De Langbroeker Wetering, loopt bij
Overlangbroek dood, maar de weg gaat nog een eind verder rechtdoor en
Gerard en ik slaan, op de t-splitsing aan het eind, linksaf. De weg
heet hier de Amerongerwetering, maar hij voert ons naar Leersum. Voor
we dat dorp bereiken slaan we weer linksaf en over een aangenaam
weggetje, langs de uitlopers van de Leersumse bebouwde kom, komen we
uit halverwege de oude oprijlaan naar het buitengoed Broekhuizen
(soms ook geschreven als Broekhuisen).
Broekhuizen is een van de
indrukwekkendste buitenplaatsen van de Utrechtse heuvelrug en het is
dan ook een beetje vreemd dat de meeste reizigers van vroeger dagen
het links lieten liggen. Dominee Craandijk noemt het wel, maar hij
was op de terugweg vanuit Amerongen en moest zich haasten '…want
station Driebergen ligt nog op grooten afstand en de stoomtram rijdt
nog niet naar Doorn.'
Wie er wel tijd voor heeft beveelt hij
de omweg naar Broekhuizen aan: '…met zijn prachtige bordes…'. Ook
noemt hij het grafmonument in de vorm van een uitkijktoren, op de
Donderberg ten noorden van het dorp, dat door de familie van
Nellesteyn, in de 18e eeuw de bewoners van Broekhuizen,
gebouwd is.
Dat 'vreemde mausoleum' wordt ook
beschreven door Jan Feith, die in 1908 met de auto door Nederland
rijdt en daarvan verslag doet in de jubileumuitgave 'Ons eigen land'
van de ANWB (toen dus al geen fietsersbond meer). Feith negeert het
landhuis helemaal, maar dat kan misschien komen omdat het toen
herbouwd werd, na een brand die het in 1906 grotendeels in de as
legde. Gerard en ik besluiten in ieder geval om er te stoppen en het
huis eens nader te inspecteren.
De oprijlaan met zijn hoge bomen begint
onderaan de Donderberg, volgens Feith een van oorsprong Germaanse
naam die naar Donar zou verwijzen, op het kruispunt van de doorgaande
weg door Leersum, met die naar Maarsbergen. Na zo'n 500 meter kom je
aan een groot smeedijzeren hek en daarachter begint het park van
Broekhuizen. De weg die wij nemen kruist de oprijlaan bij het hek en
gaat dan met een bocht om het park heen. Na weer 500 meter gaat de
weg over een klein bruggetje en daar parkeren we de auto.
Vanaf de brug zien we het
witgepleisterde huis liggen, een kant aan een ruime vijver, de andere
kant uitkijkend op het park dat in 1820 door J.D.Zocher jr werd
voltooid, naar oudere plannen van J.G.Michaël. Volgens het Handboek
van Natuurmonumenten is het park een van de mooiste voorbeelden van
de Engelse landschapsstijl in Nederland. Het heeft een onregelmatig
gevormde waterpartij, met eilandjes daarin, slingerende paden tussen
bossages, grasvelden en vooral veel monumentale beukenbomen.
Er staat een ruime Oranjerie in het
park, gebouwd in neo-classicistische stijl, die aan een kant omsloten
word door een kunstmatige heuvel. Van de beelden en vazen die het
park sierden zijn nog twee wit marmeren sfinxen bewaard gebleven.
Het kasteel zelf, dat vermoedelijk op
de plaats van een middeleeuwse voorganger staat, werd in 1794 in
opdracht van de van Nellestyens gebouwd. In 1810 werd het al flink
uitgebreid en voorzien van een imposante ingangspartij met een
dubbele, gebogen trap, die naar het bordes leidt. Boven de
kelderverdieping, met de keukens en werkvertrekken, zijn nog twee
hoge verdiepingen die een interieur hebben in Lodewijk XVI-stijl.
Gerard en ik wandelen een stukje het
park in maar ontdekken dat we niet echt dichtbij het huis kunnen
komen. Na jarenlang in gebruik te zijn geweest door de Rijksoverheid,
wordt het sinds enige tijd weer particulier bewoond. Bordjes met
'verboden toegang' erop houden al te nieuwsgierige wandelaars op
afstand.
We bekijken dus maar de oude bomen die
nogal geleden lijken te hebben onder de voorjaarsstormen en we
inspecteren de voorzieningen ten behoeve van de paddentrek. Lage
plastic hekjes leiden de paarlustige amfibieën naar emmers waarin ze
opgevangen worden en geteld, alvorens ze veilig voor het autoverkeer
de weg over gezet worden.
Na enige tijd stappen we weer in de
auto en nemen de volgende afslag rechts. Een rustiek weggetje tussen
de bossen leidt ons, langs 'de Kappel', het middeleeuwse rechthuis
van de buurtschap Darthuizen, ook ooit eigendom van de van
Nellesteyns, naar de doorgaande weg richting Doorn en Amersfoort.
Einde van deze reeks.
NB: Dit verhaal dateert uit 2002, de
toestand ter plaatse kan veranderd zijn. Het is eerder verschenen in de Artishockberichten en op het Volkskrantblog.
Tekening: Gerard Kuit
Bronnen: J.
Craandijk: Wandelingen door Nederland - Utrecht, 1874; Jan Feith: Ons
eigen land - tusschen Amsterdam en Arnhem, 1908; ENSIE lexicon 1952;
F.W. van Gulick: Nederlandse kastelen en landhuizen, 1960; Doriann
Kransberg en Hans Mils: Kastelengids van Nederland, 1979; Prisma
Lexicon dorpen en steden Benelux - 1984; Handboek Natuurmonumenten,
1996; Monumenten in Nederland - Utrecht, 1997; Landschapsgids voor
Utrecht – Stichting het Utrechts Landschap, na 1997.
Links:
Website van kasteel Broekhuizen met veel foto's en info.
Kasteel Broekhuisen op Wikipedia
Leersum op
Wikipedia
Darthuizen op
Wikipedia
3 opmerkingen:
Jan ik zal een uurtje vroeger van huis moeten op mijn weg naar Wageningen, Ede of Eck en Wiel voor familiebezoek. En dan nog heb je me genoeg gegeven voro een paar jaar. Ik zie ze altijd wel, maar rijd erlangs. Nu maar weer eens op de fiets.
Gewoon bij Broekhuizen aanbellen, Martin, misschien geloven ze je wel als je zegt dat jouw familie daar ooit huisde...;o)
Slim. Kijken of ik durf.
Een reactie posten