maandag 18 april 2011

De Vecht 19 – Loenen

De zondagochtend is het ideale moment om iets van ons land te gaan zien. Je wordt niet gehinderd door landgenoten die zich, om wat voor reden dan ook, op de weg begeven. De meeste dorpjes zijn uitgestorven. Wat er aan bevolking nog gelovig is zit in de kerk, de rest ligt nog op één oor.

Zo is het ook in Loenen. Gerard en ik kunnen in alle rust rond de kerk wandelen en de stille dorpsstraat in lopen. Daar staat een aantal mooie herenhuizen, met tuinen aan de Vecht. We slaan het straatje naar de rivier in en moeten weer eens wachten voor een open ophaalbrug. Op het water is wel verkeer.


Maar vanaf de brug heb je een mooi zicht op het water, de weelderig begroeide oevers en het aardige dorp. Eenmaal aan de overkant wandel ik een klein stukje stroomopwaarts. Ik hou halt bij de overplaats van het landhuis Bijdorp, een plantsoen met rozen en tuinbeelden, aan de overkant van de weg waaraan het bijbehorende huis ligt.

Bijdorp
Er komt een man aangelopen, met twee honden. Het blijkt de bewoner van Bijdorp te zijn, hij maakt in ieder geval aanstalten om het hek binnen te gaan. Maar zijn honden vinden mij veel interessanter en komen nieuwsgierig aan mijn broekspijpen snuffelen. Ze zien er vriendelijk genoeg uit, maar hoewel hun baasje ze vanaf de andere kant van de straat roept blijven ze om mij heen dralen.

‘Ik zal maar naar u komen’, zeg ik uiteindelijk en ik steek de straat over, op de voet gevolgd door de honden. Hij bedankt me. ‘U woont hier mooi,’ probeer ik iets van een gesprekje op gang te brengen. Maar hij loodst snel zijn honden naar binnen en met een gemompelde instemming verdwijnt hij ook de tuin in. Geen zin in prietpraat met vreemdelingen op de vroege zondagochtend. Ik keer dan maar terug naar de brug waar Gerard het zicht op de kerktoren aan het fotograferen is.



‘Wat een aardig dorp !’, jubelt Jac. P. Thijsse, bij zijn bezoek in 1915. Hij prijst de kerk met ‘…den hoogen toren, die na den Domtoren van Utrecht de hoogsten en meest indrukwekkende is van de hele Vechtstreek.’

Dominee Jacobus Craandijk schrijft dat in 1714 de bliksem ‘s nachts in de toren sloeg: ‘…de vlam vernielde den kap en al het houtwerk dat er in was. Maar de kloekheid van de dorpelingen redde het gebouw…’. Aan het begin van de 19e eeuw, zo gaat de dominee verder, ‘…begon de zware toren aanmerkelijk over te hellen en men vreesde dat hij zou moeten worden afgebroken, om een noodlottige instorting te voorkomen.’ Zover kwam het gelukkig niet: ‘…een eenvoudig metselaar uit Loenen wist het middel te vinden, om het trotse gevaarte zijn regten stand weer te doen hernemen en zijn vernuft spaarde het schoonste sieraad van het dorp.’

Craandijk vertelt ook dat het dorp ooit opgesplitst was in een Hollands en een Utrechts deel. Cronenburg, het slot dat toen aan het begin van de dorpsstraat stond, was een Hollands leen. Maar voorbij de kerk had de bisschop van Utrecht het voor het zeggen. Dat leidde tot de vreemde situatie dat er twee rechthuizen werden gebouwd, ze staan er nog aan de rijksweg, met elk indertijd zijn eigen schout en schepenen. In de 18e eeuw komt aan deze ongemakkelijke toestand een eind en sindsdien hoort Loenen bij Utrecht. Het vormt sinds 1989 met Loenersloot, Nieuwersluis, Nigtevecht en Vreeland één gemeente.


De geschiedenis van het dorp gaat terug tot de 10e eeuw, wanneer het als ‘Lona’ genoemd wordt in een schenkingsakte van de Duitse keizer Otto I aan de bisschop van Utrecht. Maar waarschijnlijk was er al in de Romeinse tijd bewoning op de oeverwallen langs de Vecht, waar later dorpen als Loenen uit zijn ontstaan Op de website van de gemeente wordt de naam verklaard als een afgeleide van het Duitse ‘lo’, dat bos betekent.

De horeca in Loenen gaat op zondagochtend helaas laat open, zodat Gerard en ik maar weer in de auto stappen, om te zien of er in Vreeland, het volgende dorp langs de Vecht, misschien koffie te krijgen is.





Dit verhaal verscheen in 2007 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.
 


Tekening: Gerard Kuit


Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; ENSIE Lexicon 1952; Kransberg en Mils - Kastelengids van Nederland 1979; Atlas van de Nederlandse kastelen 1980; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996; Cultuurhistorische routes in de provincie Utrecht - De Hollandse waterlinie 1996.

Websites algemeen: www.vecht.nl en www.hollandsewaterlinie.nl  
Over Loenen, Vreeland en Nieuwersluis: www.stichtsevecht.nl en de Historische Kring Gemeente Loenen: www.hkgl.nl

4 opmerkingen:

Unknown zei

weer een leuk verslag, ja de zondagmorgen is mooi en stil en je kunt ongstoord genieten(mooie tekening trouwens)

Jan de Stripman zei

@cor - Die zondagochtend-stilte is een prettige bijkomstigheid van het Christendom, waar grappig genoeg vooral ongelovigen ten volle van profiteren...;o)

Anoniem zei

:-)) ik heb ook wel mensen gekend die steevast beweerden dat je 'God ook in de natuur kon ontmoeten'.

anonieme M.-D.

Jan de Stripman zei

@M.-D. - Dat is mij nog niet overkomen...;o)