woensdag 16 november 2011

Wijk bij Duurstede 2 - Noormannen en bisschoppen

Dat er in Wijk bij Duurstede veel sporen van het verleden te vinden zijn was in het begin van de 19e eeuw al bekend. Aanvankelijk trok vooral de vondst van grote hoeveelheden dierenbotten de aandacht. Niet alleen van oudheidkundigen, maar ook van fabrikanten die er beendermeel van maakten.

'Reeds sedert eenige jaren hadden arme lieden in den winter steelsgewijze een stuksken brood verdiend met het opgraven van beenderen…' meldt Craandijk en '…niet minder dan 18000 mudden beenderen werden in korten tijd gevonden…', maar ook '…menig voorwerp van kunstvlijt…'.

Een overheidsdienst die zich met archeologische zaken bezighield was er nog niet, maar '…belangstellenden, waaronder vooral de predikant van de Veur van Zoelmond genoemd verdient te worden, trachtten te verzamelen wat te voorschijn kwam…'.


De grote hoeveelheid vondsten trok uiteindelijk landelijke belangstelling en in 1842 greep de overheid in. Er ging een opgraving onder deskundige leiding van start. Het was het begin van het grootste archeologische onderzoek van Nederland, dat in verschillende fasen tot in de jaren '80 van de 20e eeuw zou voortduren.*)

Men vond een groot deel van de vroegmiddeleeuwse haven van Dorestad terug en een grote hoeveelheid gebruiksvoorwerpen, munten en sierraden. Een deel daarvan is te zien in het Museum Dorestad, voorheen het Kantonaal en Stedelijk museum, aan de Muntstraat in Wijk bij Duurstede. Bovengronds is er niets meer van te zien, niet van de bloeiende handelsstad die er in de 9e eeuw ontstaan was, noch van de verwoestingen aangericht door de Noormannen. **)


Al tijdens de regering van Karel de Grote (742-814) hielden de '…gevreesde zeekoningen…' huis langs de kusten van de Noordzee. Karels zoon Lodewijk de Vrome stelde zelfs een Deense leenman aan, Harald, om Dorestad en omstreken te beschermen. Tevergeefs: 'Van 834 tot 837 werd de ongelukkigen stad viermaal geplunderd.' Tien jaar later nog een keer en in 863 voor het laatst.

Inmiddels begon de monding van de Rijn te verzanden, waardoor het voor vrachtschepen en Vikingen steeds moeilijker werd om landinwaarts te varen. Dorestad nam in belangrijkheid af en: 'In 949 bevestigde keizer Otto III het bisdom Utrecht in 't bezit van alles, wat het bezat "in de villa, eertijds Dorestad, thans Wijck genoemd."'

Een deel van de grond rond Wijk bleef echter in het bezit van de Duitse keizer. In 1256 kocht graaf Otto II van Gelre de voormalige keizerlijke vroonhof, een agrarisch complex gelegen aan de Markt, waar nummer 14 en 14a nog bekend staan als 'de Nederhof'. Otto gaf zijn bezittingen en de bijbehorende rechten in leen aan de heren van Abcoude, die omstreeks 1270 begonnen met de bouw van het kasteel.

Waarschijnlijk was het Zweder van Zuylen van Abcoude die een donjon liet bouwen met een zaalgebouw ernaast, omringd door een schildmuur. Die donjon, inmiddels een ruïneuze, maar nog steeds imposante, vierkante toren, staat op een eilandje, in een romantisch park, aan de zuidwestkant van het stadje. Hij wordt nu omringd door de resten van een latere bouwfase, die onder leiding van de Utrechtse bisschoppen tot stand kwam.


Tussen Utrecht en Gelre heeft lange tijd onenigheid bestaan over de zeggenschap over Wijk bij Duurstede. Uiteindelijk, zo meldt Craandijk, was het '… Jacob van Gaesbeek, den erfgenaam der Abcoudes, die na een voortdurende strijd met de Utrechtse kerkvorsten, in 1449 deze bezittingen aan het Sticht moest afstaan.'

In die jaren oefenden de bisschoppen de macht uit over een groot deel van de huidige provincie Utrecht, toen 'het Sticht' genoemd, en delen van Overijssel, Drenthe en Groningen, 'het Oversticht'. Zij waren niet alleen godsdienstige leiders, maar ook wereldlijke staatshoofden die rechtspraken, belasting inden enzovoort.

In de 15e eeuw ging dat niet zonder slag of stoot en de toenmalige bisschoppen David en Philips van Bourgondië vochten menig conflict uit met Hollandse en Gelderse troepen. Omdat de stad Utrecht partij trok tegen de eigen bisschop hield die regelmatig verblijf op slot Duurstede. Vooral David heeft veel aan het kasteel verbouwd, de grote ronde toren wordt naar hem de Bourgondische toren genoemd.



*) In het boek 'Dorestad – Een wereldstad in de middeleeuwen' door Annemarieke Willemsen (Walburg pers 2009) staat een verslag van de opgravingsgeschiedenis. De eerste archeologische onderzoekingen waren kleinschalig en er werd niet veel gedaan ter bescherming van de vindplaats. Eigenlijk werd er pas serieus opgegraven toen grootschalige nieuwbouwplannen, in de jaren '60 van de 20ste eeuw, de resten van Dorestad bedreigden. De opgravingen zijn in fases doorgegaan tot in 2008.

**) Dat de opgravingen te Wijk bij Duurstede het legendarische Dorestad blootgelegd hebben wordt door sommigen betwist. Zie bijvoorbeeld hier. De meeste historici houden het er echter op dat er weliswaar geen keihard bewijs is dat het hier Dorestad betreft, maar dat dat wel zeer waarschijnlijk is. De vondsten zijn inmiddels overgedragen aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar een deel ook tentoongesteld wordt


NB: Dit verhaal is geschreven in 2002, voor het verenigingsblad van Artishock in Soest, de situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn. Het is ook eerder geplaatst op het voormalige Volkskrantblog.

Tekening: Gerard Kuit

Bronnen: J. Craandijk: Wandelingen door Nederland - Utrecht, 1874; Doriann Kransberg en Hans Mils: Kastelengids van Nederland, 1979; Bloemers, Louwe Kooijmans en Sarfatij - Verleden land, 1981; van Es, Sarfatij en Woltering (redactie) - Archeologie in Nederland, 1988; Monumenten in Nederland - Utrecht, 1997

Zie ook Wijk bij Duurstede op Wikipedia 


Lokatie Wijk bijDuurstede op Google Maps 

6 opmerkingen:

Glaswerk zei

GWH.

Jan de Stripman zei

@glswrk - ;o)

martin zei

Past dit verhaal ook in een route? Of heb ik dat gemist? Ben ik het vergeten? Je had ook iets met de Langbroekerdijk. Past het daar bij?

Jan de Stripman zei

@martin - Het is een apart 4-delig verhaal. Maar ik heb het eerder op het VKblog geplaatst, misschien wel na de reeks over de Langbroekerwetering, dat weet ik niet meer precies...

martin zei

Ach ik krijg zo wel steeds meer zin er ook eens rond te kijken.

Jan de Stripman zei

@martin - Moet je doen ! Het is een mooi stadje. En als je het Amsterdam-Rijnkanaal volgt kom je er vanzelf...;o)