestuinen…'
Daar zijn nu woonwijken en een waterzuiveringsinstallatie. Het pad langs de rivier is er nog wel, maar alleen toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Na nog een stukje rijden tussen de appartementenblokken van Nieuw Zuilen, steken we nog maar eens de rivier over naar Oud Zuilen. Daar parkeren we de auto, vlak bij het slot.
*) Volgens Wikipedia zijn Oud- en Nieuw-Amelisweerd ontstaan uit een eerder landgoed dat voortkwam uit de eigendommen van Amelius uten Werde, een 13e eeuwse ridder. Het landgoed werd later gesplitst en in de 16e eeuw werd eerst Oud-Amelisweerd erkend als ridderhofstad, daarna Nieuw-Amelisweerd.
Dit verhaal verscheen in 2005 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest.
Tekening: Gerard Kuit
Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996.
Wikipedia over Amelisweerd en de Weerdsluis
Amelisweerd is eigendom van de gemeente Utrecht en wordt beheerd door het Centraal Museum. Lees hier meer informatie.
Het Griftpark op de site van de gemeente Utrecht
Locatie Weerdsluis en Griftpark op Googlemaps
Geen opmerkingen:
Een reactie posten