Bij het opstaan, vroeg op
zondagochtend, regent het pijpenstelen. Maar als ik even later bij
Gerard in de auto zit is het opgeklaard, de zon schijnt tussen de
wolken door, het ziet er uit alsof het best eens een mooie dag kon
worden.
Voor de verandering gaan we het eerste
stuk niet langs de kust van de voormalige Zuiderzee, maar over de
bodem ervan. Achter Eemnes nemen we de A27 en over de Stichtse brug
rijden we Zuidelijk Flevoland in. Dit is de jongste Flevopolder,
droog opgeleverd in 1968. En op internet lees ik dat de Stichtse brug
eigenlijk twee bruggen is. De eerste gebouwd in 1983, de tweede in
1999, om het toenemende autoverkeer, van en naar Almere, te kunnen
verwerken. Ze zien er identiek uit en liggen zo strak tegen elkaar
aan dat ze één geheel vormen.
Gerard wijst me op het eilandje, rechts
in het Eemmeer, dat de Dode Hond wordt genoemd. Het is een kunstmatig
eilandje, opgespoten bij de aanleg van de polders. Men zegt dat het
z'n naam dankt aan een hond die de polderarbeiders er begraven
hebben. Nu is het een ruig begroeid natuurgebiedje.
We rijden over rechte wegen, langs
weilanden, windturbines en bospercelen. In nog geen 50 jaar zijn die
bomen hier al flink hoog opgeschoten. We passeren de Knardijk, die
Zuidelijk- en Oostelijk Flevoland van elkaar scheidt en slaan af naar
Harderwijk.
Jac. Thijsse kwam hier aan het begin
van de 20ste eeuw en schreef: 'Het uitzicht over de Zuiderzee is heel
mooi en ik ga spoedig weer eens hierheen, om langs de zee terug te
wandelen naar Elburg. Er is een pad, dat vlak langs den oever voert.
't Is een wandeling van een uur of vier, vol afwisseling.'
Dat pad is, als het er nog is, voor
auto's niet toegankelijk, dus zoeken we de Zuiderzeestraatweg.
Thijsse zal die ook genomen hebben toen hij vanuit Elburg deze kant
op kwam. Deze rijksweg werd in de jaren '20 van de 19e eeuw
aangelegd, als verbindingsweg tussen Amersfoort en Zwolle. Deels over
oude dijken, om wegspoeling bij overstromingen te voorkomen, was het
vanaf 1830, met z'n lengte van ruim 64 kilometer, de langste rijksweg
van ons land.
De straatweg vormt de grens tussen de
hogere zandgronden van de Veluwe en de lager gelegen klei van de
voormalige zeekust. Het eerste dorpje dat we tegenkomen, Hierden, is
in de middeleeuwen ontstaan op zo'n hoger gelegen zandwal. Van die
oude oorsprong is nu niet veel meer te zien. De meeste huizen zijn
tamelijk nieuw, op een enkele oudere boerderij na en ook de kerk is
niet al te oud.
We parkeren er de auto, voorzichtig
manoeuvrerend op het met bomen beplantte kerkpleintje om de
kerkgangers niet te storen. We maken een paar foto's van het
eenvoudige, neogotische, gebouwtje met zijn aardige dakruiter.
Veel meer lijkt er in het dorp niet te
zien.
NB: Dit verhaal is geschreven in 2014, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman
Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Gelderland 2000; Google maps en
Wikipedia.
2 opmerkingen:
Ik heb dus aan de Zuiderzeestraatweg gewoond, dat was toen dus de hoofdverkeersader tussen Noord en west Nederland
Leuk ! We gaan hem in de volgende afleveringen nog wel een paar keer tegenkomen, Cor...;o)
Een reactie posten