zaterdag 26 maart 2011

De Vecht 16 - Van Nieuwersluis naar Breukelen en weer terug

Als we, langs de Pupillenschool, Nieuwersluis uitrijden komen we in een landelijk gebied. Van het door militaire activiteiten gekenmerkte vestingdorp gaan we weer richting buitenplaatsen en lusthoven. Of zoals dominee Craandijk in een filosofische bui schrijft: ‘…de overlevering, die aan de boorden van de Vecht van zooveel bloedigen strijd en zooveel droevige verwoestingen heeft te verhalen, (…maar…) die ook van zooveel kinderachtige geldverspilling en van zooveel jammerlijke verkrachting der natuur heeft te gewagen…’.

Op een rustige zondagochtend zou je het allemaal niet achter dit vredige landschap zoeken. Nu staan er mooie boerderijen, de meeste buitenplaatsen aan deze oever zijn door de Fransen verwoest, of door hun eigenaren verlaten en gesloopt. Craandijk noemt Veenvecht, Lisboa, Angola en Hunthum, die allemaal verdwenen zijn. Maar sommige namen vindt je nog terug, zoals bij die ene boerenhoeve waarop Lixboa geschilderd is. Tussen de bomen, schuren en stallen door zie je af en toe in de verte een glimp van het plassengebied rond Loosdrecht.




We stoppen even bij Weeresteijn, zo’n beetje de enige buitenplaats die er in dit stuk nog wel te bewonderen valt, ‘…met zijn deftig, vierkant, maar niet antiek huis…’ zoals Craandijk schrijft. Maar inmiddels zijn we ruim honderd jaar verder en mogen we het, in aanleg 18e eeuwse, gebouw best antiek noemen. De plek is schilderachtig, met het statige landhuis omgeven door hoge bomen, een sluisje dat de toevoer van water, uit of in de Weere, regelt en een paar erg mooie boerderijen.

Die Weere lijkt een brede, gegraven sloot, maar je weet het maar nooit. De dominee vermeldt dat hij hier in de Vecht uitloopt, dus wellicht was het van oorsprong wel een klein zijstroompje. Het vormt de verbinding tussen de rivier en het plassengebied en volgens Gerard kan het hier ’s zomers druk zijn met pleziervaartuigjes.

De twee boerderijen heten Vechtlust, misschien naar een verdwenen landgoed, en de Vliegende kraai, wat een prima naam lijkt voor een herberg. Op het sluisje is een gedenkplaat aangebracht waarop staat dat de eerste steen gelegd is in 1887. Een van de notabelen, die erop met naam vermeld wordt, heet Huydekoper. Die familie zijn we eerder tegengekomen in Maarssen, waar ze het landgoed Goudestein bewoonden. Joan Huydecooper was er aan het eind van de 19e eeuw burgemeester.

We maken een paar foto’s, ook van de wilgenboom met het grote gat erin, die voor de Vliegende kraai staat en van de watertoren van Breukelen, die als een betonnen reuzenviltstift boven de huisjes aan de overkant van het water uitsteekt.
Jac. Thijsse maakte hier een klein omweggetje, langs Breukelenveen, een buurtje in het grotendeels uitgeveende gebied tussen de rivier en de Vechtplassen. ‘Rechts van de kade was al meer water dan land’, schrijft hij, ‘en de weinige huisjes lagen elk op zijn eiland, door een draaibruggetje te bereiken.’

We komen langs een begraafplaats. Thuis had ik van te voren op GoogleEarth gekeken, om onze tocht vast een beetje voor te bereiden en vanuit de lucht kon ik dit terrein, met al die kleine paadjes, niet thuis brengen. Was het een bungalow park ? Nee, zo blijkt nu, de bewoners zijn al een poosje overleden.





Bij Gunterstein steken wij de brug over, Breukelen in, en zoeken de straatweg waarlangs Craandijk wandelde. Eerst kom je door een tamelijk nieuwe woonwijk. Daarna langs een aantal aan elkaar grenzende landgoederen. Oorspronkelijk waren hier grote stukken land in eigendom van lieden die Mennonieten of Menisten genoemd werden, volgelingen van de Friese priester Menno Simons. Deze predikte in de 16e eeuw een zeer sobere leefstijl, te vergelijken met de Amish in de Verenigde Staten.

Thijsse noemt het gebied de Menistenhemel en schrijft dat er een eikenlaan moet zijn ‘…op zijn minst even mooi als de Middachter allee.’ Die laatste was een legendarische beukenlaan bij het landgoed Middachten, niet ver van Arnhem. Trouwe lezers weten dat die aan het begin van de 20ste eeuw gekapt is.

Van de eikenlaan in de Mennistenhemel hebben Gerard en ik niets teruggevonden. Wel zijn hier een paar mooie buitenplaatsen. Thijsse noemt Hofwerk, Vijverhof, Over-Holland, Rupelmonde en Sterrenschans. Van de laatste twee herkennen we de namen op fraaie tuinhekken, maar voor we het weten staan we alweer in Nieuwersluis. Daar is en dat wordt ook een soort traditie tijdens onze tochten, net de brug open over de Rechte Angstel. We willen graag aan de overkant dit zijstroompje volgen om te zien waar Thijsse, bijna honderd jaar geleden op de trein stapte.




Dit verhaal verscheen in 2006 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.


Tekening: Gerard Kuit


Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; ENSIE Lexicon 1952; Kransberg en Mils - Kastelengids van Nederland 1979; Atlas van de Nederlandse kastelen 1980; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996; Cultuurhistorische routes in de provincie Utrecht - De Hollandse waterlinie 1996.

Websites algemeen: www.vecht.nl en www.hollandsewaterlinie.nl  
Over Loenen, Vreeland en Nieuwersluis: www.stichtsevecht.nl en de Historische Kring Gemeente Loenen: www.hkgl.nl

Wikipedia over: Nieuwersluis en de Mennonieten


Nieuwersluis op Google Maps

vrijdag 18 maart 2011

De Vecht 15 – Naar Nieuwersluis


Op een frisse zondagochtend in oktober hervatten Gerard en ik onze reis langs de Vecht. We zijn de vorige keer gestopt bij Gunterstein, het kasteel bij Breukelen en moeten nu kiezen, want onze reisgidsen uit vervlogen dagen volgen hier elk een andere weg. Jac Thijsse had in 1914 haast om in Nieuwersluis de trein te nemen en rende in een ruk door, over de rechter oever. Hij zou z’n trein trouwens missen ‘…en de volgende trein had ook nog drie kwartier vertraging.’

Dominee Craandijk nam 25 jaar eerder wel de tijd om Breukelen te bezichtigen en wandelde verder over de straatweg op de linker Vechtoever. Een bijkomende vraag is hoe we vanaf Soest het snelste naar Breukelen kunnen rijden. Mogelijkheid één is langs Maartensdijk en Westbroek, maar dan doen we een deel van onze vorige etappe nog eens over, omdat we dan een stuk voor Breukelen al op de Vecht uitkomen.

Volgens de ANWB routeplanner is de kortste weg via Hilversum en Oud-Loosdrecht. Dan komen we een stuk verder, vlak onder Loenen, de Vecht tegen en zouden we een stukje terug moeten rijden, naar Breukelen. Maar misschien is dat juist wel een goed idee, zo kunnen we eerst langs de rechteroever Thijsse tegemoet rijden en dan, langs de andere kant, de route van Craandijk nemen.


ANWB-borden in Nieuwersluis
Terwijl de zon een beetje bleek door de laaghangende bewolking schijnt, rijden we genoeglijk keuvelend tussen de Loosdrechtse plassen door naar de Vecht. Daar valt ons plan direct in duigen. Het weggetje langs de rechteroever is aan deze kant afgesloten voor auto’s. We steken dus de rivier over en rijden over de straatweg op Nieuwersluis aan. De afstanden zijn maar klein, na een paar minuten komen we de volgende brug al tegen en besluiten om die over te steken en zo alsnog eerst de rechteroever te nemen.

Voor de ouderen onder ons heeft de naam Nieuwersluis een aparte bijklank. Daar was de militaire gevangenis gevestigd. Nieuwersluis daar ging je naar toe als je het in het leger heel bont gemaakt had, of wanneer je helemaal niet in het leger wilde. Bij een van de oudere Artishockleden thuis heb ik wel eens foto’s gezien uit de jaren ’60. Een Artishocker van het eerste uur weigerde dienst en werd door een groep vrienden en vriendinnen, mannen met lange haren en baarden, vrouwen in oosterse gewaden, afgeleverd aan de poort van de gevangenis. Hij is er heelhuids weer uitgekomen.

Wij parkeren voor die gevangenispoort. En bewonderen de imposante pupillenschool, een militaire instelling voor jongens tussen de 12 en 15 jaar oud, uit 1877. Je moet er niet aan denken hoe het voor die jongens geweest moet zijn om hier gedrild te worden. Vast geen pretje.


Gevangenispoort - Nieuwersluis
De langgerekte bakstenen gevel, met witgepleisterde ingang- en hoekpartijen, versierd met wapenschilden, leeuwen en krijgshaftige spreuken, domineert het dorp, dat met zijn kleine huisjes aan de overkant van de rivier ligt. 

Veel dorp is het trouwens niet. Eigenlijk maar één straat en daar overheersen de militaire gebouwen. Er is op het eerste gezicht niet eens een kerk, maar het zou goed kunnen dat de bewoners vroeger voor de mis naar het nabijgelegen Loenen gingen.

Bij thuiskomst lees ik Craandijk er nog eens op na. Die schrijft dat er in 1673 ‘…ten behoeve van het garnizoen en van de talrijke bevolking van den omtrek een kerkje gebouwd en een predikant beroepen…’ werd. Hij noemt zelfs de naam van de dominee: ‘Thomas Coenen, gewezen predikant te Smyrna…’ Als we later op de ochtend nog eens door het dorp rijden ontdek ik het kerkje weer niet. Dus het is of erg klein en onopvallend, of verdwenen.




Dit verhaal verscheen in 2006 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.


Tekening: Gerard Kuit


Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; ENSIE Lexicon 1952; Kransberg en Mils - Kastelengids van Nederland 1979; Atlas van de Nederlandse kastelen 1980; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996; Cultuurhistorische routes in de provincie Utrecht - De Hollandse waterlinie 1996.

Websites algemeen: www.vecht.nl en www.hollandsewaterlinie.nl  
Over Loenen, Vreeland en Nieuwersluis: www.stichtsevecht.nl en de Historische Kring Gemeente Loenen: www.hkgl.nl

Wikipedia over Nieuwersluis

Nieuwersluis op Google Maps

zaterdag 12 maart 2011

De Vecht 14 – Breukelen, buitenplaats Gunterstein

Schuin tegenover de brug over de Vecht bij Breukelen, ligt ridderhofstad Gunterstein. Het huidige vierkante gebouw staat op de plaats van een oud kasteel. Dat verklaart ook de aanwezigheid van een brede gracht en een brug die vroeger ongetwijfeld ophaalbaar geweest is. 


‘Een breede, statige laan van beuken en kastanjes loopt langs den zoom van het schoone landgoed’, schrijft dominee Craandijk, ‘aan het einde daarvan (…) schittert het witte huis van Gunterstein in het licht der voorjaarszon en boven het hooge dak verheft zich het met beelden versierde torentje in de blaauwe lucht.’

Gunterstein, achtergevel...
Dat torentje is een kunstige vermomming voor de schoorsteen en het is, met het gebogen balkon dat uitziet op de rivier, zo’n beetje de enige frivoliteit aan het kasteel, dat verder een strakke en strenge indruk maakt. Wit is het trouwens niet meer aangezien men, in de jaren ’30 van de vorige eeuw, de pleisterlaag verwijderd heeft.

Om een of andere reden is in de loop van de 20ste eeuw het idee ontstaan dat oude gebouwen er altijd op vooruit gaan als je de oorspronkelijke pleisterlagen weghaalt. Maar het is wel eens goed om te bedenken dat vrijwel alle middeleeuwse huizen en kastelen van binnen en van buiten van een kalk- of verflaag voorzien waren. Soms wit, maar vaak ook vrolijk gekleurd. De kale baksteen die we nu voor authentiek houden werd toen als lelijk en onaf gezien. Smaken veranderen in de loop der eeuwen.


Het eerste kasteel op deze plaats werd volgens de website www.kasteleninutrecht.eu aan het begin van de 14e eeuw gebouwd door Gijsbrecht Gunter, bijgenaamd ‘grote Ghise’. In de late 14e eeuw wordt het voor het eerst als Gunterstein genoemd, als het verpacht word aan ridder Jan van Nijenrode ‘…voor negen, goede, oude Vranckrijksche schilden in het jaar.’

Zoals Craandijk schrijft behoort het dan toe aan Elsabeen, de onmondige dochter van heer Splinter van Loenresloot. Ze konden het mooi vertellen in de middeleeuwen, maar heel duidelijk is het niet, want later schijnt het kasteel in bezit van de van Nijenrodes te zijn gekomen want ‘…Jan van Nijenrode, knape, droeg in 1415, voor het gerecht te Breukelen den vrijen eigendom van het huis Gunterstein over ten behoeve van der zelfde Elzabe van Loenersloot.’ Dat moet haast wel in het rechthuis op de Kerkbrink zijn gebeurt, waar Gerard en ik gezeten hebben. En klaarblijkelijk was Elsabeen nu niet langer onmondig.

Het kasteel was toen een gebouw met torens en verdedigingswerken. Dat kon niet voorkomen dat het in 1508 door de Bourgondiërs verwoest werd. Ongetwijfeld in een van de schermutselingen, die samenhingen met de herrie, die er in die tijd rondom de bisschop van Utrecht was. In 1511 deden de burgers van Utrecht het nog eens dunnetjes over en maakten Gunterstein praktisch met de grond gelijk. De stenen namen ze mee om de, door de heer van IJsselstein verwoeste stadswijk, Bemuurde Weerd, weer op te bouwen.


Gunterstein werd ook herbouwd en kwam in 1611 in bezit van de beroemde raadspensionaris Johan van Oldenbarneveld. Deze zowel gehate als geprezen staatsman werd in 1619 van hoogverraad beschuldigd en onthoofd. Zijn bezittingen vervielen aan de staat. Gunterstein werd evenwel in leen gegeven aan kleindochter Odilia van Oldenbarneveld en kwam later in bezit van de familie Cats.

In 1659 werd Engelbert Ploos van Amstel, ambachtsheer van Tienhoven de gelukkige eigenaar. Hij had wel de pech dat in het rampjaar 1672 ook Gunterstein niet ontsnapte aan de verwoestende aandacht van de Franse troepen.

In 1681 werd het huidige, statige landhuis gebouwd, in opdracht van Magdalena Poulle, vermoedelijk naar een ontwerp van Adriaan Dortsman. Aan de gebouwen is sindsdien niet heel veel veranderd, afgezien van die pleisterlaag dan. En Gunterstein is nog steeds bezit van de erfgenamen van Magdalena. Het park veranderde in de loop der tijd wel van een formele Franse tuin in een landschapspark in Engelse stijl.



Dit verhaal verscheen in 2006 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit


Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; ENSIE Lexicon 1952; Atlas van de Nederlandse kastelen 1980; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996.

Wikipedia over Breukelen

Breukelen maakt tegenwoordig deel uit van de gemeente Stichtse Vecht zie ook http://www.histkringbreukelen.nl/ met veel info en plaatjes over de historische gebouwen in en om het dorp.

 

zaterdag 5 maart 2011

De Vecht 13 – Breukelen, de Kerkbrink

Breukelen is een mooi dorp met als middelpunt de Kerkbrink, waarlangs monumentale pandjes en terrasjes de voorbijganger uitnodigend lonken voor een kopje zondagochtendkoffie. Gerard en ik nemen plaats op het terras naast het oude ‘Rechthuys van Breuckelen en Breuckeleweert’.

In dit in 1672, na verwoesting door de Fransen, grotendeels vernieuwde gebouw is ook een horeca gelegenheid gevestigd, maar die lijkt nog gesloten. Even later, als wij bij de buren aan ons bakje cappuccino zitten, komt er een pronte blondine uit het ‘Rechthuys’ tevoorschijn. Ze begint de terrastafels en -stoelen schoon te lappen, onderwijl luidop, met een collegaatje van twee terrassen verder, de gebeurtenissen van de afgelopen uitgaansavond en -nacht doornemend. 

Tekening - Gerard Kuit

Je zou het storend kunnen vinden, maar wij genieten er van. De Kerkbrink is trouwens niet zo oud als de historische huisjes aan weerszijden doen vermoeden. Oorspronkelijk liepen hier twee straten, de Kerkstraat en de Nieuwstraat, van de rivier richting kerk. In de jaren ’70 van de vorige eeuw besloot men dat het dorp een centrum met meer grandeur behoefde en werden de oude panden, langs de twee straten, gesloopt om plaats te maken voor het langwerpige plein van tegenwoordig. Als je niet weet wat er verloren is gegaan, mis je het ook niet. De Kerkbrink is een mooi plein, te vergelijken met de centrale pleinen in plaatsen als Culemborg en Vianen.


Als je het plein in de lengte oversteekt kom je bij de hervormde Pieterskerk, die volgens een plakkaat op de gevel in de 8ste eeuw gesticht is door de beroemde prediker Bonifacius. De oudste delen van de huidige, sobere, gotische kerk dateren uit de 15e eeuw. Maar nadat de toren in 1702 door een storm verwoest werd, is het gebouw grotendeels vernieuwd. Tegen de zuidzijde van het schip is, in de 18e eeuw, een kapel gebouwd waarin de stoffelijke resten van de bewoners van kasteel Gunterstein bijgezet zijn. In de kerk zijn tombes en grafzerken van andere plaatselijke adellieden te bewonderen. De oudste uit de 15e eeuw.

Maar wij gaan niet naar binnen. Er is buiten ook genoeg te zien. Het brandspuithuisje bijvoorbeeld, uit 1869, dat rechts naast de kerk in een soort plantsoen staat. Er staat een klok op het dak om te luiden in tijden van nood. Dat zal wel niet veel meer gebeuren nu de wereldwinkel er is gevestigd.

Links naast de kerk staan twee rijtjes lage huisjes. Zo op het oog een armen- of bejaardenwoningen. We vragen ons af of er in deze kleine huisjes, een of twee kamertjes onder een laag puntdak, in vroeger jaren hele gezinnen gewoond hebben. Op de website, van de historische kring Breukelen, lees ik bij thuiskomst dat het om 18e eeuwse arbeidershuisjes gaat. Nu hebben een architecten bureau en een begrafenisondernemer er onderdak gevonden. Er tegenover staat de dorpspomp, die een replica is uit 1997, van de oorspronkelijke pomp die hier stond tot 1928, het jaar dat Breukelen aangesloten werd op het waterleidingnet.


Toen dominee Craandijk door Breukelen wandelde, in 1875, zag de dorpskern er heel anders uit, omdat de Kerkbrink nog niet aangelegd was. Hij beschrijft het als ‘…een uitgestrekte en welvarende plaats met talrijke straten, die het groote kerkgebouw omringen, met goed onderhouden burgerwoningen en heerenhuizen, frisch en vrolijk door het overvloedig groen van tuinen en opgaande bomen…’.

Jac. P. Thijsse, die in 1915 passeerde, nam niet eens de moeite om de brug naar het dorp over te steken. Hij beperkte zich tot het tegenover de brug liggende kasteel Gunterstein en de parklanden daar omheen. Daar gaan Gerard en ik ook nog een kijkje nemen.



Dit verhaal verscheen in 2005 in de Artishockberichten, verenigingsblad van culturele vereniging Artishock in Soest. Omstandigheden kunnen inmiddels veranderd zijn.



Tekening: Gerard Kuit


Bronnen: J. Craandijk - Wandelingen door Nederland 1890; Jac. P. Thijsse - de Vecht 1915; ENSIE Lexicon 1952; Atlas van de Nederlandse kastelen 1980; Monumenten in Nederland 1996; Handboek Natuurmonumenten 1996.

Wikipedia over Breukelen


Breukelen maakt tegenwoordig deel uit van de gemeente Stichtse Vecht zie ook http://www.histkringbreukelen.nl/ met veel info en plaatjes over de historische gebouwen in en om het dorp.