dinsdag 21 augustus 2018

De Zuiderzee - 34 – Doornspijk en de 80-jarige oorlog


Onze volgende halte is een interessant overblijfsel uit een roerige periode van onze vaderlandse geschiedenis. Om er te komen rijden we eerst weer een klein stukje over de Zuiderzeestraatweg, die hier de Elburgerweg heet.


Na niet al te lange tijd bereiken we het dorpje Doornspijk. Langs de doorgaande weg staan redelijk nieuwe, vrijstaande huizen en boerderijen. Aan een klein pleintje met hoge bomen staat de, tamelijk sobere, hervormde kerk, wel met een leuk lantaarnspitsje op het dak.

Het gebouw dateert uit 1829 en is direct na de aanleg van de Zuiderzeestraatweg hier neergezet. Het vormde toen de nieuwe kern van het dorp, met er tegenover gelegen, het in aanleg 18e eeuwse landgoed Klarenbeek.

Wat verderop zien we de toren van de gereformeerde kerk. Die is nog nieuwer, voltooid in 1924, maar de geschiedenis van Doornspijk gaat veel verder terug. Daarvoor moeten we op zoek naar de oude Zuiderzeekust.

ANWB-bord met bekende Nederlander
We rijden door een nieuwbouwwijkje en de daarachter gelegen polder om uiteindelijk uit te komen op de Nieuwstadsweg, pal aan het Veluwemeer.
Waar de oude Kerkdijk uitkomt op de Nieuwstadsweg is een stuk land afgezet met een lage heg en een rij bomen.

Binnen die omheining zijn de contouren van een verdwenen kerkgebouw tot ongeveer een halve meter hoog gereconstrueerd. Door leerlingen van de vakopleidingen uit Apeldoorn en Zwolle, staat er op een ingemetselde plaquette.

Vogelkijkhut
Een groot ANWB-bord vertelt de geschiedenis van deze kerk. Hij was genoemd naar Sint Ludgerus, of eigenlijk Liudger, een Friese missionaris uit de 8ste eeuw. Na de niet altijd even succesvolle pogingen van Willibrord en Bonifatius, om de heidenen in het noorden van Nederland te bekeren, maakte Liudger de klus wel af.

Er zijn mensen die zeggen dat hij zelf de kerk bij Doornspijk stichtte, maar dat is niet zeker, wel dat er in rond 1100 een kerk stond, die naar hem genoemd was. In de 12e en 15e eeuw werd de kerk uitgebreid, maar in de 80-jarige oorlog waren de bestuurders van Elburg bang dat de Spanjaarden hem als schuilplaats en uitvalsbasis, vlak buiten hun stadsmuren, zouden gebruiken. In 1584 werd besloten de kerk te slopen. Alleen de toren bleef staan. Acht jaar later was het gevaar geweken en werd er een kleiner kerkje tegen de toren aan gebouwd.

In 1825 werd de kerk verwoest door een storm, blikseminslag en brand. Waarna de nieuwe kerk, die we eerder zagen, een stuk verder landinwaarts werd gebouwd. In de jaren '80 van de 20ste eeuw werden de fundamenten van de verdwenen kerk opgemetseld.

Het is een mooie plek, zo vlak aan het water. Op een kleine afstand, dichter aan de kust, is een vogelkijkhut geplaatst, maar ook vanuit de verte zie je hele groepen knobbelzwanen op het randmeer zwemmen...



NB: Dit verhaal is geschreven in 2015, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


3 opmerkingen:

martin zei

Leuk om te lezen Jan (een reactie weer van achter mijn burootje thuis; je ziet inderdaad geen verschil).

Jan de Stripman zei

@martin - Maar het voelt wel heel anders, hè...;o)

martin zei

Inderdaad, thuis meer als iets dat er bij hoort. Op vakantie vind ik gebruik van internet voor twitter, facebook en blogs toch niet helemaal passen. Het zal een ouderwetse gedachte zijn.