woensdag 3 juli 2013

Het groene hart 14 – IJsselstein, een oud stadhuis, een nieuw stadskantoor

Na de verwoesting van IJsselstein in 1417-18 werd er vanaf 1427 onder leiding van Willem van Egmond begonnen met het herstel, maar het nieuwe stadsdeel Nieuwpoort werd niet herbouwd. In de daaropvolgende jaren waren er herhaaldelijke belegeringen, zonder ernstige gevolgen. Maar in 1466 kwam er een twist binnen de familie van Egmond tot uitbarsting. De Gelderse troepen verwoestten onder leiding van ruwaard Johan van Egmond en met behulp van Utrecht opnieuw het stadje.

Op bevel van hertog Karel de Stoute, hertog van Bourgondië en stadhouder van Holland en Zeeland, kwam in 1470 een verzoening tot stand, maar na diens dood in 1477 gingen de IJsselsteiners en Utrechters weer los. In 1482 trok Jan van Montfoort op tegen het kasteel, in 1510 was er een belegering door Utrechtse troepen die het een jaar later nog eens probeerden in samenwerking met de Hollanders. Maar de bewoners van IJsselstein lieten zich ook niet onbetuigd.

Toen de Utrechters hun eigen bisschop, David van Bourgondië, in 1459 niet in hun stad toe wilden laten kreeg deze steun van Frederik van Egmond, heer van IJsselstein. Utrecht werd uiteindelijk zelfs ingenomen en Frederik was er korte tijd stadhouder, tot hij er door de Utrechters weer uitgesmeten werd. Pas onder Karel V, van 1523 tot '43 heerser over alle Nederlandse gewesten, kwam er een eind aan de vijandelijkheden. De meeste gebouwen in IJsselstein dateren dan ook van na 1550.


Van het ooit behoorlijk grote kasteel is alleen die ene vierkante toren overgebleven. De toren staat vlak buiten de binnenstad aan de overkant van de stadsgracht, achter een rijtje villa's die rond 1950 gebouwd zullen zijn. Een bruggetje leidt naar het kasteelterrein, maar op zondagochtend is het gesloten. Aan de achterkant is een braakliggend stuk grasland dat ook bij het kasteel gehoord heeft. Hoe omvangrijk het slot in eerste aanleg was weet niemand meer. Het kasteel van Arnout en zijn opvolgers werd immers in 1416 door gezamelijke Utrechtse en Hollandse troepen verwoest. In 1427 werd het herbouwd door Willem van Egmond.

Tot in de 16e eeuw bleef het slot in handen van de familie van Egmond, die ook graven van Buren waren. Toen Willem van Oranje trouwde met Anna van Buren kwam IJsselstein in het bezit van de vader des vaderlands. In de Franse tijd werden de bezittingen van de Oranjes in beslag genomen. Kasteel IJsselstein werd staatseigendom en deed in die periode een tijdje dienst als hospitaal.

Daarna kwam het leeg te staan, tot het gekocht werd door jonkheer meester Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten. Diens dochter bewoonde het toen Craandijk IJsselstein in 1874 bezocht. Het forse gebouwencomplex is dan echter al vervallen tot ongeveer de helft van zijn oorspronkelijke grootte. De dominee rept van '…een half vervallen muur en een paar bouwvallige ronde torens, rijk met klimop en andere woekerplanten begroeid…'.

Het deel dat nog wel bewoonbaar is wordt volgens hem echter goed onderhouden: 'Als mensenhand het niet verwoest dan kan het nog lang den tijd trotseren.' Het mocht niet zo zijn. Als Craandijks verslag in druk verschijnt is hij genoodzaakt een noot toe te voegen: 'Het kasteel te IJsselstein is in januari 1888 gesloopt.'


Stadhuis, IJsselstein - Foto: De Stripman
Als Gerard en ik vanaf de IJsselpoort de doodstille stad weer in wandelen komen we na een paar straten Elly en Esther weer tegen. Zij hebben op de hoek van de kerkstraat en de voorstraat een terrasje ontdekt en willen vast koffie gaan drinken. Gerard en ik gaan eerst nog een blokje om en wandelen de Utrechtsestraat door langs het voormalige stadhuis.

Vlak buiten de binnenstad is tegenover de Benschopperpoort een zachtgroen nieuw stadskantoor gebouwd. Het oude stadhuis dateert van 1568, het heeft een hardstenen bordes waarop het stadswapen is aangebracht. Het werd in 1873 bepleisterd en voorzien van nieuwe ramen in empirestijl, van 1974 tot '77 werd het gerestaureerd en weer ontpleisterd, de schilderachtige dakruiter is toen vernieuwd.

Een stukje verderop zien we Esther en Elly lopen. Het terras was nog dicht en dus wandelen we samen langs het waaggebouw, een tamelijk bescheiden classicistisch pand uit 1779 en het daarachter gelegen Cisterciënzerklooster Mariënberg. Er is een restaurant in gevestigd en met name de gevel aan de kant van de waag is het bekijken waard. De achterkant wordt grotendeels aan het oog onttrokken door een lelijk schoolgebouw van rond 1900. Het nog resterende deel van het klooster, dat eertijds veel groter was en lange tijd dienst deed als gasthuis, is 16e en 17e eeuws.


Aan het eind van de Benschopperstraat ligt de Benschopperpoort. Van deze middeleeuwse stadstoegang is nog minder over dan van zijn tegenhanger de IJsselpoort. Twee bescheiden muurtjes ter weerszijden van de brug over de gracht, meer is het niet. Als je hier naar links kijkt zie je de laat 19e eeuwse, neogotsiche Rooms katholieke st. Nicolaaskerk, en op de tegenoverliggende hoek, aan de andere kant van het oude vestingstadje, zie je de korenmolen de Windotter. Deze is in 1732 gebouwd op een restant van de stadsmuur en werd van 1984 tot '88 geheel gerestaureerd.

Als we daar foto's staan te maken komt er een meisje met haar vader voorgelopen. Verwonderd vraagt het kind: 'Waarom nemen ze nou een foto van de molen, pap ?' Wij Soesters hebben thuis geen molen, maar dat kan zo'n kind natuurlijk niet weten. *)

We voltooien onze rondwandeling langs het smalle grachtje dat hier zeer wijds de haven genoemd wordt en vinden bij terugkomst het terras aan de kerkstraat gelukkig geopend. We drinken er een lekker kopje koffie voor we de terugtocht naar huis aanvaarden.


*) Inmiddels is aan dit gemis een eind gekomen. Men heeft de reeds lang verdwenen molen 'De Windhond' geheel nieuw weer opgebouwd, op de Soester Eng.

NB: Dit verhaal is geschreven in 2003 en eerder gepubliceerd in de Artishockberichten, programmablad van de vereniging Artishock in Soest en op het Volkskrantblog. 


Tekening: Gerard Kuit
 
Bronnen: Wandelingen door Nederland, Utrecht - J. Craandijk, 1874; Wij trekken door Utrecht - Rinke Tolman, 1935; ENSIE lexicon 1952; Kastelengids van Nederland - Kransberg en Mils, 1979; Monumenten in Nederland - Utrecht, 1997
 
Links:

Oude foto's en historische informatie is te vinden bij Streekarchief Rijnstreek en Lopikerwaard




4 opmerkingen:

martin zei

Jan je laat me niet alleen mooie plekken zien, maar helpt me ook in groter detail iets voorbij de Gouden Eeuw te denken.

Jan de Stripman zei

Voor de vorming van ons land waren de middeleeuwen ook belangrijk, Martin !

Flip van Doorn zei

Beste Jan, tijdens research voor een artikel kwam ik op je site terecht. Goed om te zien dat Jacobus Craandijk een van je belangrijkste bronnen is. Ik kan me voorstellen dat dit je interesseert: www.jacobuscraandijk.nl

Jan de Stripman zei

@Flip van Doorn - Dank je wel voor de tip !