Je kunt vanaf hier de trein nog steeds zien rijden, hoewel het geboomte in de tussenliggende jaren wel flink in omvang zal zijn toegenomen, aangezien het niet meer uit strategische overwegingen gesnoeid wordt. Maar, in al die keren dat ik hier langs reed, heb ik het fort zelf nooit eerder gezien. En dat terwijl het toch een indrukwekkend bouwwerk is.
Rond 1900 stond het er in volle glorie, ‘…als een groot wit kasteel…’, schrijft Thijsse, dat uit de rivier oprees. Inmiddels is het een ruïne, die stil en verlaten in het landschap ligt. Maar het blijft een bijzondere en sfeervolle plek.
Gerard en ik parkeren de auto voor een hoog hek. In de verte zien we, achter de bomen, de oude geschutstoren. De toegangspoort zit op slot. Rechts staan wat lage gebouwen, iets dat op een beheerderswoning lijkt en links een aantal loodsen. Er wandelt een haan over het tussenliggende terrein.
We maken een paar foto’s, tussen de tralies van het hekwerk door en zouden al bijna weer in de auto gestapt zijn als ik niet aan de rechterkant een modderig pad had ontdekt. Het blijkt, langs de omheining, naar het vervallen vestingwerk te leiden. Voor mij een hele wandeling, maar als er ons halverwege een meisje met hond tegemoet komt, dat ons verzekert dat we bij het fort uit zullen komen, zetten we door.
Het heeft gevroren, het pad is glibberig en over ons hoofd vliegen, hoog in de blauwe lucht, groepen ganzen in fraaie v-formaties. Even later staan we aan de oever van de Vecht. De ruïneuze toren van het fort ligt, omgeven door een gracht, vlak langs de rivier. Aan de muren is te zien dat er hier en daar herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd om verder verval te voorkomen, maar aan de binnenkant lijkt het net het Colloseum. Verbrokkelde, halfronde bogen, die ooit de dikke muren en het verdwenen dak geschraagd hebben.
Er was hier al in de 16e eeuw een versterking, op de plaats waar het Naardermeer uitwaterde in de Vecht. In 1672 werd er een begin gemaakt met de aanleg van een gebastioneerd fort. In de 18e eeuw werd het verder versterkt en in 1845 werd de zware, ronde geschutstoren gebouwd.
In 1919 werd Uitermeer opgenomen in de Stelling van Amsterdam, een kring van forten die de hoofdstad moest beschermen. Na 1945 zijn de wallen gesloopt en heeft men de toren opgeblazen. Er zijn nog wel wat kazematten in de buurt te vinden en valkbij ligt de Uitermeersesluis, die eertijds door het fort beschermd werd.
Op internet vond ik plannen om het fort en omgeving te ontwikkelen voor toeristisch gebruik. Het ligt er nu nog eenzaam en desolaat bij, prachtig, vind ik. Maar dat zou dus in de toekomst wel eens kunnen veranderen.
Dit verhaal verscheen in 2009 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.
Ps: Inmiddels zijn de plannen voor fort Uitermeer in een vergevorderd stadium. Er wordt een restaurant gebouwd, de huurovereenkomst is al getekend. De bedoeling is dat de eerste gasten in september aan tafel kunnen. Zie ook: weespernieuws.nl
Tekening: Gerard Kuit
Foto en filmpje: Jan de Stripman
Bronnen: Prof. J.A.de Rijk – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – De Vecht 1915; Monumenten in Nederland – Noord-Holland 2006
Fort Uitermeer op Wikipedia
Over de plannen voor Fort Uitermeer
Fort Uitermeer op Google Maps
Fort Uitermeer op Wikipedia
Over de plannen voor Fort Uitermeer
Fort Uitermeer op Google Maps
2 opmerkingen:
Mooi blog Jan.
Het ligt er nu nog eenzaam en desolaat bij, prachtig, vind ik.
Voor mij een goede reden om het binnenkort eens te bezoeken voordat het fort er niet meer eenzaam en desolaat bij ligt.
@glaswerk - Als ik de berichten goed interpreteer ben je al te laat. Dat restaurant is inmiddels wel zo'n beetje af. Maar misschien en hopelijk staat het niet al te dicht bij het fort...
Een reactie posten