donderdag 26 november 2015

De Zuiderzee – 17 – Spakenburg, bij de botterwerf


Toen ik in de jaren '70, in Amersfoort, naar de middelbare school ging kon je daar nog regelmatig vrouwen in klederdracht zien lopen. Met name op marktdagen, wanneer de vis- en broodkramen door handelaren uit Spakenburg, of Bunschoten, bemand werden. Zelfs als het 's winters koud was hielden de dames vast aan hun traditionele kledij, de armen rood van de kou,maar dat leek ze niet te deren.

Er zal wel verschil zijn geweest tussen zomer- en winterdracht, maar dat zag ik met mijn lekenogen niet. Ik schoor sowieso Bunschoten en Spakenburg over één kam. Voor mij, als schooljongen, vreemde oorden, waar de mensen een onverstaanbaar dialect spraken en waar je eigenlijk nooit kwam.



Later ben ik er natuurlijk wel eens geweest, op bezoek bij kennissen en collega's. En nu zou ik een bezoekje zelfs aanbevelen, want Spakenburg heeft een heel schilderachtig haventje, met een oude scheepswerf waar botters gerestaureerd worden. Op doordeweekse dagen kun je er heel prettig een kopje koffie drinken, op één van de terrassen, of een harinkje eten bij een viswinkel.

Met wat geluk zie je er nog een oude dame in klederdracht voorbij wandelen. En anders kun je het bronzen standbeeld van een vissersvrouw bekijken, dat op het pleintje achter de voormalige sluis staat, of het museum bezoeken. Dat bestaat uit een visrokerij, een schooltje en een aantal andere oude pandjes, waar een smal straatje tussendoor loopt.

Jac. P. Thijsse noemde Bunschoten '...het visschersdorp in de wei...' en schrijft dat de haven van het dorp Spakenburg heet. De originele Spakenburgers zullen dat waarschijnlijk te kort door de bocht vinden. Zij bewonen het enige echte vissersdorp van de hele provincie Utrecht en in Bunschoten wonen boeren.

Inmiddels vormen de twee dorpen een gezamenlijke gemeente en zijn ze door nieuwbouw helemaal aan elkaar vastgegroeid. Van de vissersvloot is niets meer over. Spakenburg moet het nu meer hebben van de pleziervaart en het toerisme,  hoewel er nog wel een bloeiende vishandel is.

Op zondagochtend merk je daar allemaal niets van. Langs de haven is het doodstil. Het museum, de restaurants en viswinkels zijn gesloten. De enige andere mensen die Gerard en ik er zien zijn een buitenlands echtpaar met een klein kind. Ze kijken wat verbaasd rond op het uitgestorven plein.

Gerard en ik maken wat foto's. We zijn erg toe aan een kop koffie maar die gaan we dan maar thuis drinken. Volgende keer zullen we nog even terug moeten naar Bunschoten, waar we nu wat haastig doorheen rijden en daarna is het weer verder langs de oude Zuiderzeekust, richting Nijkerk en Harderwijk.



Ps: Enige tijd nadat wij Spakenburg bezochten, in 2012, kwam het nieuws dat de EO een docusoap over het dorp uit ging zenden: 'Voetbal, keek en kibbeling'. De uitzendingen, over het wel en wee van de dorpsbewoners, zijn terug te zien op de website van de EO 



NB: Dit verhaal is geschreven in 2012, voor het verenigingsblad van de Artishock in Soest. De situatie ter plaatse kan inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit , foto's Jan de Stripman

Bronnen: Jacobus Craandijk – Wandelingen door Nederland 1879; Prof. J.A. De Rijk e.a. – Wandelingen door Gooi- en Eemland 1905; Jac.P.Thijsse – Langs de Zuiderzee 1915; Monumenten in Nederland - Noord-Holland 2006 ; Google maps en Wikipedia.
Bunschoten-Spakenburg op Wikipedia 



2 opmerkingen:

martin zei

Jan ik kijk er graag rond. Klederdracht zie je eigenlijk altijd wel.

Jan de Stripman zei

We zijn er naderhand nog een paar keer terug geweest, voor een kopje koffie. Maar nu durf ik niet meer omdat de dijkverhoging langs de Eem is begonnen...