donderdag 1 maart 2018

De Zuiderzee - 29 – Door Flevoland naar Hierden


Bij het opstaan, vroeg op zondagochtend, regent het pijpenstelen. Maar als ik even later bij Gerard in de auto zit is het opgeklaard, de zon schijnt tussen de wolken door, het ziet er uit alsof het best eens een mooie dag kon worden.


Voor de verandering gaan we het eerste stuk niet langs de kust van de voormalige Zuiderzee, maar over de bodem ervan. Achter Eemnes nemen we de A27 en over de Stichtse brug rijden we Zuidelijk Flevoland in. Dit is de jongste Flevopolder, droog opgeleverd in 1968. En op internet lees ik dat de Stichtse brug eigenlijk twee bruggen is. De eerste gebouwd in 1983, de tweede in 1999, om het toenemende autoverkeer, van en naar Almere, te kunnen verwerken. Ze zien er identiek uit en liggen zo strak tegen elkaar aan dat ze één geheel vormen.

Gerard wijst me op het eilandje, rechts in het Eemmeer, dat de Dode Hond wordt genoemd. Het is een kunstmatig eilandje, opgespoten bij de aanleg van de polders. Men zegt dat het z'n naam dankt aan een hond die de polderarbeiders er begraven hebben. Nu is het een ruig begroeid natuurgebiedje.

We rijden over rechte wegen, langs weilanden, windturbines en bospercelen. In nog geen 50 jaar zijn die bomen hier al flink hoog opgeschoten. We passeren de Knardijk, die Zuidelijk- en Oostelijk Flevoland van elkaar scheidt en slaan af naar Harderwijk.

Jac. Thijsse kwam hier aan het begin van de 20ste eeuw en schreef: 'Het uitzicht over de Zuiderzee is heel mooi en ik ga spoedig weer eens hierheen, om langs de zee terug te wandelen naar Elburg. Er is een pad, dat vlak langs den oever voert. 't Is een wandeling van een uur of vier, vol afwisseling.'

Dat pad is, als het er nog is, voor auto's niet toegankelijk, dus zoeken we de Zuiderzeestraatweg. Thijsse zal die ook genomen hebben toen hij vanuit Elburg deze kant op kwam. Deze rijksweg werd in de jaren '20 van de 19e eeuw aangelegd, als verbindingsweg tussen Amersfoort en Zwolle. Deels over oude dijken, om wegspoeling bij overstromingen te voorkomen, was het vanaf 1830, met z'n lengte van ruim 64 kilometer, de langste rijksweg van ons land.

De straatweg vormt de grens tussen de hogere zandgronden van de Veluwe en de lager gelegen klei van de voormalige zeekust. Het eerste dorpje dat we tegenkomen, Hierden, is in de middeleeuwen ontstaan op zo'n hoger gelegen zandwal. Van die oude oorsprong is nu niet veel meer te zien. De meeste huizen zijn tamelijk nieuw, op een enkele oudere boerderij na en ook de kerk is niet al te oud.


We parkeren er de auto, voorzichtig manoeuvrerend op het met bomen beplantte kerkpleintje om de kerkgangers niet te storen. We maken een paar foto's van het eenvoudige, neogotische, gebouwtje met zijn aardige dakruiter.

Veel meer lijkt er in het dorp niet te zien.  



NB: Dit verhaal is geschreven in 2014, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps en Wikipedia.


2 opmerkingen:

Unknown zei

Ik heb dus aan de Zuiderzeestraatweg gewoond, dat was toen dus de hoofdverkeersader tussen Noord en west Nederland

Jan de Stripman zei

Leuk ! We gaan hem in de volgende afleveringen nog wel een paar keer tegenkomen, Cor...;o)