vrijdag 6 april 2018

De Zuiderzee – 32 – Een locomotiefhuisje in Nunspeet en in Soest

Verstopt in een nieuwbouwwijkje, aan de rand van Nunspeet, staat een zogenaamd locomotiefhuisje. Het is een klein, langwerpig, eenlaags gebouwtje, onder een rieten dak en het heeft z'n schoorsteen in de voorgevel. Daarom heeft het wel wat weg van een stoomlocomotief. Verder heeft het met de spoorwegen niets te maken.


Dergelijke huisjes werden oorspronkelijk, in de 19e eeuw en eerder, bewoond door eenvoudige boeren, dagloners en eekschillers. Die laatsten schilden de bast van eikenbomen.

Als ik op internet zoek naar het gebruik van eikenbast kom ik eerst allerlei verwijzingen tegen naar alternatieve geneeswijzen. Eikenbast zou goed zijn voor de bloedvorming, huid en tandvlees, het is antiseptisch en vermindert transpiratie. Een wondermiddel dus. Maar vroeger werd het vooral gebruikt in de leerlooierij.

Locomotiefhuisje Nunspeet
De schapenteelt, het verstoken van hout en daardoor ontbossen van de Veluwe zorgden er voor dat er grote stuifzandgebieden ontstonden. Hele dorpen verdwenen onder het zand en ook Nunspeet werd er door bedreigd. Dat duurde tot aan het begin van de 20ste eeuw, toen men door grootschalige aanplant, vooral van naaldbomen, het stuifzand vastlegde.

Dezelfde ontwikkelingen heeft ons eigen Soest doorgemaakt. Ook wij hebben stuifzanden, de Korte en de Lange Duinen en grappig genoeg stond er ook in ons dorp ooit zo'n laag huisje met een opvallende schoorsteen, dat 'de locomotief' genoemd werd.

Het stond aan de Korte Brinkweg en mijn eigen oma woonde er aan het begin van de jaren '50. Mijn ouders woonden enige tijd bij haar in en mijn oudere broer is er geboren. Uiteindelijk werd 'de locomotief', die uit 1663 stamde, getuige een bronzen plaatje in de fraai betegelde schouw, onbewoonbaar verklaard.

Het leidde tot een artikeltje in de krant. Daarin wordt de indeling beschreven: een voorkamertje van 3,5 bij 3 meter, met drie raampjes van 30 bij 30 cm, een alkoof die verbouwd was tot keukentje en in het achterhuis een slaaphokje en het oorspronkelijke woonkeukentje. Onder het pannendak was nog een vliering waar je niet rechtop in kon staan, maar waar wel een oom van me sliep.

Mijn ouders verhuisden uiteindelijk naar een ander pandje dat ook al op de nominatie stond om gesloopt te worden. Het duurde tot 1962 voor ze een behoorlijk huis kregen, in één van de eerste flats van ons dorp.

De locomotief was toen al afgebroken, want zoals het krantenbericht besluit: '...we zijn vanouds niet erg zuinig op antiek en historische overblijfselen geweest.'

Het locomotiefhuisje in Nunspeet is het enige, daar in de omgeving, dat nog op zijn oorspronkelijke plaats staat. Een tweede huisje, dat aan de sloop ontsnapt is, staat nu in het Openluchtmuseum in Arnhem...



NB: Dit verhaal is geschreven in 2015, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekeningen: Gerard Kuit , foto: Jan de Stripman

Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Gelderland 2000; Google maps, Wikipedia en andere websites.


3 opmerkingen:

martin zei

Ergens tussen Putten en Stroe op mijn route naar Apeldoorn kwam ik kangs een laag daglonershuisje (vermoed ik), lang en laag. Het is verdwenen. Er staat nu daar in het bos iets mooiers. Het zal wel te vervallen zijn geraakt, de oplossing om een afbraakvergunning te krijgen.

Jan de Stripman zei

Ja, dat is een bekende tactiek. Zo zijn hier in het dorp ook verschillende leuke bouwsels verdwenen...

Anoniem zei

Ik heb als kind (1957-1974) in Nunspeet gewoond, tegenover dat locomotief huisje dat nu in Arnhem staat. Er woonden toen twee broers, die in de volksmond ‘Peuk en Sjekkie’ werden genoemd