Na een kopje koffie op het terrasje
voor de Oude Bakkerij, een pas gerestaureerd pand waarin ook een
restaurant in gevestigd is, verlaten we Urk.
We rijden door de vlakke
Noordoostpolder, die inmiddels 75 jaar droog ligt. De plannen om een
deel van de Zuiderzee in te polderen, zijn nog een stuk ouder. Rond
1880 onstond een plan om de hele Zuiderzee in te polderen. Het plan van
ingenieur C. Lely, uit 1891, liet nog een centrale watermassa open,
het IJsselmeer.
In 1918 werden dat vastgelegd in de
Zuiderzeewet. Als eerste werd de Wieringermeer drooggelegd, nog voor
de Afsluitdijk er kwam zelfs, zodat de Noordoostpolder in feite de
eerste IJsselmeerpolder was.
De werkzaamheden begonnen in 1936, de
dijk was in 1940 klaar en in 1942, tijdens de Duitse bezetting, viel
de polder helemaal droog. De arbeiders waren vrijgesteld van
Arbeitseinsatz in Duitsland en daardoor werd de polder een populaire
plek voor onderduikers. Volgens Wikipedia hebben er in totaal naar
schatting twintigduizend mensen in de Noordoostpolder ondergedoken
gezeten.
Centraal in de polder ligt Emmeloord.
Van oorsprong was dat de naam van een dorpje op de noordpunt van het
eiland Schokland. Daar rijden we nu naartoe.
Zicht op de haven van Schokland |
Net als Urk is ook Schokland gevormd
door de gletsjers in de ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden. In de
middeleeuwen was Schokland een flink eiland, maar door kustafslag
bleef er in de 19e eeuw niet meer van over dan een lang gerekte
sliert land. Daarop waren drie nederzettingen, het eerder genoemde
Emmeloord (of Noorderbuurt), Middelbuurt en Zuiderbuurt.
Het voormalige eiland is nu vier
kilometer lang en honderd tot vierhonderd meter breed. In de 19e eeuw
woonden er ruim 600 mensen die hoofdzakelijk leefden van de visserij.
Administratief was het eiland verdeeld
tussen Holland en Overijssel en ook religieus was er een onderscheid
tussen het protestantse zuiderdeel en het katholieke noorden. Er werd
in twee verschillende dialecten gesproken en ook verder hielden de
bevolkingsgroepen een strikte scheiding in stand.
In de eerste helft van de 19e eeuw werd
het eiland een paar keer door een zware storm getroffen. Eerst werd
de Zuiderbuurt ontruimd en in 1859 besloot men om het hele eiland te
evacueren. Ironisch genoeg is de omvang van het eiland daarna
nauwelijks verminderd.
Van de bebouwing is nu niet heel veel
meer over, de meeste huizen werden bij de evacuatie afgebroken. De
bevolking vertrok naar Zuiderzeehavens als Kampen, Vollenhove,
Volendam en Urk. In Kampen kwamen we eerder al een monument tegen
voor de 'Schokkers'.
Rond de kerk van de Middenbuurt zijn,
in de jaren '80, een paar vissershuisjes herbouwd. Daar is nu het
museum Schokland gevestigd en wij parkeren er onze auto.
NB: Dit verhaal is geschreven in 2017, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Flevoland 2006; Google maps, Wikipedia en andere websites.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten