Jac. P. Thijsse wandelde, in zijn boek
'Langs de Zuiderzee', uit 1915, in twee alinea's van Kampen naar
Harderwijk. Daarbij passeerde hij Doornspijk en Elburg in omgekeerde
volgorde, vergeleken met onze reis. Aan Doornspijk besteedde hij niet
veel woorden, Elburg komt er iets beter vanaf:
'Het is een heel oud stadje, maar in
zijn bouwtrant herinnert het aan Mannheim of liever nog aan de
nieuwere steden in Noord-Amerika: allemaal rechte lengtestraten en
dwarsstraten, die rechthoekige huizenblokken omsluiten.'
Hij noemt de Vischpoort, de oude
vestingwallen en het Klooster en schrijft nog dat hij er graag langer
was verbleven, maar dat hem daar de tijd voor ontbrak. Of Gerard en
ik er heel veel langer zullen zijn weet ik niet, maar ik ga er zeker
meer over schrijven.
We parkeren de auto binnen de vesting,
aan de Walstraat, laden de rolstoel uit en Gerard rolt me de
hobbelige keitjes van de Jufferenstraat over, op zoek naar een terras
en een kop koffie. In feite is dit de hoofdstraat van het stadje, die
recht op de Vischpoort af loopt. Om ons te herinneren aan het
visserijverleden heeft men hier en daar viskorven en -netten over de
straat uitgehangen.
Er lopen nogal wat dagjesmensen door
het stadje en aan lonkende terrasjes is geen gebrek. We strijken
neer op het grote kruispunt, middenin het stadje, tegenover de
muziektent. Boven ons hoofd kwetteren huismussen, die ook af en toe
onder de tafeltjes door scharrelen, op zoek naar gevallen kruimels.
Elburg is ontstaan in de middeleeuwen
en kreeg rond 1230 stadsrechten. In 1339 liet de hertog van Gelre het
stadje meer landinwaarts verplaatsen, vanwege de voortdurende
kustafslag en overstromingen door de Zuiderzee.
Een deel van de nederzetting, rond de
Ellestraat, kwam binnen de nieuwe stadsmuren te liggen, een deel werd
aan de zee prijsgegeven. Daar is nu de jachthaven. In de 16e eeuw
werd Elburg versterkt met wallen, rondelen en kazematten. Bij een
grote brand, in 1593, ging een kwart van alle huizen verloren.
De welvaart in het stadje hing sterk af
van de visserij. Vanaf de 17e eeuw ging het daar minder goed mee en
met de aanleg van de afsluitdijk was het definitief afgelopen. Door
de economische stagnatie bleef het middeleeuwse karakter van Elburg
bewaard en aangezien de oude, nauwe gemeentegrenzen tot 1973
gehandhaafd werden, was er ook weinig nieuwbouw, buiten de
stadsmuren.
Pas toen, in 1974, de gemeente Elburg
samengevoegd werd met Doornspijk kwam er een forse stadsuitbreiding,
waarbij het dorp Oostendorp opgeslokt werd.
NB: Dit verhaal is geschreven in 2015, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit , foto: Jan de Stripman
Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten