De vecht maakt hier een paar stevige bochten en in de 17e eeuw liet ambachtsheer Godard van Reede er een kanaal gegraven, de Reevaart, om een aantal van die meanders af te snijden. De vaart liep tussen de Horn- en Kuijerpolder, grenzend aan de Vecht ten westen van het dorp en de Spiegelpolder, aan de oostkant, door. De laatste is door het afgraven van turf en zand, inmiddels veranderd in de Spiegelpolderplas, een ruim meer dat ons links aan de horizon tegemoet blinkt.
Tussen 1969 en ’79 werd de Reevaart gedempt, zodat we er nu overheen kunnen rijden met de auto. Het hele landschap is hier één groot voorbeeld van de niet aflatende dadendrang van de mens. Een kanaal dat eerst gegraven en dan weer dicht gegooid wordt, een veengebied dat uitgegraven wordt tot er een meer ontstaat en een stukje verderop hebben we ook nog een natuurlijk meer dat drooggelegd is, de Horstermeerpolder. Mag het niet wat minder, vraag je je soms af.
Ondertussen schijnt de zon fel tussen de voortjagende wolken door en rijden wij het stille Nederhorst binnen. Het dorp dankt zijn toevoeging ‘den Berg’ aan een zandheuvel die opgestuwd is door de gletsjers in de laatste ijstijd. Op en rond die heuvel, een prettig droog plekje in een verder nat en zompig landschap, is al in de vroege middeleeuwen een dorp ontstaan.
Wanneer precies weet niemand. Maar men zegt dat op de berg al sinds de 8e eeuw een kerk staat die aan Willibrord gewijd is. Hij zou gesticht zijn door Liudger en was waarschijnlijk aanvankelijk van hout gemaakt. Liudger was een belangrijke prediker die er mede voor gezorgd heeft dat het Christendom hier ten lande aan populariteit won. Hij kerstende delen van Groningen en Friesland en gaf les aan de kloosterschool in Utrecht. Een van zijn wapenfeiten is het genezen van de blinde bard Bernlef, die zich prompt bekeerde. Waar een wondertje op zijn tijd al niet goed voor is.
Maar misschien moet het hele Liudger-verhaal wel naar het rijk der Christelijke fabelen verwezen worden. Mijn monumentenboek noemt hem namelijk helemaal niet. De eerste vermelding van een kapel te Nederhorst dateert uit 1038, schrijft men daar. Toen was de legendarische Liudger al 200 jaar dood. In de 12e eeuw werd de Romaanse kerk gebouwd die er nu, met wat latere toevoegingen, nog staat.
We parkeren aan de voet van de kerkheuvel. Aan deze kant is er een langgerekt, witgepleisterd huis tegen de berg aangebouwd. Als we de trap beklimmen, die van de straat naar de kerk leidt, zien we dat op het dak van het pand, op gelijke hoogte met de top van de kerkheuvel, een deur is aangebracht waardoor je dus binnendoor de kerk kunt bereiken.
Achter de kerk is een klein begraafplaatsje. Je hebt hier een aardig uitzicht over de kleine huisjes van het dorp met hun rode pannendaken. We maken een paar foto’s en willen net om het stemmige en eerbiedwaardige godshuis heen wandelen, als de deuren opengaan en de kerkgangers naar buiten komen.
Dit verhaal verscheen in 2008 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.
Tekening: Gerard Kuit
Foto: Jan de Stripman
Bronnen: Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; Monumenten in Nederland 1996; Natuurwijzer van Natuurmonumenten 2001
Nederhorst den Berg op Wikipedia
3 opmerkingen:
Dit is weer een fraai stukje historie Jan. Ben je in die streek geboren?
Mijn man herinnert zich dat hij daar op een kasteeltje was omdat de studio's van Joop Geesink daar waren. Herinnering berust op een veronderstelling....
Groet Annet
Nederhorst ten Berg mooie naam wel als je er even over nadenkt.
@annet - Joop Geesink werkte lange tijd samen met Marten Toonder en die had op kasteel Nederhorst zijn studio. Dus het kan best eens kloppen. Over het kasteel hebben we het in de volgende afleveringen...
@martin - Er zit een contrast tussen neder en berg, nu je het zegt...;o)
Een reactie posten