Verstopt in een nieuwbouwwijkje, aan de
rand van Nunspeet, staat een zogenaamd locomotiefhuisje. Het is een
klein, langwerpig, eenlaags gebouwtje, onder een rieten dak en het
heeft z'n schoorsteen in de voorgevel. Daarom heeft het wel wat weg
van een stoomlocomotief. Verder heeft het met de spoorwegen niets te
maken.
Dergelijke huisjes werden
oorspronkelijk, in de 19e eeuw en eerder, bewoond door eenvoudige
boeren, dagloners en eekschillers. Die laatsten schilden de bast van
eikenbomen.
Als ik op internet zoek naar het
gebruik van eikenbast kom ik eerst allerlei verwijzingen tegen naar
alternatieve geneeswijzen. Eikenbast zou goed zijn voor de
bloedvorming, huid en tandvlees, het is antiseptisch en vermindert
transpiratie. Een wondermiddel dus. Maar vroeger werd het vooral
gebruikt in de leerlooierij.
Locomotiefhuisje Nunspeet |
De schapenteelt, het verstoken van hout
en daardoor ontbossen van de Veluwe zorgden er voor dat er grote
stuifzandgebieden ontstonden. Hele dorpen verdwenen onder het zand en
ook Nunspeet werd er door bedreigd. Dat duurde tot aan het begin van
de 20ste eeuw, toen men door grootschalige aanplant, vooral van
naaldbomen, het stuifzand vastlegde.
Dezelfde ontwikkelingen heeft ons eigen
Soest doorgemaakt. Ook wij hebben stuifzanden, de Korte en de Lange
Duinen en grappig genoeg stond er ook in ons dorp ooit zo'n laag
huisje met een opvallende schoorsteen, dat 'de locomotief' genoemd
werd.
Het stond aan de Korte Brinkweg en mijn
eigen oma woonde er aan het begin van de jaren '50. Mijn ouders
woonden enige tijd bij haar in en mijn oudere broer is er geboren.
Uiteindelijk werd 'de locomotief', die uit 1663 stamde, getuige een
bronzen plaatje in de fraai betegelde schouw, onbewoonbaar verklaard.
Het leidde tot een artikeltje in de
krant. Daarin wordt de indeling beschreven: een voorkamertje van 3,5
bij 3 meter, met drie raampjes van 30 bij 30 cm, een alkoof die
verbouwd was tot keukentje en in het achterhuis een slaaphokje en het
oorspronkelijke woonkeukentje. Onder het pannendak was nog een
vliering waar je niet rechtop in kon staan, maar waar wel een oom van
me sliep.
Mijn ouders verhuisden uiteindelijk
naar een ander pandje dat ook al op de nominatie stond om gesloopt te
worden. Het duurde tot 1962 voor ze een behoorlijk huis kregen, in
één van de eerste flats van ons dorp.
De locomotief was toen al afgebroken,
want zoals het krantenbericht besluit: '...we zijn vanouds niet erg
zuinig op antiek en historische overblijfselen geweest.'
Het locomotiefhuisje in Nunspeet is het
enige, daar in de omgeving, dat nog op zijn oorspronkelijke plaats
staat. Een tweede huisje, dat aan de sloop ontsnapt is, staat nu in
het Openluchtmuseum in Arnhem...
NB: Dit verhaal is geschreven in 2015, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit , foto: Jan de Stripman
Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.
3 opmerkingen:
Ergens tussen Putten en Stroe op mijn route naar Apeldoorn kwam ik kangs een laag daglonershuisje (vermoed ik), lang en laag. Het is verdwenen. Er staat nu daar in het bos iets mooiers. Het zal wel te vervallen zijn geraakt, de oplossing om een afbraakvergunning te krijgen.
Ja, dat is een bekende tactiek. Zo zijn hier in het dorp ook verschillende leuke bouwsels verdwenen...
Ik heb als kind (1957-1974) in Nunspeet gewoond, tegenover dat locomotief huisje dat nu in Arnhem staat. Er woonden toen twee broers, die in de volksmond ‘Peuk en Sjekkie’ werden genoemd
Een reactie posten