De moderne bezoeker kent Harderwijk
waarschijnlijk vooral van het Dolfinarium. Op de frisse, vroege,
zondagochtend, waarop wij de stad bezoeken, is dat zeewaterpark nog
gesloten. Je zou bijna zeggen dat de hele stad nog gesloten is, want
het is buitengewoon stil op straat.
Ongehinderd door enig verkeer duwt
Gerard me over de keitjes van de verlaten straten. Links en rechts
mooie historische gevels, door een steegje zien we de achterkant van
de grote kerk. Er klinken vage orgelklanken, op het dak zit een hele
rij duiven.
Van achteren gezien lijkt het een enorm
kerkgebouw, maar aan de voorkant ontbreekt een deel. De toren is in
1797 ingestort en nooit meer opgebouwd. Wat rest is een deel van het
schip, het dwarsschip en het koor, grotendeels gebouwd in de 15e
eeuw.
In een smal straatje, rechts, zien we
een slank torentje. Als we er heen lopen blijkt het een bronzen
plaquette te bevatten, met een Latijnse tekst. Daarboven, in een nis
en achter tralies, kijkt een gebeeldhouwde man naar buiten. Op een
steen onder de buste staat zijn naam: Carolus Linnaeus en de datum 23
juni 1735.
Een ANWB-bord geeft verdere uitleg. De
beroemde botanicus studeerde aan de universiteit van Harderwijk en
promoveerde, hier op die dag, tot doctor in de geneeskunst. De
bronzen plaquette verwijst naar Herman Boerhave, die hier in 1693
promoveerde en geëerd wordt als 'uitmuntend man en vorst der
geneeskunde'.
Niet veel toeristen zullen aan
Harderwijk denken als universiteitsstad. De academie sloot dan ook al
ruim 200 jaar geleden, in 1811, de poorten. Een erg goede reputatie
schijnt het onderwijs er niet gehad te hebben. Wie het betalen kon
ging liever naar Leiden. Toch studeerden, naast Boerhave en Linnaeus,
bijvoorbeeld ook de ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen, de politicus
Willem Daendels en de dichter Staring af in Harderwijk.
Linnaeustorentje met ginkgo |
Door een poortje betreden we een parkje
met enkele fraaie bomen. Dit is de hortustuin, de voormalige
plantentuin van de universiteit. De monumentale bomen staan tussen,
door het late seizoen, kale perkjes. Een grote ginkgo draagt nog een
deel van z'n heldergele herfstblad, verderop staat een enorme
plataan, waarin een vlaamse gaai zit te krassen.
Daarachter een oude muur, een restant
van een middeleeuws klooster, waartegen een modern glazen paviljoen
gebouwd is. Binnen zitten mensen aan het ontbijt en brandt de open
haard. Het ziet er aanlokkelijk uit, maar we besluiten toch eerst de
stad verder te gaan verkennen...
NB: Dit verhaal is geschreven in 2014, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.
Tekeningen: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman
Bronnen: Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten
in Nederland - Gelderland 2000; Google maps en
Wikipedia.
3 opmerkingen:
Fijn dat het zo stil was. Mooie tekening van Gerard.
Dank je, Annette !
Misschien ging op dat stukje Dolfinarium na het hele stadje op slot in het jaar dat de universiteit sloot. Hoewel ik vanuit de familiegeschiedenis de nare kanten de strenge Reformatie ken en dus niet melancholiek ga zwijmelen, is dit stadje wel heel rustgevend - met mooie nog werkende antieke winkeltjes - ook door de weeks.
Een reactie posten