Een van de voormalige tabakspakhuizen... |
In vroeger eeuwen was dat wel anders.
Nijkerk was toen een belangrijke handelsplaats, vooral voor tabak. De
teelt van de verslavende tabaksplant begon, in ons land, in de eerste
helft van de 17e eeuw. Tot het eind van de 19e eeuw is het een
belangrijk landbouwgewas geweest, vooral in de Gelderse Vallei en de
aan oostkant van de Utrechtse Heuvelrug.
Nijkerk heeft er zijn bloei aan te
danken, ook omdat het plaatsje zo handig aan de Zuiderzee lag,
waardoor de handelswaar efficiënt afgevoerd kon worden. In de oude
stad kun je er de sporen nog van zien, met name een aantal oude
pakhuizen en enkele fraaie woningen van rijk geworden handelaren.
We parkeren de auto vlak buiten het
centrum, in een rustige villawijk, Gerard laadt de rolstoel uit en
rolt me de stad in. Het is nog steeds fris, maar met het zonnetje
erbij toch geen onaangenaam weer.
Op de Langestraat krijgen we voor het
eerst het opvallende, witte torentje van de Grote Kerk in beeld.
Nijkerk betekent 'nieuwe kerk'. Men neemt aan dat het stadje zo heet
omdat hier, aan het begin van de 13e eeuw, een nieuw godshuis
gesticht werd, als dochterkerk van Putten.
Het ruim 57 meter hoge bouwwerk is
vanaf grote afstand te zien. Het oudste gedeelte is de basis van de
kerktoren, de bovenbouw daarvan is het nieuwste deel. De kerk zelf is
enkele malen verwoest en weer opgebouwd, voor het laatst, na een
stadsbrand, in 1540. De toren werd in 1776 opnieuw onder handen
genomen en toen voorzien van zijn kenmerkende, witte spits.
Op verschillende plaatsen zijn in de
kerk versieringen aangebracht, in de vorm van slingers
tabaksbladeren, herinnerend aan de tijd dat de tabaksteelt de stad
welvaart en voorspoed bracht. Van die welvaart zie je ook wel iets
als je langs de fraaie huizen rond de kerk wandelt.
Halverwege de Langestraat is een stenen
trap die afdaalt naar een smal grachtje. Wij slaan hier rechtsaf en
vinden even verderop, aan het plein, een restaurant met een terras,
waar twee vrouwen wat kleumend zitten te roken. Wij gaan naar binnen,
om op te warmen met koffie en een appelpunt.
NB: Dit verhaal is geschreven in 2013, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman
Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Noord-Holland 2006; Google maps en
Wikipedia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten