donderdag 24 december 2020

De Zuiderzee – 66 – Edam, het oude centrum


Langs de Grote Kerkstraat
staan leuke huizen met houten topgevels en ook het Protestants Weeshuis, dat dateert uit de 16e eeuw maar een 19e eeuwse gevel heeft. We passeren ook een voormalig winkelpand, met fraai versierde houten kozijnen. Twee deuren verder de firma Has V.O.F., meubelmakerij, meubelstoffeer-derij en houtdraaierij, achter een gevel met rondboog-vensters,.

De straat komt uit op het Damplein, tegenover het 18e eeuwse raadhuis en het postkantoor uit de 19e eeuw. Het lijkt alsof er een dam onder het plaveisel ligt, maar dat is de overkluizing van een deel van de oude haven. Hier zien we de eerste tekenen van toerisme, souvenirwinkeltjes zijn open en er zijn meer mensen op straat, die elkaar en zichzelf fotograferen met de oude geveltjes als achtergrond.


Edam is in de 13e eeuw ontstaan bij een dam in de Ye, of E, scheepsbouw, visserij en kaashandel brachten het stadje tot bloei. In 1357 kreeg het stadsrechten van Graaf Willem V, die daarmee hoopte medestanders te krijgen in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Kort daarna werd een nieuwe haven aangelegd.

Rond 1500 werd Edam voorzien van stadsmuren, in de 16e eeuw werden die voorzien van bastions. Alles, inclusief de zeven stadspoorten, werd in de 17e, 18e en 19e eeuw gesloopt. Nu resteren alleen nog straatnamen, zoals de Noorder- Wester en Zuidervesting, en de singels.

Stadhuis Edam
Er blijft gelukkig nog heel veel monumentaals en schilderachtigs over, zoals we zien als we op het Damplein staan. Op een hoekje is een muziekwinkel met een paar mooie gitaren in de etalage. Ik maak een foto van onze reflectie in het raam, met Fenders en Gibsons als decor.

Gerard gaat chocola kopen, ik wacht buiten voor de muziekwinkel. De meeste mensen vinden het niet beleefd om naar een persoon in een rolstoel te staren. Dat zorgt er voor dat je je als rolstoeler af en toe wat buitengesloten voelt. Alsof je onzichtbaar bent.

Speeltoren Edam

Pal voor mijn neus raken een toerist – uit het Midden-Oosten – en een racefietser met elkaar in gesprek. Ik ben onzichtbaar en luister dus ongemerkt mee. De buitenlander zegt als zeeduiker te werken en in Nederland een paar dagen de toeristische plekken te komen zien. Hij komt met de bus uit Amsterdam.

De fietser vertelt dat hij in een dorp in de buurt woont en een eigen bedrijf heeft. Hij zegt dat Edam 's avonds mooi verlicht wordt. De toerist besluit om de bus naar Volendam te nemen en dan later hier terug te komen.

Dat is ook de kant die wij opgaan, maar dan met onze eigen auto.








Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jacobus Craandijk - Wandelingen door Nederland 1887; Google maps; Wikipedia en andere websites


woensdag 30 september 2020

De Zuiderzee – 65 – Edam, de Kaaswaag en de grote kerk

Als het niet verboden was geweest, er hing een groot rood waarschuwingsbord, dan hadden we, te voet over deuren van de zeesluis, de bebouwing van Edam zo binnen kunnen lopen. Nu moeten we een eindje omrijden, naar de eerstvolgende brug. We vinden vrij snel een parkeerplaats, vlak bij de grote- of Sint-Nicolaaskerk.


Het zal aan mijn eigen domheid liggen
maar bij Edam dacht ik niet direct aan kaas. Raar, natuurlijk, want Edammer is heel bekend. Als we uit de auto stappen blijken we tegenover de Kaaswaag te staan, met een bijna levensgroot standbeeld van twee kaasdragers. Die mannen, met hun witte pakken en platte hoedjes met linten, associeerde ik met Gouda. Ik moet wat kaas betreft nog veel leren.

De Kaaswaag is een klein gebouwtje, met twee grote deuren onder een brede luifel. Daarboven een kleurige gevelsteen en toepasselijke tegeltableaus, met afbeeldingen betreffende de kaashandel. De waag dateert uit 1778 maar is in de 19e eeuw flink verbouwd en versierd. Er is nu een kaasmuseum. Tenminste dat las ik in mijn monumentenboek.


Op internet lees ik
dat de Edammer kaas niet meer in Edam en zelfs niet meer in Noord-Holland gemaakt wordt. De bekende rode bollen komen tegenwoordig uit Groningen. Een Edammer kaashandelaar wilde daar verandering in brengen en een nieuwe kaaswinkel, annex museum, openen in een pand waar voorheen een kledingzaak in gevestigd was.

Aan mijn eigen foto's zie ik dat die winkel er inmiddels is, of er ook een museum is staat niet op de gevel of winkelruit. Als ik even verder zoek vind ik dat de Kaaswaag van dezelfde eigenaar is. En: 'In de Kaaswaag is een permanente tentoonstelling ingericht over de kunst van het kaasmaken.'

Dus toch ! Natuurlijk is de waag op zondag gesloten. Dus laat ik me door Gerard naar de grote kerk rollen. Dat is echt een knoepert. Een gotische reus, van rode baksteen – volgens Wikipedia de grootste hallenkerk van Nederland – die eigenlijk in een hoekje van de stad staat. Als er voorbij loopt ben je de oude stad direct weer uit.

De vroegste delen dateren uit de 15e eeuw, maar het bouwwerk is in latere eeuwen flink uitgebreid en verbouwd. We staan een tijdje te kijken naar het schilderachtige zuidportaal. Dat bevatte ooit een librije, een middeleeuwse boekenverzameling. De boeken bevinden zich tegenwoordig in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

Het zuidportaal dankt zijn schilderachtige uiterlijk aan een 19e eeuwse restauratie, uitgevoerd onder leiding van Joseph Cuypers. Dat was de zoon van van architect Pierre Cuypers en Antoinette Alberdingk Thijm. Pierre ontwierp onder meer het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam.

Zuidportaal van de Grote Kerk



Zoon Joseph ontwierp en restaureerde vooral kerken. Aanvankelijk hield hij zich daarbij aan de neogotische stijl die we van vader Pierre kennen. Dat kunnen we ook zien aan het zuidportaal van de Edammer kerk. Later zou Joseph zich ook bedienen van romaanse-, classicistische- en expressionistische vormen.

Gerard en ik keren de kerk de rug toe en wandelen, over de Grote Kerkstraat, naar het centrum van de stad.    





Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jacobus Craandijk - Wandelingen door Nederland 1887; Google maps; Wikipedia en andere websites


donderdag 3 september 2020

De Zuiderzee – 64 – De zeesluis van Edam


We rijden verder naar Edam, nemen een verkeerde afslag en belanden per ongeluk bij de zeesluis van het stadje. Wel een prettige ongeluk want het is een schilderachtig plekje.

Volgens het informatiebord, met leuke tekeningen waarmee de werking uitgelegd wordt, dateert de sluis uit 1827. Het is een schutsluis, met twee paar deuren, waarmee het hoogteverschil tussen het Zuiderzeewater en het binnenwater overwonnen kan worden. Toen de sluis gebouwd werd was er natuurlijk nog eb en vloed in de zee, nu niet meer vanwege de Afsluitdijk.

De sluis is in 1964, in oude stijl, gerestaureerd en vormt momenteel de verbinding tussen het Markermeer en de Schermerboezem. Het verschil in waterpeil is 25 centimeter.

Naast de sluis, aan de overkant van waar wij staan, is een sluiswachterswoning, die ook dienst deed als vergaderruimte voor het hoogheemraadschap en als herberg. Voor dat vergaderen was er een speciale herenkamer.

Aan onze kant van het water staat een kunstwerk dat aangeboden is door de vereniging van binnenvaartschippers uit Amsterdam. Vanwege het historisch belang van deze plek. Het bestaat uit een groot dreg-anker, zo'n ding met vier punten, waarop het silhouet van een zeilschip is geplaatst, uitgezaagd uit een plaat witgeschilderd metaal. Het geheel wordt overspannen door een, beetje roestige, witte boog en geflankeerd door twee amsterdammertjes, van die bruin geschilderde metalen paaltjes met het wapen van de stad erop.

Op een tweede bord wordt aangekondigd dat de dijken langs het Markermeer versterkt gaan worden. 'Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt, het regent vaker en heviger, de bodem daalt en we krijgen vaker te maken met hoog water. Als we niets doen loopt Noord-Holland onder water.'

Tussen 2016 en '21 worden de dijken langs het Markermeer, tussen Hoorn en Amsterdam, verstevigd en waar nodig verhoogd. Wanneer dit stukje precies aan de beurt is weet ik niet, maar het bord verwijst naar een website – www.markermeerdijken.nl. Daar lees ik dat het geen eenvoudige klus gaat worden. Er wordt overwogen om ter hoogte van de zeesluis een 'kruinverhoging' te doen. Dan wordt de bovenkant van de dijk dus hoger gemaakt.

De dijkenbouwers hebben bij Edam te maken met 'een jachthaven, monumentaal sluisje, bebouwing, een buitendijkse camping en een Fort'. En ze willen graag rekening houden met 'woon- en leefmilieu, natuur, landschap, archeologie, cultuurhistorie en recreatie...'.

Je realiseert het je allemaal niet als je, op een zonnige voorjaarsdag, staat uit te kijken op het water en de sluis en de wind door je haren voelt strijken.   






Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jacobus Craandijk - Wandelingen door Nederland 1887; Google maps; Wikipedia en andere websites


zaterdag 8 augustus 2020

De Zuiderzee – 63 – Kwadijk, watertoren, kerk, station


Het weer wordt steeds mooier en zonniger als we van Purmerend naar Edam rijden, over kaarsrechte wegen, door het vlakke polderlandschap. 


Wilde bij in Kwadijk 
We komen eerst langs het fort bij Kwadijk, dat deel uitmaakt van de Stelling van Amsterdam. Het verdedigingswerk gaat schuil achter een paar lage, langgerekte, bakstenen gebouwen, een boerderij en wat bosjes.

Thuisgekomen ontdek ik dat dit helemaal niet het fort bij Kwadijk was, maar het fort Benoorden Purmerend. Ook dit hoort bij de stelling van Amsterdam, er zijn nogal veel forten in deze buurt, een vergissing is snel gemaakt. De gebouwen van dit fort worden nu gebruikt door een wijnimporteur, maar:

'In 1945 is het fort gebruikt voor het gevangen houden van mensen die verdacht en of veroordeeld waren wegens collaboratie met Duitse bezetters in de toen afgelopen Tweede Wereldoorlog,' schrijft Wikipedia.

Watertoren Kwadijk
We steken de Beemster ringvaart over en rijden Kwadijk binnen, de geboorteplaats van tekenaar Jan Sanders en TV-presentatrice Manuela Kemp. Het lijkt uit niet veel meer te bestaan dan een lange weg met mooie boerderijen, waarvan een aantal van het 'stolp'-type, afgewisseld met vrijstaande huizen.

Kwadijk dateert uit de middeleeuwen en is de opvolger van een ouder dorp, Drei, dat genoemd was naar een waterweg, de Drey (Draai), tussen de Purmer en Beemster. De polder waar het in ligt heet de Zeevang en ooit was hier de kust van de Zuiderzee.

Het eerste opvallende bouwwerk dat we tegenkomen is de watertoren, een bakstenen kolos uit 1925. Mijn monumentenboek schrijft dat hij uitgevoerd is in art déco stijl en ontworpen is door B.F. Van Nievelt en een betonnen binnenwerk heeft.

Even later stoppen we bij de 19e eeuwse kerk. Een bescheiden gebouwtje met een klein wit torentje. In het gras er omheen bloeien de paardenbloemen en op een daarvan spot ik een wilde bij. Van een deskundige op Facebook leer ik later dat het waarschijnlijk een viltvlekzandbij is.

Onderweg zagen we al allerlei vogels. Wulp, grutto, tureluur, scholekster, grauwe gans, nijlgans, bergeend, wilde eend, blauwe reiger, zilverreiger, lepelaar en ik vergeet er nog een paar.

We rijden verder en stoppen vervolgens bij het treinstation, een opvallend groot, wit gebouw. Het is in 1884 voor de Staatsspoorwegen gebouwd, zoals te zien is aan de gevelsteen boven de ingang. Het ligt aan de lijn Zaandam-Hoorn en men moet ooit grote verwachtingen hebben gehad over het aantal passagiers dat hier op de trein zou gaan stappen. Inmiddels is de halte opgeheven, in het gebouw zijn kantoren gevestigd en het perron heeft plaatsgemaakt voor een parkeerplaats.


We maken wat foto's, kijken uit over het weidelandschap met ganzen en stappen weer in de auto. De volgende halte is Edam. 





Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jacobus Craandijk - Wandelingen door Nederland 1887; Google maps; Wikipedia en andere websites


donderdag 6 februari 2020

De Zuiderzee – 62 – Het welvarende Purmerend


Dominee Jacobus Craandijk beschrijft, in zijn Wandelingen door Nederland van 1887, een tocht van Amsterdam naar Den Helder, met de trekschuit door het Noord-Hollandsch Kanaal. Hij heeft het over 'veertien of vijftien uren vol onuitsprekelijke verveling'.

Hij vind het landschap saai, vlak en kaal, '...zoals men verwachten kan van een landstreek, die voor het grootste deel uit drooggemaakte meeren bestaat.' Van de paar aardige stadjes en dorpjes onderweg krijgen de trekschuitpassagiers niet veel te zien. Over Purmerend schrijft hij niet meer dan dat het welvarend is. Pas als hij de duinen bij Schoorl ziet montert hij wat op.



Zover gaan wij voorlopig niet. Wij zitten nog in Purmerend, dat er op zondagochtend inderdaad welvarend uit ziet en ook erg stil en verlaten. Door de lege winkelstraten lopen we naar een kleiner pleintje waar aan de ene kant een groot kerkgebouw staat en aan de andere kant het Purmerends Museum. Dit is de kaasmarkt en ook hier is de nodige horeca, met terrasjes, maar koffie lijkt er nog niet te worden geschonken.

De kerk heeft een aparte vorm, achtzijdig, met op vier hoeken een uitgebouwde kapel. De onderste paar meter zijn versierd met banden van lichte en donkere baksteen. Het gebouw dateert uit het midden van de 19e eeuw en is de vervanger van een oudere Gotische kerk.

Het Museum, gevestigd in het voormalige raadhuis, heeft een bordes van waar men het volk toe kon spreken, met aan weerskanten een trap. Een gebeeldhouwd reliëf versiert de ruimte boven de deur en een aardig torentje, met carillon, bekroont het dak. Het werd in de 17e eeuw gebouwd, maar later flink verbouwd en gerestaureerd.

Naast het museum staat een kleiner gebouw met een wit torentje, in de grijze natuursteen boven de ramen zijn opschriften gebeiteld: 'Brandspuit' en 'Teekenschool'. Een aparte combinatie. Thuis zie ik in mijn monumentenboek dat het gebouwtje oorspronkelijk diende als kaaswaag.

We lopen een rondje om de kerk, langs een cafeetje dat 't Hoedje Van De Koningin heet, maar ook nog niet open is. Volgens het monumentenboek is het een voormalig koffiehuis en dateert het uit het begin van de 17e eeuw. Door de schoolsteeg komen we bij de weeshuissteeg, waar inderdaad, op de hoek, het oude burgerweeshuis staat, ingeklemd tussen moderne architectuur.

Boven de met een witte sierlijst omgeven ingangsdeur is een kleurig reliëf aangebracht met een verklarende tekst:

'In dit vernieuwd gebouw
Woont liefde, hulp en troost
Hier zorgt barmhartigheid
Voor het ouderlooze kroost

Er staat ook een jaartal bij, 1789, maar toen was het pand al 150 jaar oud. Nu wonen er geen arme weesjes meer, maar zijn er kantoren. De klanten van de grote supermarkt ernaast stallen hun fietsen voor de deur.

Maar niet op zondagochtend.






Tekening: Gerard Kuit 

Foto's: Jan de Stripman 

Bronnen: Monumenten In Nederland - Noord-Holland 2006; Jacobus Craandijk - Wandelingen door Nederland 1887; Google maps; Wikipedia en andere websites