zaterdag 23 juli 2011

De Vecht 28 – Kasteel Nederhorst deel 1

Rond 1900 beschrijft Professor J.A. de Rijk een aantal wandelingen door Gooi- en Eemland, die als feuilleton in de regionale krant de ‘Gooi- en Eemlander’ worden geplaatst. Een van die wandelingen gaat door Nederhorst den Berg. De prof komt, deels per tram, vanuit Hilversum en reist ons als het ware tegemoet.

Op dat moment was de Reevaart, die ooit dwars door Nederhorst liep, nog open water. Hij moest dus het kanaal oversteken om bij kasteel en kerk te kunnen komen: ‘Over de ophaalbrug bereiken we het eigenlijke dorp, dat zijn naam dankt aan de ridderhofstede, die er in het begin van de 13e eeuw werd gesticht door Heer Philips van Wassenaar.’ (…) ‘In de 18e eeuw is het adellijk huis geheel en al verbouwd. De grachten bleven wel aanwezig, maar een vaste brug verving de vroegere, krijgshaftige valbrug; de muren (…om de voorburcht…) maakten plaats voor sierlijke wandeldreven; en vriendelijk ligt daar nu het tot landhuis verworden “versterkte slot”.'



De Rijk schrijft dat er vlak bij Amersfoort een andere Horst was, ook wel Hoogerhorst genoemd en dat daarom ter onderscheid deze nieuwe vesting Nederhorst werd gedoopt. Op internet lees ik dat er aan de Eem, tegenover de Kleine Melm en ten noorden van Coelhorst, een grote boerderij staat die Hoogerhorst heet. Tot halverwege de 19e eeuw was de boerderij omgracht en men neemt aan dat er hier ooit een kasteel heeft gestaan.

Op de Wikipediapagina over kasteel Nederhorst wordt een Hogerhorst bij Rhenen genoemd als reden om Nederhorst zo te noemen. Mijn kastelengids van Nederland heeft het zelfs over drie andere kastelen in de provincie Utrecht met de naam Horst. Oplettende lezertjes zullen zeggen dat Nederhorst den Berg toch bij Noord-Holland hoort, maar dat is pas zo sinds de provinciale herindeling van 1819. In de middeleeuwen was dit allemaal Utrechts gebied.

De naam van het dorp zou ook nog aanleiding tot verwarring kunnen geven. Aan de ene kant is het genoemd naar kasteel Nederhorst. Maar het dorp was er al voor het kasteel gesticht werd. Oorspronkelijk heette het simpelweg ‘den Berg’, naar het heuveltje waar de kerk op staat. De naam Nederhorst den Berg zal aanvankelijk aan het kasteel zijn gegeven en later overgegaan zijn op het plaatsje.



Oprijlaan kasteel Nederhorst
Volgens de kastelengids wordt het kasteel voor het eerst genoemd in 1301, toen Alfert van Wulven het in leen opdroeg aan Heer Guy van Henegouwen. Geen Philps van Wassenaar, dus als stichter. In de 16e eeuw komt het slot, dat aanvankelijk waarschijnlijk bestond uit een hoofdtoren, of donjon, omringd door een weermuur, via de familie van Zuylen, in bezit van Godart van Rhede tot Saesfeld, heer van Amerongen en Zuylenstein. Diens kleinzoon laat de Reevaart graven.

Godart junior laat het kasteel flink verbouwen, maar niet om er zelf in te gaan wonen. Hij verkoopt het in 1652 aan zijn schoonvader Adam van Lockhorst, heer van Zuylen. Die vermaakt het weer aan zijn kleindochter Anna Elisabeth van Rhede, die op 13-jarige leeftijd wordt uitgehuwelijkt aan haar stiefbroer Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerke. Het is een wat onoverzichtelijk gerommel in die adellijke families.




In 1672, het vermaarde rampjaar, wordt kasteel Nederhorst in brand gestoken door de Franse troepen. Na de dood van Hendrik Jacob wordt het gehavende kasteel, in 1695, geveild. Op de veiling staat weer een ander familielid op, Godart Willem van Tuyll van Serooskerke, die het kasteel koopt.

Godart Willem laat herstellingen en verbouwingen uitvoeren. Onder zijn bewind krijgt, onder andere, de huidige ingangspartij zijn vorm. Een monumentale stenen brug leidt naar een trap. Bovenaan de trap is de hoofdingang, op de zogenaamde bel-etage. Links en rechts van de trap zijn kleinere deuren die toegang geven tot het souterrain, indertijd de plaats voor het bedienende personeel.

De zoon van Godart Willem liet aan het begin van de 18e eeuw de tuin vernieuwen en twee bouwhuizen neerzetten. Daarvan is alleen het zuidelijke overgebleven dat dienst deed als koetshuis.



Dit verhaal verscheen in 2008 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.
 



Tekening: Gerard Kuit



Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; Kransberg en Mils – Kastelengids van Nederland 1979; Monumenten in Nederland 1996; Natuurwijzer van Natuurmonumenten 2001
Kasteel Nederhorst op Wikipedia; Nederhorst den Berg op Wikipedia 



3 opmerkingen:

Glaswerk zei

Bij zulke verhalen krijg ik altijd zin in kasteel.
Het zal wel een - hopelijk ongevaarlijke - afwijking zijn ;-)

Ken jij Gerard Kuit?

martin zei

Jan afgelopen woensdag was ik in Soest, bij de Kringloopwinkel. Het cassete deck dat ik er had gekocht had het begeven. Voor 5 euro toch geen miskoop. Ik dacht er een nieuw te kopen. (DEe Kingloopwinkel was verplaatst, zo leer ik Soest wel kennen.) De decks waren allemaal op. Met twee boekjes ging ik huiswaarts. Daar gaat het allemaal niet om. Aan de raam hing een affiche van de Vereniging Artishock waarop een concert van Lecter's Bluesband werd aangkondigd. Gek maar ik voelde me opeens een beetje tuis in Soest.


"Tot landhuis verworden," moet natuurlijk zijn "tot landhuis geëvolueerd slot." De volgende stap in de geschiedenis "door volk in eigendom genomen landhuis waar je nu naar optredens van Lercter's Bluesban kan gaan." Zoveel geouwehoer. Het wordt tijd voor vakantie.

Jan de Stripman zei

@glaswerk - Wie kent Gerard Kuit nu niet ?

@martin - In de categorie 'groot wonen' is 'landhuis' inderdaad de volgende stap na 'kasteel'. Maar in de ogen van romantici is het kasteel toch mooier. Evolutie leidt niet altijd naar verbetering...;o)