We rijden over de zuiderzeestraatweg,
richting Putten. Eigenlijk bevinden we ons al een poosje op het
grondgebied van die gemeente, maar het dorp zelf ligt zover
landinwaarts dat je er, in een tocht langs de Zuiderzee, snel aan
voorbij zou gaan.
Putten is een Veluwedorp waar van
oorsprong de landbouw het belangrijkst was. Een verbinding met de
Zuiderzee, via de straatweg, werd pas in de 19e eeuw gelegd. We laten
het dorpscentrum verder voor wat het is: een simpele kerk met wat
winkelstraatjes er omheen.
Wel komen we langs het station, dat een
eind buiten het centrum ligt, maar houden daarna links aan, richting
Ermelo. Zo'n beetje halverwege is daar, in het bos langs de
provinciale weg, een landgoed te vinden dat wel een omweg waard is:
Oud Groevenbeek.
We parkeren de auto op een door
Natuurmonumenten speciaal aangelegde parkeerplaats. Oud groevenbeek
grenst aan een instelling voor visueel gehandicapten. Voor deze
bosbezoekers, en voor mensen die van een rolstoel gebruik maken, is
een verhard wandelpad aangelegd. Daarover laat ik me door Gerard het
bos in duwen.
Na een korte wandeling ontwaren we
tussen de bomen een schilderachtig, in lichtgeel baksteen gebouwd
landhuis, met een aardig torentje. Aan de bouwstijl is te zien dat
Oud Groevenbeek nog helemaal niet zo oud is. De gevel is versierd met
typische Jugendstil tegels, het gebouw zelf vertoond ook
neo-renaissance-elementen. De toren is versierd met grote plaquettes,
zo te zien van gietijzer, met jachttaferelen.
Het landhuis is in 1907 neergezet in
opdracht van J.H. Van Schermbeek. Het vervangt een ouder gebouw, dat
er toen nog
geen 40 jaar stond. De tuinaanleg dateert van vlak voor
1900. In het park vind je, onder meer, een houten koetshuis, een kas
waarin druiven gekweekt worden – waar men nu nog wijn van maakt –
en een watertorentje, annex gasfabriekje, dat de vorm heeft van een
kasteeltje met kantelen. Met de omliggende landerijen zorgde het
ervoor dat Oud Groevenbeek ooit geheel zelfvoorzienend was.
Het landgoed dankt zijn naam aan een
beekje dat hier stroomt en een boerderij die daar naar genoemd is.
Halverwege de 19e eeuw wordt de aanzet gegeven tot de aanleg van een
landgoed. In 1903 is de grond gesplitst in twee delen, die Oud- en
Nieuw Groevenbeek worden genoemd. De nieuwbouw gaat in 1907 Oud
Groevenbeek heten, niet omdat het huis oud is, maar omdat dat deel
van het landgoed zo heette.
We wandelen wat rond het landhuis en
door de herfstige bossen en maken wat foto's. Op de terugweg zien we
mensen lopen bij het watertorentje. Een pad lijkt er niet direct heen
te gaan, maar als we een modderig zijspoor zien wagen we ons toch een
stukje die kant op.
Een drietal wandelaars, twee sportief
geklede vrouwen en een man die er uitziet als een echte
natuurliefhebber, komen ons tegemoet. We raken in gesprek en het
blijkt dat de man natuurgids is en rondleidingen geeft op de
landgoederen in de omgeving.
Als we vertellen dat we met een reeks
verhalen over de Zuiderzee bezig zijn is hij direct geïnteresseerd
en begint allerlei vragen te stellen. Of ik voor het gidsenexamen zou
slagen betwijfel ik, maar we nemen in ieder geval, na enige tijd, met een vriendelijke handdruk afscheid. Wij om onze weg te vervolgen naar
Ermelo en Harderwijk.
In Oud Groevenbeek kun je ook logeren. Het landgoed en het huis zijn momenteel in bezit van
Natuurmonumenten dat er, na een grondige restauratie,
vakantie-appartementen verhuurt. Zie deze website
NB: Dit verhaal is geschreven in 2014, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman
Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Gelderland 2000; Google maps en
Wikipedia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten