‘Van het edele huis Rijsenburg,
het eerste dat wij aan de Wetering zouden hebben gevonden, als wij
een eeuw vroeger hadden geleefd, is niets meer over dan een poortje.’
Meldt dominee Craandijk al in 1883, ‘…maar zulk een poortje
kan er wel eens geestig en schilderachtig uitzien. De laan achter het
ons reeds bekende Rijsenburgsche kerkje loopt er regt op aan.’
Ruim honderd jaar later rijden Gerard
en ik dus om het kerkje heen, om bijna direct af te remmen omdat onze
aandacht getrokken wordt door een opvallend monument op het kerkhof.
Het lijkt wel een groot, donker grijs, stenen bed, ‘…wel wat
zwaar van vorm, maar het munt uit door een kunstig gebeeldhouwd
kleed, in breede plooijen neerhangend…’ Het is de tombe van
de familie van Rijckevorsel, in 1856 gemaakt door de Utrechtse
beeldhouwer E.F.Georges. Het kleurige wapen, dat erboven aan de
kerkmuur hangt, is van Johannes Zwijssen, aartsbisschop en stichter
van het Groot Seminarie.
‘Wilgen, slooten, weiden, elzen...' |
Een stukje verder de Rijsenburgselaan
in passeren we de Rooms katholieke school, annex missiehuis. Een rood
bakstenen gebouw uit het begin van de 20e eeuw, dat in de
verte wel wat aan ons eigen Soester Artishockgebouw doet denken, van
oorsprong een R.K. bejaardengesticht uit 1868. Daarna komen we door
een flinke nieuwbouwwijk, met frisse woningen, strak geschoren gazons
en jonge boompjes die zich aan palen rechtop houden. Maar ook dat
gaat weer voorbij en tussen de weilanden door bereiken we
uiteindelijk de weg langs de Wetering.
Aan de overkant van het water ligt de
voormalige ridderhofstad Rijsenburg, de naam staat in grote letters
op een van de schuren. Al in 1268 wordt vermeld dat Rijsenburg door
Gijsbrecht van Aemstel wordt verwoest. Later wordt het geroemd als
‘…een der schoonste ridderhofsteden van het Sticht…’.
Het voormalige poortgebouw is niet meer dan een rechthoekig bouwsel
met een even rechthoekige doorgang, het dateert uit 1635.
‘Wie het niet heeft gezien, heeft
er niet veel aan verloren…’, oordeelt Craandijk. De
bijbehorende middeleeuwse ridderwoning werd in de 19e eeuw
gesloopt. De boerderij die er nu nog staat is van oorsprong 18e
eeuws en maakte ook deel uit van het complex. Dat moest ook om
toegelaten te worden tot de lijst van Utrechtse ridderhofsteden,
verder was een gracht en een ophaalbrug vereist.
We slaan linksaf en volgen de Wetering,
aan onze linkerhand liggen weilanden, rechts aan de overkant van het
water is een strook bos. Hier en daar staat een mooie boerderij, het
is rustig en er schijnt een bleek zonnetje. ‘Wilgen, slooten,
weiden, elzen geven er een echt Hollandsch voorkomen aan…’,
jubelt de dominee, om verder de lof te zingen over de heldere
vliet, de witte wolken, de frisse weiden, de fijne grijze grintweg.
‘…zoo rijk is de afwisseling van schaduw en licht, dat wij een
aangenamen indruk van het geheel ontvangen.’ En dat vooral
dankzij ‘…het water dat wij liefhebben en dat aan onze
landschappen leven geeft.’
Zes hectaren van het weiland links
behoren tegenwoordig toe aan Het Utrechts Landschap, het is het
terrein van een voormalige kurkfabriek en wordt daarom ‘De kurk’
genoemd. Het grasland is er rijk aan bloemen en er komen ringslangen
en heikikkers voor.
Bij de eerste gelegenheid nemen we een
bruggetje de Wetering over en rijden we naar de Kromme Rijn toe. De
fraaie boerderij bij het bruggetje heet ‘Broekhoeve’ de weg de
Broekweg, zo worden we voortdurend herinnerd aan de zompige aard van
de landstreek. Bij het volgende boerderijtje, ‘Jachtrust’ uit
1865, maakt de weg een scherpe bocht naar rechts. In de verte zien we
de torenspits van Werkhoven en niet lang daarna de torentjes van
kasteel Beverweerd, ons volgende reisdoel.
Deze
verhalenreeks is geschreven in 2001, voor het programmablad van
vereniging Artishock in Soest, en eerder verschenen op het
Volkskrantblog. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekening:
GerardKuit
Rijsenburg vormt een gemeente met Driebergen, meer informatie is dan ook te vinden op www.driebergen.net.
Zie
Wikipedia over Rijsenburg
Bronnen:
J. Craandijk: Wandelingen door Nederland - Utrecht, 1874; ENSIE lexicon 1952; Handboek
Natuurmonumenten, 1996; Monumenten in Nederland - Utrecht, 1997;
Landschapsgids voor Utrecht – Stichting het Utrechts Landschap, na
1997.
2 opmerkingen:
Jan door jouw blog even gegooglemapt. Kasteel Beverweerd is er in twee gedaantes (op de foto's). Wit en van baksteen. Ik blijf het een vreemde omgeving vinden. Hoeveel Broeken er ook zijn.
Beverweerd heeft middeleeuwse onderdelen, oa de 2 torens. In de 19e eeuw is het grondig verbouwd en witgepleisterd. In de muren zijn toen groeven uitgehakt die, in de pleisterlaag, grote blokken suggereerden. In de 20e eeuw is de witte pleisterlaag verwijderd, maar de groeven zijn nog zichtbaar.
Even opgezocht in mijn stukgelezen 'Kastelengids van Nederland'...
Een reactie posten