Na
de verwoesting van IJsselstein in 1417-18 werd er vanaf 1427 onder
leiding van Willem van Egmond begonnen met het herstel, maar het
nieuwe stadsdeel Nieuwpoort werd niet herbouwd. In de daaropvolgende
jaren waren er herhaaldelijke belegeringen, zonder ernstige
gevolgen. Maar in 1466 kwam er een twist binnen de familie van Egmond
tot uitbarsting. De Gelderse troepen verwoestten onder leiding van
ruwaard Johan van Egmond en met behulp van Utrecht opnieuw het
stadje.
Op
bevel van hertog Karel de Stoute, hertog van Bourgondië en
stadhouder van Holland en Zeeland, kwam in 1470 een verzoening tot
stand, maar na diens dood in 1477 gingen de IJsselsteiners en
Utrechters weer los. In 1482 trok Jan van Montfoort op tegen het
kasteel, in 1510 was er een belegering door Utrechtse troepen die het
een jaar later nog eens probeerden in samenwerking met de Hollanders.
Maar de bewoners van IJsselstein lieten zich ook niet onbetuigd.
Toen
de Utrechters hun eigen bisschop, David van Bourgondië, in 1459 niet
in hun stad toe wilden laten kreeg deze steun van Frederik van
Egmond, heer van IJsselstein. Utrecht werd uiteindelijk zelfs
ingenomen en Frederik was er korte tijd stadhouder, tot hij er door
de Utrechters weer uitgesmeten werd. Pas onder Karel V, van 1523 tot
'43 heerser over alle Nederlandse gewesten, kwam er een eind aan de
vijandelijkheden. De meeste gebouwen in IJsselstein dateren dan ook
van na 1550.
Van
het ooit behoorlijk grote kasteel is alleen die ene vierkante toren
overgebleven. De toren staat vlak buiten de binnenstad aan de
overkant van de stadsgracht, achter een rijtje villa's die rond 1950
gebouwd zullen zijn. Een bruggetje leidt naar het kasteelterrein,
maar op zondagochtend is het gesloten. Aan de achterkant is een
braakliggend stuk grasland dat ook bij het kasteel gehoord heeft. Hoe
omvangrijk het slot in eerste aanleg was weet niemand meer. Het
kasteel van Arnout en zijn opvolgers werd immers in 1416 door
gezamelijke Utrechtse en Hollandse troepen verwoest. In 1427 werd het
herbouwd door Willem van Egmond.
Tot
in de 16e eeuw bleef het slot in handen van de familie van
Egmond, die ook graven van Buren waren. Toen Willem van Oranje
trouwde met Anna van Buren kwam IJsselstein in het bezit van de vader
des vaderlands. In de Franse tijd werden de bezittingen van de
Oranjes in beslag genomen. Kasteel IJsselstein werd staatseigendom en
deed in die periode een tijdje dienst als hospitaal.
Daarna
kwam het leeg te staan, tot het gekocht werd door jonkheer meester
Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten. Diens dochter bewoonde het
toen Craandijk IJsselstein in 1874 bezocht. Het forse gebouwencomplex
is dan echter al vervallen tot ongeveer de helft van zijn
oorspronkelijke grootte. De dominee rept van '…een half
vervallen muur en een paar bouwvallige ronde torens, rijk met klimop
en andere woekerplanten begroeid…'.
Het
deel dat nog wel bewoonbaar is wordt volgens hem echter goed
onderhouden: 'Als mensenhand het niet verwoest dan kan het nog
lang den tijd trotseren.' Het mocht niet zo zijn. Als Craandijks
verslag in druk verschijnt is hij genoodzaakt een noot toe te voegen:
'Het kasteel te IJsselstein is in januari 1888 gesloopt.'
Stadhuis, IJsselstein - Foto: De Stripman |
Als
Gerard en ik vanaf de IJsselpoort de doodstille stad weer in wandelen
komen we na een paar straten Elly en Esther weer tegen. Zij hebben op
de hoek van de kerkstraat en de voorstraat een terrasje ontdekt en
willen vast koffie gaan drinken. Gerard en ik gaan eerst nog een
blokje om en wandelen de Utrechtsestraat door langs het voormalige
stadhuis.
Vlak
buiten de binnenstad is tegenover de Benschopperpoort een zachtgroen
nieuw stadskantoor gebouwd. Het oude stadhuis dateert van 1568, het
heeft een hardstenen bordes waarop het stadswapen is aangebracht. Het
werd in 1873 bepleisterd en voorzien van nieuwe ramen in empirestijl,
van 1974 tot '77 werd het gerestaureerd en weer ontpleisterd, de
schilderachtige dakruiter is toen vernieuwd.
Een
stukje verderop zien we Esther en Elly lopen. Het terras was nog
dicht en dus wandelen we samen langs het waaggebouw, een tamelijk
bescheiden classicistisch pand uit 1779 en het daarachter gelegen
Cisterciënzerklooster Mariënberg. Er is een restaurant in gevestigd
en met name de gevel aan de kant van de waag is het bekijken waard.
De achterkant wordt grotendeels aan het oog onttrokken door een
lelijk schoolgebouw van rond 1900. Het nog resterende deel van het
klooster, dat eertijds veel groter was en lange tijd dienst deed als
gasthuis, is 16e en 17e eeuws.
Aan
het eind van de Benschopperstraat ligt de Benschopperpoort. Van deze
middeleeuwse stadstoegang is nog minder over dan van zijn tegenhanger
de IJsselpoort. Twee bescheiden muurtjes ter weerszijden van de brug
over de gracht, meer is het niet. Als je hier naar links kijkt zie je
de laat 19e eeuwse, neogotsiche Rooms katholieke st.
Nicolaaskerk, en op de tegenoverliggende hoek, aan de andere kant van
het oude vestingstadje, zie je de korenmolen de Windotter. Deze is in
1732 gebouwd op een restant van de stadsmuur en werd van 1984 tot '88
geheel gerestaureerd.
Als
we daar foto's staan te maken komt er een meisje met haar vader
voorgelopen. Verwonderd vraagt het kind: 'Waarom nemen ze nou een
foto van de molen, pap ?' Wij Soesters hebben thuis geen molen, maar
dat kan zo'n kind natuurlijk niet weten. *)
We
voltooien onze rondwandeling langs het smalle grachtje dat hier zeer
wijds de haven genoemd wordt en vinden bij terugkomst het terras aan
de kerkstraat gelukkig geopend. We drinken er een lekker kopje koffie
voor we de terugtocht naar huis aanvaarden.
*)
Inmiddels is aan dit gemis een eind gekomen. Men heeft de reeds lang
verdwenen molen 'De Windhond' geheel nieuw weer opgebouwd, op de Soester Eng.
NB:
Dit verhaal is geschreven in 2003 en eerder gepubliceerd in de
Artishockberichten, programmablad van de vereniging
Artishock in Soest en op het Volkskrantblog.
Tekening:
Gerard Kuit
Bronnen:
Wandelingen door Nederland, Utrecht - J. Craandijk, 1874; Wij trekken
door Utrecht - Rinke Tolman, 1935; ENSIE lexicon 1952; Kastelengids
van Nederland - Kransberg en Mils, 1979; Monumenten in Nederland -
Utrecht, 1997
Links:
Oude
foto's en historische informatie is te vinden bij Streekarchief
Rijnstreek en Lopikerwaard
4 opmerkingen:
Jan je laat me niet alleen mooie plekken zien, maar helpt me ook in groter detail iets voorbij de Gouden Eeuw te denken.
Voor de vorming van ons land waren de middeleeuwen ook belangrijk, Martin !
Beste Jan, tijdens research voor een artikel kwam ik op je site terecht. Goed om te zien dat Jacobus Craandijk een van je belangrijkste bronnen is. Ik kan me voorstellen dat dit je interesseert: www.jacobuscraandijk.nl
@Flip van Doorn - Dank je wel voor de tip !
Een reactie posten