vrijdag 30 september 2011

De Vecht 36 – Van Weesp naar Muiden


Op een kille, mistige zondagochtend in november vertrekken Gerard en ik voor de laatste etappe van onze reis langs de Vecht. Sinds 2005 zijn we al op pad en nu, bijna 5 jaar later, naderen we dan toch de finish. Want bij Muiden, het einddoel voor vandaag, mondt de rivier uit in zee.

Zee ? Ja, vroeger heette dat de Zuiderzee en was er eb en vloed. Na de aanleg van de afsluitdijk, in 1932, veranderde de naam in IJsselmeer. Met de aanleg van de Flevopolders werd het gedeelte waar de vecht in uitmondt, na 1957, omgedoopt in IJmeer.


Boerderij de Vechthoeve bij Muiden

Maar zover zijn we nog niet. Eerst rijden we voor de derde keer naar Weesp. Dit keer rijden we het stadje binnen bij het industrieterrein, waar voorheen de van Houten fabrieken voor nieuwe welvaart zorgden. We stoppen even bij de villa Casparus, gebouwd door een van de telgen van het chocoladegeslacht.

Daarna zoeken we onze weg door de stille straatjes, naar fort Ossenmarkt, de enige plaats waar we tussen Weesp en Muiden de rivier over kunnen steken. We willen langs de Vecht zelf, naar Muiden rijden, niet over de kortere provinciale weg.

We rijden onder de spoorlijn van Amsterdam naar Amersfoort door. Aan de rechterkant staat een klein houten boerderijtje. Van dat soort zullen we er meer passeren. De Vecht was eeuwenlang van groot belang als handelsroute naar Utrecht en verder richting Rijn en achterland. Die route moest verdedigd en bewaakt worden. Onze hele reis zijn we van fort naar versterking gereden en ook hier is dat het geval.


Omdat er vanuit de forten vrijuit over het omringende land geschoten moest kunnen worden, was het lange tijd verboden om in steen te bouwen. Dit was in de zogenaamde 'Kringenwet' geregeld. Vestingwerken werden in categorieën verdeeld en afhankelijk van de indeling mocht er in kringen van 300 tot 1000 meter slechts gebouwd worden met brandbare materialen.

Op dit gedeelte tussen Weesp en Muiden komen we maar één oudere boerderij tegen met een stenen gevel. Die ligt waarschijnlijk precies tussen de beide vestingen in.

Al spoedig kronkelen we over een smal weggetje met de rivier mee. Het weer klaart een beetje op, gelukkig. En zoals gebruikelijk op zondagochtend is weinig verkeer, afgezien van joggers en fietsers.

Aan de linkerkant wordt het zicht op de Vecht geblokkeerd door woonboten en de tuintjes, bomen en heggen die daarbij horen. Rechts is zo nu en dan een vrij zicht over de polders richting Naardermeer.


Zo nu en dan is er even een onderbreking in het lint van woonarken, schuurtjes en schuttingen. Net genoeg om ons een blik te gunnen op de mooiste houten boerderij, de Vechthoeve, die op de andere oever staat.

Het is een elegant, lichtgrijs geschilderd gebouw, uit 1899, met een rood pannendak. Als je niet wist dat het een boerderij was zou je het zo voor een 19e eeuwse villa houden. Het staat dwars op de rivier te pronken met zijn decoratieve daklijsten en balkon. Terras aan de rivier en zeilboot aan de steiger. Genoeg om een mens aan het dromen te zetten.

We zetten de auto even aan de kant om een foto te nemen. Maar daarvoor moeten we ons voorzichtig tussen de tuintjes van twee woonboten wagen. Gelukkig maken we niemand wakker. Voor ons horen we het verkeer op de A1 ronken. We zijn al vlakbij Muiden.


Ps: Bij het zoeken op internet naar informatie over deze regio stuitte ik op plannen om de Vecht, vlak voor Muiden, door middel van een aquaduct, over de A1 te leiden. In de Bloemendalerpolder, tussen Weesp en Muiden, zouden 2750 nieuwe woningen gebouwd gaan worden. Als dit doorgaat zou wellicht de monumentale boerderij 'de Vechthoeve' moeten wijken.
Door de financiële crisis is het hele plan vertraagd, maar in 2012 zou een akkoord over de plannen gesloten moeten worden. Zie ook wegenwiki.nl 



Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.




Tekening: Gerard Kuit


Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006

Muiden op Google Maps
 

dinsdag 20 september 2011

De Vecht 35 – Weesp en de cacao-connectie

Chocoladeliefhebbers opgelet ! Jullie beseffen het waarschijnlijk niet, maar over de hele wereld genieten mensen van chocolade, dankzij een uitvinding uit Holland.

Toen tekenaar Gerard Kuit en ik enige tijd geleden Weesp bezochten zijn we ook even gestopt bij de van Houten fabriek. Of wat daar nu nog van over is. Al pratende kwamen we tot de ontdekking dat onze families een cacao-connectie hebben.

Mijn vader werkte lange tijd in de Amsterdamse haven en heeft daar menige cacaoboot helpen lossen. Mijn moeder heeft een tijdje als inpakster gewerkt bij chocoladefabriek Bensdorp, in Bussum. En Gerard's familiegeschiedenis ligt voor een deel in Weesp, bij van Houten's cacao. Zijn oma is geboren in Weesp en haar vader en grootvader hebben bij van Houten gewerkt. 


Is dat dan zo bijzonder ? Zullen sommigen zich misschien afvragen. Nou, nee, half Weesp werkte op een zeker moment bij van Houten. Maar de uitvindingen, die in die fabriek gedaan, zijn waren wel van groot belang ! Nu, ja, ze zijn niet echt in Weesp gedaan, maar wel door de grondlegger van het concern, Casparus van Houten Sr. (1770-1858). Deze opende in 1815 zijn eerste chocoladefabriek, in Amsterdam.

Villa Casparus
In 1828 kwam hij met een procedé dat het makkelijker maakte om het vet uit de cacaobonen te halen, waardoor die beter tot poeder vermalen en verwerkt konden worden, in allerlei heerlijke producten. Dit door van Houten uitgevonden proces, dat 'Dutching' wordt genoemd is nog immer, wereldwijd, de manier om cacaopoeder te maken.

In 1850 verplaatste zijn zoon Coenraad het bedrijf naar Weesp. Onder kleinzoon Casparus jr. ging van Houten internationaal. Hij was een van de eerste die reclamecampagnes lanceerde, met wervende teksten op trams en gevels.

Op de golven van het succes bouwde Casparus een enorme villa aan het Smalweesp, het gebouw staat er nog, maar in de 99 kamers zijn nu appartementen gevestigd. Casparus stierf zelf in 1901, het jaar dat zijn villa gereed kwam.


Uiteindelijk werd het bedrijf in 1962 verkocht en in '71 werden de fabrieken in Weesp gesloten. Van de originele gebouwen is nu niet veel meer terug te vinden. De tekening bij dit verhaal heeft Gerard gemaakt met een oude foto als voorbeeld.

Het merk van Houten bestaat nog wel en is momenteel eigendom van het Zwitserse bedrijf Barry Callebaut. En het bedrijventerrein aan de noordkant van Weesp heet nog steeds 'van Houten industriepark'.

Met de overgrootvader van Gerard liep het allemaal nog treuriger af. Hij stierf toen hij, bij het instappen, tussen een al rijdende trein en het perron terecht kwam...




Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.






Tekening: Gerard Kuit
Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006
 



vrijdag 9 september 2011

De Vecht 34 – Wandelen door Weesp


 Weesp is een mooi stadje en op een zondagochtend in februari is het er heerlijk rustig. Ik laat me met mijn rolstoel door Gerard eerst, vanaf het eilandje met fort Ossenmarkt, de witte ophaalbrug over duwen. We rijden een stukje langs de rivier, over de Hoogstraat, eigenlijk de oude rivierdijk.

Links passeren we vriendelijke grachtenpandjes, rechts het water met zeilboten, motorjachtjes en kleumende eenden. Ter hoogte van de kerk, op de hoek is een cafeetje, slaan we linksaf de stad in.

De oude, gotische Laurenskerk staat met zijn kont naar de rivier gekeerd. Het is vermoedelijk oneerbiedig om het zo te zeggen, maar de achterkant, het koor, is het eerste dat we zien. De toren staat aan de stadkant.



Door de Kerkstraat komen we in de Nieuwstraat, één van de belangrijkste winkelstraten van Weesp. Het is een smal straatje, dat een lange kromming maakt, met de loop van de Vecht mee. Leuke oude geveltjes, maar de boompjes die er langs staan zijn wat iel en er is veel plaats gemaakt voor parkerende auto's.

Op doordeweekse dagen is het hier vast een heel gedrang. Nu rollen wij er ongehinderd langs, op zoek naar het gemeentehuis, links om de hoek.Onderwijl probeer ik vanuit mijn rolstoel, met mijn kleine cameraatje wat sfeervolle foto's te maken.

We rijden het straatje, met de wijdse naam 'Grote plein', een eindje in, om een beter zicht op het stadhuis te kunnen krijgen. Dat is een behoorlijk indrukwekkend gebouw, hoor. In de verte doet het wel wat denken aan het Paleis op de Dam, in Amsterdam, maar dan een stuk kleiner. Het is wel in dezelfde stijl gebouwd en van dezelfde, blauwgrijze steen. Boven de drie ingangsdeuren is een balkon, daarboven de smaakvol versierde gevel en een vrolijk torentje.

Op de brug over de oude gracht houden we halt om foto's te maken. Deze gracht is nog stiller dan de winkelstraat die we zojuist overgestoken zijn. We lopen dus maar terug, langs de Laurenskerk, richting St. Laurentiuskerk, die andere toren van Weesp, die je al van verre ziet, hoog en spits boven de huizen uitstekend. De namen van de kerken zijn vrijwel identiek, daar zit vast een lange geschiedenis van geloofsstrijd achter...


We komen uit op de Slijkstraat, nog zo'n schilderachtig winkelstraatje, met mooie geveltjes. We gaan linksaf en als we bij het water komen, rechts. Dit smalle weggetje heet 'Achterom' en voert langs een paar indrukwekkende panden. Oude brouwerijen en jeneverstokerijen, Weesp stond er lange tijd bekend om. Er is nu voornamelijk horeca in gevestigd.

Aan het eind glibbert Gerard het hellende stuk plaveisel op dat ons terug brengt op de Hoogstraat, bij de brug over het Smalweesp. Aan de overkant lonkt een cafeetje met de naam 'Toeters en bellen'. Dat schrikt ons niet af, ik heb het koud gekregen in mijn rolstoel en verlang naar een lekker warm bakkie koffie...



Thuisgekomen ontdek ik dat een groot deel van onze wandeling na te doen is via Googlemaps. Type 'Weesp Hoogstraat' in en klik op de rode A die op de luchtfoto van de stad verschijnt, vervolgens in het ballonnetje doorklikken op de link 'Streetview'. Je start dan bij de brug naar Ossenmarkt. Het is even goochelen voor je de besturing van het beeldscherm onder de knie hebt, maar dan kun je virtueel langs de Vecht en door Weesp wandelen !



Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.




Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006
 


zaterdag 3 september 2011

De Vecht 33 – Weesp, Fort Ossenmarkt


'Ook Weesp heeft dagen van bloed en vuur te boeken gehad in haar historierollen...', schrijft Professor de Rijk, rond 1900, in zijn boekje 'Wandelingen door Gooi- en Eemland'.

'Krijgshaftig was het ! Zoo krijgshaftig, dat er langen tijd velen waren, die meenden, dat het zijn naam dankte aan het middel-Nederlandsche “wispe” (wesp) welke naam de plaats vergelijkenderwijs zou gekregen hebben om haar kloekmoedigen tegenstand tegen hare vijanden.'

Van die krijgshaftige historie zijn ook vandaag nog veel overblijfselen te zien. Als je, zoals wij, van over de Vecht het stadje nadert, kom je bijvoorbeeld over een brug die leidt naar het fort Ossenmarkt. 
 

Ophaalbrug bij fort Ossenmarkt
Dit stoere, ronde vestingwerk, dat veel lijkt op fort Uitermeer, dat we eerder passeerden, maar dan in veel betere staat, ligt op een versterkt eilandje in de rivier. Met twee puntige bastions, ter weerszijden van het fort, vormt het een indrukwekkende verdediging tegen ieder die van deze kant het stadje binnen zou willen vallen.

De bastions waren er eerder dan het fort. Ze heten Bakkerschans en Nieuwe Achtkant en maken deel uit van een 17e eeuws plan, dat in totaal acht bastions omvatte. Het ontwerp was van Johan Maurits van Nassau, in het kader van wat nu de Oude Hollandse Waterlinie wordt genoemd.

Van de acht bastions zijn er maar vier verwezenlijkt. Naast de twee op het eilandje vinden we aan de zuidkant van de stad nog het Utrechtse Front, met de bastions Rozeboom en Draaierschans. De overige vier zijn nooit gebouwd, maar in het stratenpatroon kun je nog wel sporen van hun aanleg terug vinden.

Fort Ossenmarkt werd halverwege de 19e eeuw opgetrokken, als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het is een rond torenfort, met een half ondergrondse kelderverdieping en daarboven een etage voor geschut. Een halfrond, uitgebouwd, trappenhuis en een houten ophaalbrug geven het een haast middeleeuws aanzien.

In 1991-'92 is het fort in- en uitwendig gerestaureerd. Nu biedt het onderdak aan verschillende kleine bedrijven en verenigingen. In het naastgelegen bastion Bakkerschans is in de jaren '80 een theetuin aangelegd. De bijbehorende theeschenkerij, gevestigd in een oude munitieloods, is maar beperkt open.*)

Gerard parkeert de auto naast het fort en we besluiten nu toch maar mijn rolstoel uit te laden om het stadje verder te kunnen verkennen. 
 


*) Op Monumentendag, 10 september 2011, is de tuin de hele dag toegankelijk. Zie voor meer informatie: www.theetuin.nl



Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.




Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006

Fort Ossenmarkt op www.stelling-amsterdam.nl
 



zaterdag 27 augustus 2011

De Vecht 32 – Molens bij Weesp


Als Gerard en ik bij fort Uitermeer wegrijden slaan we per ongeluk rechts af in plaats van links. We zien onze vergissing in wanneer we weer bij de provinciale weg naar Hilversum uitkomen. Maar ook nu blijkt onze gewoonte, om op zondagochtend onze verkenningsritjes te doen, een voordeel. 
 
Het is doodstil. Gerard kan zonder probleem de weg op rijden om de auto te keren en even later rijden we weer over een smal weggetje, langs de Vecht, richting Weesp.

Het weer is nog steeds prachtig. Helderblauwe hemel. De zon schijnt op de rietkragen langs de rivier en doet de witte boerderijen langs de weg blinken. Verder naar rechts passeert een trein, over de spoorlijn van Amsterdam naar Amersfoort. Op het weggetje wordt gejogged, er is bijna geen autoverkeer. We stoppen even als we aan de overkant twee molens zien staan. 


Gerard daalt af naar de oever en klimt op een steigertje om mooiere foto's te kunnen maken. De opnamen raakt hij later kwijt, bij een ongelukje met zijn computer. Maar gelukkig maak ik ook wat plaatjes en een kort filmpje.

De molens liggen pal naast elkaar, aan de oever van de rivier, vlak buiten Weesp. Als we verder stroomafwaarts kijken zien we de torens van de stad al en de witte ophaalbrug. Op internet vind ik later de mooie informatieve site www.weesperwieken.nl over de molens van het stadje.

Daar zie ik dat de linker, met de donkere wieken, 'd' Eendracht' heet en de rechter, waarvan de wieken licht gekleurd zijn, 'de Vriendschap'. De eerste molen wordt nu gebruikt als woonhuis, maar de Vriendschap is nog in bedrijf. Als er genoeg wind is wordt er drie dagen in de week graan gemalen.

Ik citeer even de website: 'Veel van het vers tussen de molenstenen gemalen meel wordt in de molen verwerkt in de speciaal door ons samengestelde mixen voor molencake, pannenkoekenmeel, kruidkoekmix, speculaasmix en broodbakmixen. De broodbakmixen zijn zeer geschikt voor de broodbakmachine als wel voor het traditionele bakken.'



Zicht op Weesp
Al in de 17e eeuw stonden er op deze plaats twee molens. De Eendracht stamt uit 1691 en heeft de eerste honderd jaar van zijn bestaan mout gemalen voor de Weesper jeneverstokerijen. Aan het begin van de 19e eeuw wordt hij eerst omgebouwd tot schelpzandmolen en wat later, nadat hij opgekocht is door vier timmerlieden, ingezet als houtzaagmolen.

Na een periode van verval wordt de molen in de jaren '50 van de vorige eeuw eerst van buiten gerestaureerd en inwendig omgebouwd tot woonhuis. Nog later wordt ook het bedrijfsgedeelte gerestaureerd, zodat er nu weer gemalen zou kunnen worden.

De Vriendschap staat op de plaats van een eerdere 17e eeuwse molen, die aanvankelijk 'het Bosch' en later 'het Anker' heette. Na blikseminslag brandde die molen in 1899 af. Op het fundament werd een 200 jaar oude molen uit Amsterdam geplaatst. Die heette oorspronkelijk 'de Eendracht', maar omdat de buurmolen die naam al droeg werd de nieuwkomer omgedoopt tot 'de Vriendschap'.

Ook deze molen is in de loop van de 20ste eeuw in onbruik en verval geraakt. In 1974 wordt hij gekocht door de gemeente en na restauratie weer in gebruik gesteld. Bij de molen is een winkeltje waarin de ter plaatse gemaakte meelmixen worden verkocht. Ook geschikt dus voor de broodmachine !



Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.




Tekening: Gerard Kuit


 
Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006



 


woensdag 17 augustus 2011

De Vecht 31 – Fort Uitermeer

Even voorbij Nederhorst den Berg kruist de Gooilandseweg, de Vecht. Aan de overkant, achter de brug, ligt fort Uitermeer. Professor de Rijk zag het, aan het begin van de 20ste eeuw, al liggen vanuit de trein, van Hilversum naar Amsterdam: ‘…daar verrijst, op slechts geringen afstand van den spoorbaan, de bomvrije toren van Uitermeer…’.

Je kunt vanaf hier de trein nog steeds zien rijden, hoewel het geboomte in de tussenliggende jaren wel flink in omvang zal zijn toegenomen, aangezien het niet meer uit strategische overwegingen gesnoeid wordt. Maar, in al die keren dat ik hier langs reed, heb ik het fort zelf nooit eerder gezien. En dat terwijl het toch een indrukwekkend bouwwerk is.

Rond 1900 stond het er in volle glorie, ‘…als een groot wit kasteel…’, schrijft Thijsse, dat uit de rivier oprees. Inmiddels is het een ruïne, die stil en verlaten in het landschap ligt. Maar het blijft een bijzondere en sfeervolle plek. 

 

Gerard en ik parkeren de auto voor een hoog hek. In de verte zien we, achter de bomen, de oude geschutstoren. De toegangspoort zit op slot. Rechts staan wat lage gebouwen, iets dat op een beheerderswoning lijkt en links een aantal loodsen. Er wandelt een haan over het tussenliggende terrein.

We maken een paar foto’s, tussen de tralies van het hekwerk door en zouden al bijna weer in de auto gestapt zijn als ik niet aan de rechterkant een modderig pad had ontdekt. Het blijkt, langs de omheining, naar het vervallen vestingwerk te leiden. Voor mij een hele wandeling, maar als er ons halverwege een meisje met hond tegemoet komt, dat ons verzekert dat we bij het fort uit zullen komen, zetten we door.

Het heeft gevroren, het pad is glibberig en over ons hoofd vliegen, hoog in de blauwe lucht, groepen ganzen in fraaie v-formaties. Even later staan we aan de oever van de Vecht. De ruïneuze toren van het fort ligt, omgeven door een gracht, vlak langs de rivier. Aan de muren is te zien dat er hier en daar herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd om verder verval te voorkomen, maar aan de binnenkant lijkt het net het Colloseum. Verbrokkelde, halfronde bogen, die ooit de dikke muren en het verdwenen dak geschraagd hebben.


Er was hier al in de 16e eeuw een versterking, op de plaats waar het Naardermeer uitwaterde in de Vecht. In 1672 werd er een begin gemaakt met de aanleg van een gebastioneerd fort. In de 18e eeuw werd het verder versterkt en in 1845 werd de zware, ronde geschutstoren gebouwd.

In 1919 werd Uitermeer opgenomen in de Stelling van Amsterdam, een kring van forten die de hoofdstad moest beschermen. Na 1945 zijn de wallen gesloopt en heeft men de toren opgeblazen. Er zijn nog wel wat kazematten in de buurt te vinden en valkbij ligt de Uitermeersesluis, die eertijds door het fort beschermd werd.

Op internet vond ik plannen om het fort en omgeving te ontwikkelen voor toeristisch gebruik. Het ligt er nu nog eenzaam en desolaat bij, prachtig, vind ik. Maar dat zou dus in de toekomst wel eens kunnen veranderen.





Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.

Ps: Inmiddels zijn de plannen voor fort Uitermeer in een vergevorderd stadium. Er wordt  een restaurant gebouwd, de huurovereenkomst is al getekend. De bedoeling is dat de eerste gasten in september aan tafel kunnen. Zie ook: weespernieuws.nl 




Tekening: Gerard Kuit


Foto en filmpje: Jan de Stripman 

Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006

Fort Uitermeer op Wikipedia
Over de plannen voor Fort Uitermeer
Fort Uitermeer op Google Maps



donderdag 4 augustus 2011

De Vecht 30 – De Horstermeerpolder

De vorige etappe van onze Vechtreis volbrachten we onder stormachtige omstandigheden in november 2007. Op de terugweg van Nichtevegt en Nederhorst den Berg reden we door de Horstermeerpolder. Een kaarsrechte weg, over de bodem van een drooggelegde waterplas. Links en rechts huizen en boerderijen, af en toe een doorkijkje naar het achterliggende polderland. Je bent er doorheen voor je er erg in hebt. En dat is eigenlijk jammer want het is een opmerkelijk stukje Nederland.

Er zijn wel meer polders langs de Vecht, maar die liggen bijna allemaal aan de westkant van de rivier. De oostkant staat juist bekend om zijn plassen en meren. De Loosdrechtse plassen, de Vinkeveense- en Ankeveense plassen, het Naardermeer, het is een natte bedoening.

De meeste van deze waterpartijen zijn ontstaan door turfwinning. De huidige jeugd zal het zich nog maar nauwelijks voor kunnen stellen, maar voor we overstapten op aardgas en olie verwarmden we onze huizen met turf. Op elkaar gepakte en half vergane plantenresten, uit het veen, gedroogd en in blokken verdeeld.

Je stelt het je voor in onherbergzame streken in Drenthe en de kop van Overijssel, maar ook in ons eigen dorp, Soest, op de rand van de Utrechtse heuvelrug, werd turf gestoken. En in de veengebieden ten oosten van de Vecht, dus. In de afgelopen eeuwen zijn de veengebieden tussen Utrecht en Amsterdam zelfs zo enthousiast afgegraven dat de boel bijna helemaal onder water kwam te staan. Alleen het Horstermeer, dat nu juist van nature water was, is drooggelegd en ingepolderd.




Die inpoldering was bepaald geen fluitje van een cent. Al in 1612 werd een ringdijk aangelegd met de bedoeling om het meer droog te malen. De eerste pogingen faalden en het lukte uiteindelijk pas in 1882 om het meer definitief droog te leggen. Thijsse beschreef het ‘…kolosaal stoomgemaal, dat ’t water moet wegpompen uit den Horstermeerpolder, die heel diep ligt, wat wel te zien is aan het uitwateringskanaal zelf, dat een meter of vier onder den beganen weg ligt.’

De polder is ook interessant voor literatuurhistorici omdat Frederik van Eeden, schrijver van ondermeer ‘De kleine Johannes’, hier in 1902 een stuk grond kocht, ter uitbreiding van zijn idealistische kolonie Walden. De boerderij ‘De Nieuwe Harmonie’ herinnert hieraan. De bedoeling was om, in coöperatief verband, land- en tuinbouw te bedrijven. Van Eeden, die van huis uit psychiater was, wilde er ook patiënten onder brengen. Het terug-naar-de-natuur-experiment ging uiteindelijk, in 1907, ten onder aan onkunde en onenigheid.

Er zijn trouwens plannen om de Horstermeerpolder weer gedeeltelijk onder water te zetten. Het moet niet veel gekker worden. Is het ding net 125 jaar droog ! Maar gelukkig zijn er mensen die dat toch weer te ver vinden gaan, getuige verschillende internetsites. Wel vreemd dat de makers daarvan het gebied aanprijzen als ‘…een heel mooi stukje natuur…’, want dat is het nu net niet. Maar als ik de plaatjes zo bekijk kan ik me voorstellen, dat je er als bewoner niet op zit te wachten, dat dit mooie gebied weer onder water gezet gaat worden.


Anderhalf jaar na onze eerste tocht door de polder is de plannenmakerij wel verder gegaan, maar is er nog geen beslissing over het gebied genomen. De overheid wil een deel van de polder veranderen in moerasgebied, om overtollig water op te vangen. Er is ook een alternatief plan, de Weide-Meren-variant, opgesteld door Jan Zwagerman, dat voorziet in een afwisseling van brede sloten en akkers. Maar daar zijn de politici en bestuurders niet erg enthousiast over. Tot verdriet van een aantal bewoners. En zo steggelen we vrolijk verder.

Historie en onenigheid genoeg rondom de Horstermeerpolder. Toch hebben Gerard en ik op onze eerste doortocht niets gezien waarvoor we de auto stil wilden zetten. Onopvallende boerderijen, hier en daar een glimp van weilanden en het zendstation dat achter de huizenrij ligt. We zullen er nog eens naartoe moeten, als we bij dit verhaal ook een illustratie willen maken. In mijn monumentenboek wordt ‘het Jachthuis’ genoemd en boerderij ‘de Horst’, beiden uit 1903, die het bekijken waard zouden moeten zijn. En dan rijden we meteen door naar Weesp, het laatste stadje voor Muiden en de monding van de Vecht.


Ps: In februari 2010 hebben de bewoners, uit protest en ongenoegen, de Republiek Horstermeerpolder uitgeroepen en zich daarmee losgemaakt van het koninkrijk der Nederlanden. In september 2010 is er, na bemiddeling van de burgemeester van Wijdemeren, besloten tot een wapenstilstand. Er ligt nu een compromisvoorstel waarin het waterpeil in de polder iets verhoogd wordt, maar er geen moerasgebied zal ontstaan. Zie RepubliekHorstermeerpolder,blogspot.com 



Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.
 



Tekening: Gerard Kuit



Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006;

De Horstermeerpolder op Wikipedia


Van het Weide-Merenplan is een filmpje te zien op YouTube en een korte documentaire over de plannen en protesten in de Horstermeerpolder 
  
Weblogs over de Horstermeerpolder: Mijn Horstermeer en Bewonersvereniging Horstermeerpolder