woensdag 5 september 2018

De Zuiderzee – 35 – Elburg, een gaaf vestingstadje


Jac. P. Thijsse wandelde, in zijn boek 'Langs de Zuiderzee', uit 1915, in twee alinea's van Kampen naar Harderwijk. Daarbij passeerde hij Doornspijk en Elburg in omgekeerde volgorde, vergeleken met onze reis. Aan Doornspijk besteedde hij niet veel woorden, Elburg komt er iets beter vanaf:

'Het is een heel oud stadje, maar in zijn bouwtrant herinnert het aan Mannheim of liever nog aan de nieuwere steden in Noord-Amerika: allemaal rechte lengtestraten en dwarsstraten, die rechthoekige huizenblokken omsluiten.'



Hij noemt de Vischpoort, de oude vestingwallen en het Klooster en schrijft nog dat hij er graag langer was verbleven, maar dat hem daar de tijd voor ontbrak. Of Gerard en ik er heel veel langer zullen zijn weet ik niet, maar ik ga er zeker meer over schrijven.

We parkeren de auto binnen de vesting, aan de Walstraat, laden de rolstoel uit en Gerard rolt me de hobbelige keitjes van de Jufferenstraat over, op zoek naar een terras en een kop koffie. In feite is dit de hoofdstraat van het stadje, die recht op de Vischpoort af loopt. Om ons te herinneren aan het visserijverleden heeft men hier en daar viskorven en -netten over de straat uitgehangen.

Er lopen nogal wat dagjesmensen door het stadje en aan lonkende terrasjes is geen gebrek. We strijken neer op het grote kruispunt, middenin het stadje, tegenover de muziektent. Boven ons hoofd kwetteren huismussen, die ook af en toe onder de tafeltjes door scharrelen, op zoek naar gevallen kruimels.

Elburg is ontstaan in de middeleeuwen en kreeg rond 1230 stadsrechten. In 1339 liet de hertog van Gelre het stadje meer landinwaarts verplaatsen, vanwege de voortdurende kustafslag en overstromingen door de Zuiderzee.

Een deel van de nederzetting, rond de Ellestraat, kwam binnen de nieuwe stadsmuren te liggen, een deel werd aan de zee prijsgegeven. Daar is nu de jachthaven. In de 16e eeuw werd Elburg versterkt met wallen, rondelen en kazematten. Bij een grote brand, in 1593, ging een kwart van alle huizen verloren.

De welvaart in het stadje hing sterk af van de visserij. Vanaf de 17e eeuw ging het daar minder goed mee en met de aanleg van de afsluitdijk was het definitief afgelopen. Door de economische stagnatie bleef het middeleeuwse karakter van Elburg bewaard en aangezien de oude, nauwe gemeentegrenzen tot 1973 gehandhaafd werden, was er ook weinig nieuwbouw, buiten de stadsmuren.

Pas toen, in 1974, de gemeente Elburg samengevoegd werd met Doornspijk kwam er een forse stadsuitbreiding, waarbij het dorp Oostendorp opgeslokt werd.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2015, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


Geen opmerkingen: