‘Nagenoeg
evenwijdig met den schoonen straatweg tusschen het station
Zeist-Driebergen en het bloeijende dorp Doorn loopt de Langbroeksche
Wetering.’ Zo
begint dominee Jacobus Craandijk in 1883 zijn verslag van een
driedaagse wandeltocht, van Zeist langs de wetering, met een lus via
Wijk bij Duurstede, over de Rijndijk naar Amerongen en terug langs
Leersum en Doorn. Samen met tekenaar Gerard Kuit, voor deze keer
chauffeur, rijdt ik, op een frisse, grijze, maar gelukkig droge
zaterdag in februari, een deel van deze route na. Wat is er verdwenen
? Wat is er gebleven ? Wat herkennen we nog van Craandijks
reisverslag in het landschap van nu ?
Ons
eerste doel is het dorp Rijsenburg en we willen er net als de dominee
over de straatweg vanaf Zeist naartoe rijden. Soest en Zeist grenzen
aan elkaar, maar ze liggen als het ware met de rug naar elkaar toe.
Er is geen directe weg van het ene dorp naar het andere. De
Soesterduinen en het militair oefenterrein bij Soesterberg grenzen
aan het bossen rond de Willem Arntzhoeve bij Den Dolder en het
Zeisterbosch.
De kerk van Rijsenburg |
De
meest directe weg is het fietspad vanaf Soesterberg langs de
Verlengde Slotlaan dat uiteindelijk, via de Slotlaan en het centrum
van Zeist, uitkomt bij het slot. Omdat wij per auto reizen nemen we
de Biltseweg vanaf Soestdijk, slaan af bij Den Dolder en steken dan
de A 28 over. Om de drukte van de Slotlaan te vermijden houden we
links de Krakelingweg aan en nemen uiteindelijk de Woudenbergseweg,
door het Zeisterbosch. Dat maakte oorspronkelijk deel uit van de
grootschalige parkaanleg die hoorde bij het Slot Zeist, ‘…het
edele huis met zijn grootsche aanleg als een indrukwekkend geheel,
waard om met ere genoemd te worden onder die landgoederen van de
eersten rang…’.
Het
slot werd aan het eind van de 17e
eeuw gebouwd in opdracht van Willem Adriaan van Nassau, de zoon van
Lodewijk van Nassau die een bastaardzoon was van prins Maurits.
Willem hoefde niet op een paar centen te kijken. Is het slot zelf al
fors, het park er omheen was ronduit immens. De Slotlaan, de hoofdas,
is nu grotendeels in de bebouwing van Zeist opgenomen maar liep
oorspronkelijk vijf kilometer ver de hei op.
Achter
het slot liep de as verder richting Bunnik. Oorspronkelijk was er een
formele, franse tuinaanleg, met geometrische vormen. De
Woudenbergseweg vormde hierin een diagonale as. Aan het eind van de
18e
eeuw werd op deze diagonaal de buitenplaats Beek en Rooyen gesticht.
Voor dit huis vormde de Woudenbergseweg de centrale zichtas. Het
Zeisterbosch werd ingericht als park bij dit nieuwe buiten.
Een oude afbeelding van Slot Zeist |
In
de 19e
eeuw genoot de gewone Zeister er al van de natuur: ‘Menigmaal
weergalmen er in den zomer de stille, woeste boschpartijen van
vrolijke kinderstemmen en lustige bruiloftsliederen, terwijl de meer
bedaarde wandelaars er uitrusten onder het genot van het fraaie
uitzicht…’
Sinds
1994 is het eigendom van Het Utrechts Landschap, de wandelaar heeft
er vrij toegang en kan er nog steeds genieten van oude lanen, een
grote variatie in plantengroei en een rijk vogelleven. Langs de
Woudenbergseweg is een hertenkampje, een kopje koffie kan genoten
worden in het neo-gotische Jagershuis, dat tussen 1830 en ’40 werd
gebouwd in opdracht van de burgemeester van Zeist, F.N.Bern de
toenmalige eigenaar van het bos.
Buitenplaats
Beek en Rooyen staat inmiddels aan een tamelijk druk kruispunt. Het
is een niet erg opvallend grijs gebouw, geflankeerd door 19e
eeuwse herenhuizen. Onze aandacht wordt meer getrokken door het
hoofdkantoor van Verzekeringsbank de Kosmos, dat een stukje verderop
aan de Driebergseweg staat. Het werd oorspronkelijk in 1876 gebouwd,
maar kreeg in 1901 een Jugendstil – facelift naar ontwerp van
P.J.Houtzagers. Vooral de ingangspartij is indrukwekkend, met bogen
en pilasters.
De
Driebergseweg is de hoofdstraat van de zogenaamde Stichtse
Lustwarande ‘… een
aaneenschakeling van rijke lusthoven, uitgestrekte bosschen, trotsche
lanen, golvende bouwvelden…’ om
Craandijk weer te citeren. Na 1814, toen de straatweg geplaveid werd,
nam de bouwactiviteit hier een grote vlucht. Geïnspireerd en
gestimuleerd door Slot Zeist, aan de ene kant en de 17e
eeuwse buitenplaats Sparrendaal in Rijsenburg, aan de andere kant,
bouwden de welgestelden hier hun buitenverblijven.
De
opening van station Driebergen in 1844 aan de Rijnspoorweg, een van
de oudste van ons land, maakte de streek nog aantrekkelijker. Rijke
kooplieden konden nu snel heen en weer reizen tussen hun landhuis en
de steden Utrecht en Amsterdam.
Het
is ondoenlijk om alle buitengoederen apart te gaan beschrijven.
‘Wederom buitens. Men kan van het goede ook teveel hebben…’,
verzucht de dominee. Maar hij corrigeert zichzelf al snel:
‘…vooralsnog verveelt ons de lange reeks van lusthoven in geenen
deele.’ En er zijn
er nog steeds veel in volle glorie te bewonderen, hoewel de meeste
landhuizen inmiddels in gebruik zijn als kantoorpand.
De
landgoederen Pavia, Hoog Beek en Rooyen, Molenbosch, Heerewegen,
Schoonoord, de Breul, Heidestein, Bornia en Noordhout worden
inmiddels beheerd door Het Utrechts Landschap. De laatste drie alleen
al vormen een aaneengesloten gebied van ruim 600 hectare met bossen,
heide, stuifzand en akkerland. Het is haast niet meer voor te stellen
dat dit alles ooit particulier terrein was. Zoals het tweede huisje
in Drenthe van nu, maar dan een stuk groter. Zo groot dat er zelfs
een kudde Drentse Heideschapen ingezet wordt om de open gebieden voor
dichtgroeien te behoeden.
In
de schaapskooi op Heidestein is een informatieruimte ingericht. Voor
de geïnteresseerde wandelaar organiseert Het Utrechts Landschap
excursies en er is ook een NS-wandeling vanaf station
Zeist-Driebergen.
Vlak
voorbij dat station parkeren we de auto op het schilderachtige
pleintje voor de kerk van Rijsenburg.
Deze
verhalenreeks is geschreven in 2001, voor het programmablad van
vereniging Artishock in Soest, en eerder verschenen op het
Volkskrantblog. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekening:
GerardKuit
Voor
meer informatie: Website wandeltochten NS
,
Website Gemeente Zeist en Het Utrechts Landschap
Zie
Wikipedia voor De Stichtse Lustwarande
en een Lijst van Landgoederen op de Utrechtse Heuvelrug
Kijk
ook in de rechter kolom voor informatie over Dominee Jacobus
Craandijk
Bronnen:
J. Craandijk: Wandelingen door Nederland - Utrecht, 1874; Handboek
Natuurmonumenten, 1996; Monumenten in Nederland - Utrecht, 1997;
Landschapsgids voor Utrecht – Stichting het Utrechts Landschap, na
1997.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten