woensdag 5 december 2018

De Zuiderzee – 47 – Naar Schokland


Na een kopje koffie op het terrasje voor de Oude Bakkerij, een pas gerestaureerd pand waarin ook een restaurant in gevestigd is, verlaten we Urk.



We rijden door de vlakke Noordoostpolder, die inmiddels 75 jaar droog ligt. De plannen om een deel van de Zuiderzee in te polderen, zijn nog een stuk ouder. Rond 1880 onstond een plan om de hele Zuiderzee in te polderen. Het plan van ingenieur C. Lely, uit 1891, liet nog een centrale watermassa open, het IJsselmeer.

In 1918 werden dat vastgelegd in de Zuiderzeewet. Als eerste werd de Wieringermeer drooggelegd, nog voor de Afsluitdijk er kwam zelfs, zodat de Noordoostpolder in feite de eerste IJsselmeerpolder was.

De werkzaamheden begonnen in 1936, de dijk was in 1940 klaar en in 1942, tijdens de Duitse bezetting, viel de polder helemaal droog. De arbeiders waren vrijgesteld van Arbeitseinsatz in Duitsland en daardoor werd de polder een populaire plek voor onderduikers. Volgens Wikipedia hebben er in totaal naar schatting twintigduizend mensen in de Noordoostpolder ondergedoken gezeten.

Centraal in de polder ligt Emmeloord. Van oorsprong was dat de naam van een dorpje op de noordpunt van het eiland Schokland. Daar rijden we nu naartoe.

Zicht op de haven van Schokland
Net als Urk is ook Schokland gevormd door de gletsjers in de ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden. In de middeleeuwen was Schokland een flink eiland, maar door kustafslag bleef er in de 19e eeuw niet meer van over dan een lang gerekte sliert land. Daarop waren drie nederzettingen, het eerder genoemde Emmeloord (of Noorderbuurt), Middelbuurt en Zuiderbuurt.

Het voormalige eiland is nu vier kilometer lang en honderd tot vierhonderd meter breed. In de 19e eeuw woonden er ruim 600 mensen die hoofdzakelijk leefden van de visserij.

Administratief was het eiland verdeeld tussen Holland en Overijssel en ook religieus was er een onderscheid tussen het protestantse zuiderdeel en het katholieke noorden. Er werd in twee verschillende dialecten gesproken en ook verder hielden de bevolkingsgroepen een strikte scheiding in stand.

In de eerste helft van de 19e eeuw werd het eiland een paar keer door een zware storm getroffen. Eerst werd de Zuiderbuurt ontruimd en in 1859 besloot men om het hele eiland te evacueren. Ironisch genoeg is de omvang van het eiland daarna nauwelijks verminderd.

Van de bebouwing is nu niet heel veel meer over, de meeste huizen werden bij de evacuatie afgebroken. De bevolking vertrok naar Zuiderzeehavens als Kampen, Vollenhove, Volendam en Urk. In Kampen kwamen we eerder al een monument tegen voor de 'Schokkers'.

Rond de kerk van de Middenbuurt zijn, in de jaren '80, een paar vissershuisjes herbouwd. Daar is nu het museum Schokland gevestigd en wij parkeren er onze auto.



NB: Dit verhaal is geschreven in 2017, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Flevoland 2006; Google maps, Wikipedia en andere websites.


Geen opmerkingen: