donderdag 20 juni 2013

Het groene hart 12 - IJsselstein, een middeleeuwse soap


Wanneer precies begonnen is met de bouw van het kasteel van IJsselstein is niet bekend. Vast staat dat er rond 1250 een Arent van IJsselstein resideerde. Deze wist in de tweede helft van de 13e eeuw zowel in conflict te komen met de bisschop van Utrecht als met de graaf van Holland. Het begon met gedoe rondom het slot van Vreeland, dat Arent en zijn broer Gijsbrecht van Amstel, niet af wilden staan aan de bisschop. Met behulp van graaf Floris V van Holland, werd het kasteel ingenomen. Arent werd gevangen gezet en moest in ruil voor zijn vrijheid een groot deel van zijn goederen aan Floris afstaan. Het is dus niet verwonderlijk dat we Arent en Gijsbrecht later terugvinden onder de samenzweerders tegen Floris V.

Arent overleed in 1291, zijn zoon Gijsbrecht erfde het kasteel. In 1296 werd geprobeerd Floris naar Engeland te ontvoeren. Het plan mislukte en de graaf werd vermoord. Oom Gijsbrecht van Amstel, was daar direct bij betrokken, maar ook neef Gijsbrecht van IJsselstein werd verdacht en kwam in moeilijkheden.

De twee werden opgejaagd door de wraakzuchtige getrouwen van de nieuwe graaf, de nog minderjarige Jan I. De oudste Gijsbrecht werd uit Nederland verdreven en zijn goederen werden verbeurd verklaard, ingepikt dus. Zijn neef werd gevangen genomen door Hubert van Vianen en opgesloten in slot Culemborg.


Mevrouw van IJsselstein, Berta (Craandijk noemt haar: 'Baerte'), die van zichzelf van Heukelum heette, wist het kasteel van IJsselstein een jaar lang te verdedigen tegen de troepen van Hubert van Vianen. Deze wou de belegering niet opgeven omdat op het slot ook zijn zoontje gevangen werd gehouden. Het kind was eerder, op slinkse wijze, door handlangers van de van IJsselsteins ontvoerd.

Toen die uiteindelijk door honger en gebrek het verzet moesten staken werd van de 16 mannen, die nog op het kasteel in leven waren, de helft onthoofd. Het was allemaal nog ver voor de conventie van Geneve en ook opsluiting in Guantanomo bay zat er toen nog niet in.

Zo kwam het kasteel in Hollandse handen. Na de dood van graaf Jan I, schonk zijn opvolger, Jan de II van Avesnes, het aan zijn broer Guy van Henegouwen. Die werd in 1301 bisschop van Utrecht en in de herschikking van bezittingen die daarop volgde wist Gijsbrecht zich weer van het slot meester te maken. In 1305 zitten hij en Berta weer prinsheerlijk op kasteel IJsselstein en verzoenen ze zich met graaf Willem III, opvolger van Jan II. Hun zoon Arnoud trouwt met Maria, de bastaarddochter van bisschop Guy.

Vervolgens is er even pauze in de middeleeuwse soap. In die relatief rustige tijd wordt werk gemaakt van het opbouwen van de stad IJselstein. Gijsbrecht stierf pas in 1344 en had dus de gelegenheid om een en ander goed aan te pakken. Hij stichtte in 1309 de kerk en legde de eerste versterkingen aan.


Na een vluchtige blik op de enige toren die nog van het kasteel overgebleven is wandelen we langs de stadsgracht naar Gijsbrechts kerk. De middeleeuwse vestingwerken rondom IJsselstein zijn bijna helemaal verdwenen. 'De hervormde kerk ligt vriendelijk tusschen 't plantsoen, dat hier den ouden stadswal heeft vervangen', schrijft Craandijk. Van het oorspronkelijke godshuis is, na een verwoesting in 1466, niets meer over. De kerk is na 1500 herbouwd in laat gotische trant.

De toren stamt van rond 1530 en vormt een overgang naar de renaissance, men denkt dat de Italiaanse architect Alesandro Pasqualini, waarvan bekend is dat hij in die tijd voor de heer van IJsselstein werkte, hem heeft ontworpen. Maar van zijn schepping staan alleen de onderste vier verdiepingen nog overeind. De spits brandde in 1568 af en na herbouw in de 17e eeuw, ging hij in 1911 opnieuw in rook op. De huidige bakstenen spits is ontworpen door M. de Klerk, aanhanger van de Amsterdamse school, en werd voltooid in 1928. De architect was toen al vijf jaar dood.

We lopen het portaal van de kerktoren binnen en horen dat de dienst in volle gang is. Binnen moeten twee prachtige grafmonument te zien zijn. Het ene daterend uit 1370 met levensgrote beelden van heer Gijsbrecht van IJsselstein en zijn vrouw Berta, hun zoon Arnoud (gestorven in 1363) en diens vrouw Maria van Henegouwen. Aan de voeten van de, in harnas gestoken, heren liggen leeuwen als symbool van moed, aan de voeten van de dames hondjes ten teken van trouw. Het tweede monument is voor Aleid van Culemborg, de in 1471 jong gestorven vrouw van Frederik van Egmond, heer van IJsselstein, die zelf pas in 1522 overleed. Ook hierop een beeld met een hond aan de voeten.

We willen de eredienst niet verstoren en wandelen weer naar buiten. We hebben trek in koffie, dus gaan we verder het oude stadje in, op zoek naar een café of restaurant .



NB: Dit verhaal is geschreven in 2004 en eerder gepubliceerd in de Artishockberichten, programmablad van de vereniging Artishock in Soest en op het Volkskrantblog. 


Tekening: Gerard Kuit
 
Bronnen: Wandelingen door Nederland, Utrecht - J. Craandijk, 1874; Wij trekken door Utrecht - Rinke Tolman, 1935; ENSIE lexicon 1952; Kastelengids van Nederland - Kransberg en Mils, 1979; Monumenten in Nederland - Utrecht, 1997
 
Links:

Oude foto's en historische informatie is te vinden bij Streekarchief Rijnstreek en Lopikerwaard




2 opmerkingen:

martin zei

Lekker vredig volkje die Hollanders.

Jan de Stripman zei

@martin - Moord en doodslag was het ! In de middeleeuwen was het niet vreemd als, na een belegering, alle overwonnen mannen vermoord werden. Hele steden zijn zo uitgeroeid. Dus eigenlijk viel het hier nog reuze mee...